ECLI:NL:GHLEE:2010:BM8244
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- D. de Hek
- Rechtspraak.nl
Arrest over de toepasselijkheid van de CAO voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche op de onderneming van appellant
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om de vraag of de CAO voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche van toepassing was op de onderneming van appellant. Het hoger beroep werd ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, sector kanton, dat op 20 november 2008 was uitgesproken. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.Tj. van Dalen, had drie grieven ingediend tegen het vonnis van de kantonrechter. De geïntimeerden, Stichting Vrijwillig Uittreden Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (SUS) en Stichting Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS), werden vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer.
Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals weergegeven in het vonnis van de kantonrechter niet ter discussie stonden. De appellant had aangevoerd dat zijn onderneming niet onder de werkingssfeer van de CAO viel, maar het hof oordeelde dat de werkzaamheden van de appellant, waaronder schoonmaak- en ontruimingswerkzaamheden, wel degelijk onder de CAO's vielen. Het hof verwierp het verzoek van de appellant om uitstel van de uitspraak in afwachting van een andere procedure bij het gerechtshof te Arnhem, en oordeelde dat de appellant zijn bezwaren tegen de hoogte van de vorderingen had laten varen.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de appellant in de kosten van de procedure in hoger beroep. De uitspraak benadrukt de reikwijdte van de CAO's en de verplichtingen van ondernemers binnen de schoonmaak- en glazenwassersbranche.