ECLI:NL:GHLEE:2010:BN2064

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.030.033/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Bosch
  • J. Beversluis
  • M. Jonkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake wijziging draagkrachtpercentage kinderalimentatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 1 juni 2010 een herstelbeschikking gegeven in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De procedure was aanhangig tussen een vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Lok, en een man, vertegenwoordigd door advocaat mr. O.J.C. Toxopeus. De vrouw had in een eerdere beschikking van 13 april 2010 een verzoek ingediend om het draagkrachtpercentage voor kinderalimentatie te wijzigen van 60% naar 70%, in overeenstemming met de gewijzigde Tremanormen die per 1 maart 2009 in werking zijn getreden.

Het hof oordeelde dat er sprake was van een kennelijke omissie in de eerdere beschikking, waarbij abusievelijk het oude percentage was toegepast. Het hof bevestigde dat in alimentatiezaken, waarin vóór 1 juli 2009 appel was ingesteld, in beginsel de oude richtlijnen worden gehanteerd, maar dat bij gewijzigde omstandigheden na deze datum de nieuwe richtlijnen van toepassing zijn. Dit beleid is in eerdere uitspraken van het hof ook consistent toegepast.

De herstelbeschikking houdt in dat het hof de eerdere beschikking van 13 april 2010 aanpast, waarbij het draagkrachtpercentage voor de man per 1 april 2010 wordt vastgesteld op 70%. Dit betekent dat de man vanaf deze datum € 160,- per kind per maand moet bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de drie minderjarige kinderen. De beslissing van het hof is genomen ter bescherming van het belang van de kinderen, en de verbeteringen zijn vastgelegd in de minuut van de beschikking van 13 april 2010.

Uitspraak

Beschikking d.d. 1 juni 2010
Zaaknummer 200.030.033
HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Herstelbeschikking in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof Leeuwarden aanhangig is geweest tussen:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
appellante in het principaal appel,
geïntimeerde in het incidenteel appel,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M. Lok,
kantoorhoudende te Assen,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het incidenteel appel,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. O.J.C. Toxopeus,
kantoorhoudende te Veendam.
Op 13 april 2010 heeft het hof in de procedure tussen de hiervoor genoemde partijen een eindbeschikking gegeven.
Bij brief van 15 april 2010 heeft mr. Lok het hof verzocht de beschikking van 13 april 2010 te verbeteren in die zin dat het toegepaste draagkrachtpercentage van 60 wordt gewijzigd in 70. Bij brief van 22 april 2010 heeft mr. Toxopeus zich verzet tegen het verzoek van mr. Lok.
Het hof is van oordeel dat mr. Lok terecht heeft geconstateerd dat in de beschikking van 13 april 2010 sprake is van een kennelijke omissie. Per 1 maart 2009 is de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in werking getreden. Naar aanleiding daarvan zijn de Tremanormen met ingang van 1 juli 2009 gewijzigd in die zin dat - voor zover hier van belang - het toe te passen draagkrachtpercentage in geval van kinderalimentatie is gewijzigd van 60 in 70.
In verband met de kenbaarheid van de nieuwe Tremanormen is het beleid van het hof dat in alimentatiezaken waarin vóór 1 juli 2009 appel is ingesteld in beginsel de oude richtlijnen worden gehanteerd. Echter, indien in hoger beroep een zogeheten "knip" dient te worden gemaakt in verband met gewijzigde omstandigheden die ná 1 juli 2009 hebben plaatsgevonden, worden in beginsel de nieuwe richtlijnen toegepast. Dit met name met het oog op het belang van het kind. Dit beleid is in eerdere uitspraken van het hof ook steeds toegepast en als zodanig gemotiveerd.
In de onderhavige zaak is in de draagkrachtberekening van de man per 1 april 2010 een "knip" gemaakt wegens gewijzigde omstandigheden in de financiële situatie van de man. Abusievelijk is verzuimd vanaf die datum de nieuwe Tremanormen en mitsdien het gewijzigde draagkrachtpercentage van 70 toe te passen. Redenen om daar bewust van af te wijken waren gesteld noch gebleken.
Aldus is naar het oordeel van het hof sprake van een kennelijke (reken)fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Op voet van artikel 31 lid 1 Rv zal het hof de beschikking van 13 april 2010 voor wat betreft het per 1 april 2010 toegepaste draagkrachtpercentage verbeteren en zodoende ook de daaruit voortvloeiende hogere onderhoudsverplichting van de man aanpassen.
Het gerechtshof:
bepaalt dat in de tussen bovenvermelde partijen gegeven beschikking van 13 april 2010 rechtsoverweging 42 wordt vervangen door:
"Met ingang van 1 april 2010 is 70% van de draagkrachtruimte, derhalve € 315,- per maand beschikbaar voor alimentatie. Na toerekening van het fiscaal voordeel kan de man met ingang van 1 april 2010 in staat worden geacht € 160,- per kind per maand bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [kind 1], [kind 2] en [kind 3]."
bepaalt dat in het dictum van de tussen bovenvermelde partijen gegeven beschikking van 13 april 2010 de beslissing:
"bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 1], geboren [in 1993], [kind 2], geboren [in 1996], en [kind 3], geboren [in 1999], vanaf 1 april 2010 op € 145,- per maand."
wordt vervangen door:
"bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 1], geboren [in 1993], [kind 2], geboren [in 1996], en [kind 3], geboren [in 1999], vanaf 1 april 2010 op € 160,- per kind per maand."
bepaalt dat deze verbetering onder vermelding van de datum 1 juni 2010 wordt vermeld op de minuut van de beschikking van 13 april 2010;
bepaalt dat een afschrift van deze herstelbeschikking wordt gehecht aan de minuut van de beschikking van 13 april 2010;
bepaalt dat aan ieder van partijen een afschrift van de herstelde beschikking van
13 april 2010 en een afschrift van deze herstelbeschikking wordt verstrekt;
bepaalt dat de partij die in het bezit is van een afschrift van de oorspronkelijke beschikking, deze retourneert aan de griffier van dit gerechtshof.
Aldus gegeven door mrs. Bosch, voorzitter, Beversluis en Jonkman, raden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 1 juni 2010 in bijzijn van de griffier.