Parketnummer: 24-000971-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-880008-09 en 17-682060-06 (tul)
Arrest van 22 juli 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 3 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.R. Rauwerda, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 3 december 2009 en 8 juli 2010, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 88 dagen, met aftrek van de periode die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 18 september 2007 voorwaardelijk opgelegde 260 dagen jeugddetentie zal omzetten in een gevangenisstraf voor de duur van 206 dagen en van die 206 dagen de tenuitvoerlegging zal gelasten van 103 dagen gevangenisstraf, in die zin dat deze gevangenisstraf zal worden omgezet in een werkstraf voor de duur van 206 uren. Ten aanzien van de overige 103 dagen gevangenisstraf heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de proeftijd zal verlengen met één jaar.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 4 januari 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan of bij [straat], aldaar,) heeft weggenomen een laptop (met tas) en/of een broodtrommel (met inhoud) en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 4 januari 2009 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan of bij [straat], aldaar, heeft weggenomen een laptop met tas en een broodtrommel en een portemonnee met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met twee vrienden schuldig gemaakt aan inbraak in een woning in [plaats]. Nadat verdachte een raam van de woning met een koevoet had geforceerd, hebben zijn twee mededaders diverse goederen uit die woning weggenomen. Door zo te handelen heeft verdachte het slachtoffer schade berokkend en inbreuk gemaakt op zijn eigendomsrecht.
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 28 april 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder wegens (soortgelijke) strafbare feiten is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde en in hoger beroep opnieuw gevorderde straf een passende straf is. Het hof zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Leeuwarden d.d. 18 september 2007 is veroordeelde onder meer 260 dagen jeugddetentie voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van twee jaren. Voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 3 oktober 2007. De proeftijd is ingegaan op diezelfde datum. De officier van justitie heeft d.d. 26 februari 2009 gevorderd dat last tot tenuitvoerlegging zal worden gegeven van voormelde jeugddetentie, omdat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het bewezen verklaarde feit.
Gebleken is dat veroordeelde het bewezen verklaarde feit heeft begaan voor het einde van de gestelde proeftijd. Het hof ziet in het omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsrapport d.d. 18 januari 2010 en in hetgeen ook overigens aangaande de persoonlijke omstandigheden van verdachte ter terechtzitting van het hof is aangevoerd, aanleiding slechts de gedeeltelijke tenuitvoerlegging te gelasten van voormelde straf en deze om te zetten in een werkstraf. Het hof zal een gedeelte van 70 dagen jeugddetentie omzetten in een werkstraf van na te noemen duur. Het hof zal voor het deel van de (voorwaardelijke) jeugddetentie dat niet ten uitvoer wordt gelegd, de proeftijd verlengen met één jaar. Dit heeft mede ten doel verdachte op het juiste pad te houden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14f, 14g, 22b, 43a, 63, 77dd, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van achtentachtig dagen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde v??r de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van een gedeelte van de jeugddetentie de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Leeuwarden van 18 september 2007) taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van honderdveertig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zeventig dagen zal worden toegepast;
verlengt voor de overige (voorwaardelijke) jeugddetentie de bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 18 september 2007 gestelde proeftijd met één jaar.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. L. Keekstra als griffier, zijnde mr. P. Greve buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.