ECLI:NL:GHLEE:2010:BN3802
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Dijkstra
- A. Beswerda
- J. van Schuijlenburg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de matiging van een administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 150,- opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden op 21 juni 2008. De kantonrechter had de sanctie gematigd tot € 75,- op basis van persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. De officier van justitie ging echter in hoger beroep tegen deze beslissing, omdat hij van mening was dat de omstandigheden niet voldoende waren om de sanctie te matigen.
Het hof heeft de argumenten van de betrokkene en de officier van justitie zorgvuldig afgewogen. De betrokkene voerde aan dat zij haar mobiele telefoon handmatig moest uitzetten na een handsfree gesprek, maar het hof oordeelde dat deze omstandigheden niet uitzonderlijk genoeg waren om de sanctie te matigen. De wetgever heeft in artikel 9, lid 2 aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) bepaald dat matiging van de sanctie alleen mogelijk is in uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden die de verwijtbaarheid van de gedraging kunnen verminderen.
Het hof concludeerde dat de betrokkene zelf de keuze had gemaakt om tijdens het rijden een telefoongesprek te voeren, wetende dat de apparatuur niet volledig handsfree was. De omstandigheden die de betrokkene aanvoerde, waren door haarzelf gecreëerd en rechtvaardigden geen matiging van de sanctie. Het hof heeft daarom de beslissing van de kantonrechter vernietigd en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.