2. In deze zaak staat het volgende vast.
Volgens een op 17 april 2009 door partijen ondertekende koopovereenkomst heeft [appellant] van [geïntimeerden] gekocht de woning, staande en gelegen aan de [adres], voor een koopprijs van € 301.000,00.
Ten aanzien van de (juridische) levering is in artikel 3 vastgelegd dat de akte van levering op 1 april 2010 zal worden gepasseerd, of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen.
In artikel 19 van de koopakte is vastgelegd dat de feitelijke levering en aanvaarding op verzoek van [appellant] vóór de juridische levering plaatsvindt en wel op 24 april 2009. In dat artikel is eveneens vastgelegd dat [appellant] met ingang van die datum een vergoeding verschuldigd is tot aan de datum van eigendomsoverdracht. De vergoeding op jaarbasis bedraagt € 9.600,00.
Artikel 4 lid 1 van de koopakte bepaalt dat [appellant] een bankgarantie zal doen stellen voor een bedrag van € 30.100,00. Lid 2 van dit artikel geeft als alternatief voor de bankgarantie de mogelijkheid van een waarborgsom voor eenzelfde bedrag.
Partijen zijn eveneens op 17 maart 2009 met terzijdestelling van het bepaalde ten aanzien van de bankgarantie/waarborgsom in de koopakte een zogenaamde borgtochtclausule overeengekomen. Op grond hiervan is door Garant 4² N.V. op 17 april 2009 een borgtocht van € 30.100,- gesteld tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van [appellant] enerzijds en [geïntimeerden] anderzijds. [geïntimeerden] zijn in deze als verzekeringnemer opgetreden, op grond waarvan zij een maandelijkse premie aan Garant 4² N.V. verschuldigd waren.
In artikel 20 van de koopovereenkomst is het volgende bepaald:
"Uiterlijk 14 dagen voordat de bij deze koopakte behorende overeenkomst tussen partijen en Garant 4 N.V. niet meer van kracht is en geen dekking geeft is artikel 4 (bankgarantie/waarborgsom) van deze koopakte weer van toepassing. Indien koper een nieuwe bankgarantie of waarborgsom, zoals vermeld in artikel 4 van deze koopakte afgegeven heeft voor 1 april 2010 kan de levering, zoals vermeld in artikel 3 van de koopakte gewijzigd worden naar 1 april 2011."
[appellant] heeft op 24 april 2009 zijn intrek in de woning genomen.
Bij brief van 4 maart 2010 heeft de makelaar van [geïntimeerden] aan [appellant] onder meer het volgende geschreven:
"(…) Zoals wij telefonisch hebben afgesproken zult u zorgdragen dat er een bankgarantie of een waarborgsom ad € 30.100,-- voor 1 april 2010 zal worden afgegeven aan het notariskantoor van Roosmalen, Fissering en Hilgen te [woonplaats], i.v.m. de aankoop van de woning aan de [adres]"
Eind maart 2010 is het [appellant] gebleken dat de verzekering bij Garant 4² N.V. na afloop van de overeengekomen termijn niet op zijn naam kon worden verlengd, omdat Garant 4² N.V. deze verzekering niet meer aanbood.
De geplande juridische levering op 1 april 2010 heeft geen doorgang gehad. Evenmin is voordien een nieuwe bankgarantie of waarborgsom door [appellant] afgegeven.
Bij brief van 1 april 2010 heeft de makelaar van [geïntimeerden] een ingebrekestelling verzonden en bij brief van 7 mei 2010 hebben [geïntimeerden] de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst ingeroepen.
Bij brief van 27 mei 2010 heeft de notaris aan [geïntimeerden] bevestigd dat het boetebedrag op 19 mei 2010 middels Garant 4² N.V. aan hen is uitgekeerd.
[appellant] heeft de voor het gebruik van de woning overeengekomen maandelijkse vergoeding aan [geïntimeerden] betaald. [geïntimeerden] hebben de [appellant] ontvangen vergoeding die ziet op de maanden april en mei 2010 teruggestort.