ECLI:NL:GHLEE:2010:BN6430
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Zandbergen
- A. Wind
- J. van Rijssen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van dwangsommen in hoger beroep na eerdere veroordeling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De rechtbank had [appellant] eerder veroordeeld tot nakoming van een verplichting tot overdracht van een perceel bos aan [geïntimeerde], vrij van schulden en fiscale claims. Bij vonnis van 18 januari 2007 werd [appellant] op straffe van verbeurte van een dwangsom veroordeeld om ervoor te zorgen dat deze overdracht voor 8 februari 2007 zou plaatsvinden. De dwangsom was vastgesteld op € 1.000 per dag dat [appellant] niet aan deze verplichting voldeed. De overdracht vond uiteindelijk plaats op 28 februari 2007, maar [geïntimeerde] vorderde in deze procedure alsnog betaling van de verbeurde dwangsommen, die in totaal € 20.000 bedroegen.
Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] al over een executoriale titel beschikte op basis van het vonnis van 18 januari 2007. Het belang van de onderhavige procedure is volgens het hof dat [geïntimeerde] zekerheid krijgt over de vraag of daadwerkelijk dwangsommen zijn verbeurd, voordat hij tot executiemaatregelen overgaat. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en oordeelde dat [appellant] als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding in hoger beroep werd veroordeeld. De grieven van [appellant] werden verworpen, omdat het hof oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de vertraging in de levering aan [appellant] moest worden toegerekend, mede vanwege de keuze om een Estse advocaat in te schakelen.
De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere veroordeling van [appellant] en benadrukt het belang van het nakomen van juridische verplichtingen, evenals de gevolgen van het niet tijdig voldoen aan deze verplichtingen.