ECLI:NL:GHLEE:2010:BN7455
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Bosch
- M. Rowel-van der Linde
- J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling tussen moeder en minderjarige kinderen na afwijzing door rechtbank
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 7 september 2010, gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin haar verzoek om een omgangsregeling met haar minderjarige kinderen werd afgewezen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.H.M. Kloppenberg, verzocht het hof om de beschikking van 23 september 2009 te vernietigen en een omgangsregeling vast te stellen. De vader, zonder advocaat, heeft geen verweerschrift ingediend. De zaak betreft de kinderen [kind 1] en [kind 2], geboren uit de relatie tussen de ouders, die gezamenlijk het gezag over hen uitoefenen.
De rechtbank had eerder beslist dat er geen omgangsregeling kon worden vastgesteld, maar het hof oordeelt dat de moeder recht heeft op een herbeoordeling van de omgangsregeling, nu er bijna een jaar is verstreken sinds de laatste uitspraak. Het hof wijst op de noodzaak om de belangen van de kinderen voorop te stellen en overweegt dat, hoewel [kind 1] in een brief heeft aangegeven geen contact met de moeder te willen, het belangrijk is dat de kinderen de kans krijgen om een relatie met hun moeder op te bouwen. Het hof is van mening dat met de juiste begeleiding een begin van normalisering van de relatie mogelijk is.
Het hof heeft echter geconstateerd dat de vader en de gezinsvoogd niet ter zitting zijn verschenen, waardoor een volledige bespreking van de situatie niet mogelijk was. Het hof heeft daarom besloten de behandeling van de zaak aan te houden en een nieuwe zitting te plannen, waarbij de vader en de gezinsvoogd aanwezig moeten zijn om het belang van de kinderen zo goed mogelijk te kunnen beoordelen. De beslissing om verdere stappen te ondernemen wordt uitgesteld totdat de nieuwe zitting heeft plaatsgevonden.