ECLI:NL:GHLEE:2010:BN7973

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001238-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging en wederspannigheid jegens politieambtenaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de rechtbank Groningen. De verdachte is beschuldigd van bedreigingen tegen politieagenten en wederspannigheid. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen, maar de verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat de verdachte van het eerste feit, bedreiging met de dood, is vrijgesproken. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, die een gevangenisstraf van 43 dagen en een werkstraf van 220 uur, waarvan 110 uur voorwaardelijk, heeft geëist. De feiten waar de verdachte voor is veroordeeld, vonden plaats op 8 november 2007, toen de verdachte met een shovel op politieambtenaren inreed en hen bedreigde met de dood. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de subsidiaire tenlastelegging van bedreiging en wederspannigheid, en heeft de straffen opgelegd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure en heeft een korting op de werkstraf toegepast. De uitspraak benadrukt het belang van respect voor politieambtenaren in de uitoefening van hun functie.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001238-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-670492-07
Arrest van 3 september 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 21 april 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1970] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A. Allersma, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De omvang van het hoger beroep
Het hof stelt vast dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde is vrijgesproken. Het hof zal in zoverre verdachte niet ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ten aanzien van feit 1 niet ontvankelijk in het hoger beroep zal verklaren. Voorts is gevorderd dat verdachte ter zake van feit 2 primair zal worden vrijgesproken en dat het hof verdachte ter zake de feiten 2 subsidiair, 3 en 4 zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 43 dagen onvoorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en een werkstraf voor de duur van 220 uur waarvan 110 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep zal opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat
2.
hij, op of omstreeks 8 november 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een of meer politieambtenaren, te weten de hoofdagenten van Regiopolitie Groningen, genaamd [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4], gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, althans een of meer personen, met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en (al dan niet) na kalm beraad en rustig overleg, met een shovel is ingereden/afgereden op die genoemde politieambtena(a)r(en), althans die perso(o)n(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij, op of omstreeks 8 november 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], een of meer politieambtenaren, te weten de hoofdagenten van Regiopolitie Groningen, genaamd [verbalisant 1] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 2]
en/of [verbalisant 4], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend, met een shovel ingereden/afgereden op die genoemde politieambtena(a)r(en) en/of
die politieambtena(a)r(en) daarbij dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik rij de boel plat en ik rij jullie ook omver", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij, op of omstreeks 08 november 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtena(a)r(en), te weten de brigadieren van regiopolitie Groningen [verbalisant 5] en/of [verbalisant 6], verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekt(e) strafba(a)r(e) feit(en) had(den) aangehouden en had(den) vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die genoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun/zijn bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtena(a)r(en) verdachte trachtte(n) te geleiden;
4.
hij, op of omstreeks 8 november 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], een of meer politieambtenaren, te weten de hoofdagenten van Regiopolitie Groningen, genaamd [verbalisant 1] en/of [verbalisant 3] en/of [verbalisant 2],
heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte (terwijl hij door die politieambtena(a)r(en) naar een politiebureau werd vervoerd) die politieambtena(a)r(en) dreigend de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte ze bij een volgende keer zou vermoorden e/of dat die politieambtena(a)r(en) nu echt een probleem hadden, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder 2 primair ten laste gelegde zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
2 subsidiair.
hij op 8 november 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], een of meer politieambtenaren, te weten de hoofdagenten van Regiopolitie Groningen, genaamd [verbalisant 1] en [verbalisant 3] en [verbalisant 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is verdachte opzettelijk dreigend, met een shovel afgereden op die genoemde politieambtenaren en heeft hij die politieambtenaren daarbij dreigend de woorden toegevoegd: "Ik rij de boel plat en ik rij jullie ook omver".
3.
hij op 8 november 2007 te [plaats], in de gemeente [gemeente], toen aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaren, te weten de brigadiers van regiopolitie Groningen [verbalisant 5] en [verbalisant 6], verdachte, als verdacht van het gepleegd hebben van één of meer op heterdaad ontdekte strafbare feiten hadden aangehouden en hadden vastgegrepen, althans vast hadden teneinde verdachte, ter geleiding voor een hulpofficier van justitie, over te brengen naar een politiebureau, zich met geweld tegen die genoemde opsporingsambtenaren, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, heeft verzet door te rukken en te trekken in een richting tegengesteld aan die, waarin die ambtenaren verdachte trachtten te geleiden.
4.
hij op 8 november 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], een of meer politieambtenaren, te weten de hoofdagenten van Regiopolitie Groningen, genaamd [verbalisant 1] en [verbalisant 3] en [verbalisant 2], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte, terwijl hij door die politieambtenaren naar een politiebureau werd vervoerd, die politieambtenaren dreigend de woorden heeft toegevoegd dat hij, verdachte, ze bij een volgende keer zou vermoorden en dat die
politieambtenaren nu echt een probleem hadden.
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
2 subsidiair: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
3: wederspannigheid.
4: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreigingen tegen politieagenten en wederspannigheid. Deze strafbare feiten vormen een ernstige inbreuk op en ondermijnen het respect dat ten aanzien van politieambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun functie dient te worden opgebracht.
Uit het reclasseringsrapport blijkt dat verdachte meer kritisch is gaan kijken naar zijn eigen handelen en denken, maar dat er zeker nog gewerkt kan worden aan met name de houding en denkpatronen van verdachte. De reclassering acht echter een grote kans aanwezig dat verdachte zich zal ontrekken aan eventueel op te leggen bijzondere voorwaarden. Het hof zal dan ook geen bijzondere voorwaarden verbinden aan na te melden voorwaardelijke werkstraf.
Op grond van vorenstaande overwegingen acht het hof een vrijheidsbenemende straf en een werkstraf voor de duur van 240 uur waarvan 120 uren voorwaardelijk passend en geboden.
Het hof constateert voorts dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Voorts neemt het hof in aanmerking dat niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die het tijdsverloop kunnen rechtvaardigen. Ingevolge geldende rechtspraak zal het hof een korting toepassen op de werkstraf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57, 180 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep tegen de vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende:
verklaart niet bewezen het 0verdachte onder 2 primair ten laste gelegde en spreekt daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 2 subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 2 subsidiair, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drieënveertig dagen;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tweehonderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van honderdtien dagen zal worden toegepast;
beveelt dat een gedeelte van de werkstraf groot honderdtien uren, subsidiair vijfenvijftig dagen vervangende hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. G. Dam en mr. H.K. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier, zijnde mr. H.K. Elzinga buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.