ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8205
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. van Rijssen
- Rechtspraak.nl
Verdeling van een maatschap en de vraag of appel van tussenvonnis openstaat
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om de verdeling van een maatschap en de vraag of er in dit bijzondere geval appel van een tussenvonnis openstond. Het hof oordeelde dat dit inderdaad het geval was. De zaak betreft een geschil tussen [appellant] en de maatschap, bestaande uit [lid maatschap 1] en [lid maatschap 2]. Tijdens een comparitie op 10 mei 2010 zijn partijen tot een regeling gekomen over verschillende geschilpunten, waarbij het hof zijn voorlopige oordeel uit het tussenarrest van 23 februari 2010 als uitgangspunt nam. De partijen kwamen overeen dat de bedrijfskavels, inclusief de afstandskavel, aan de [geïntimeerden] zouden worden toebedeeld, met een uittreedsom van € 579.433,-- aan [appellant]. Daarnaast werd overeengekomen dat [geïntimeerden] een bedrag van € 1.250,-- zouden betalen voor het winstaandeel over 2002-2003. Het hof behandelde ook de rentevergoeding waar [appellant] recht op had na zijn uittreden uit de maatschap. Het hof oordeelde dat de contractuele rente van toepassing was, en dat de berekeningen die door de partijen waren gepresenteerd correct waren. Uiteindelijk vernietigde het hof de tussenvonnissen van de rechtbank en wees het eindarrest, waarbij het de kosten van de procedure compenseerde, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg. Het hof oordeelde dat de maatschap met ingang van 1 mei 2003 was opgehouden te bestaan en legde verschillende veroordelingen op aan de [geïntimeerden].