De beoordeling
de feiten
1. Behoudens het gestelde in de grieven I en II is de weergave door de rechtbank van de vaststaande feiten in overweging 2. van het vonnis waarvan beroep noch door grieven noch anderszins bestreden. Daarom zal het hof ook van die niet bestreden feiten uitgaan, zulks met inachtneming van hetgeen hierna met betrekking tot de grieven I en II zal worden overwogen.
Het hof zal de feiten hierna verkort weergeven, aangevuld met hetgeen in hoger beroep tevens als vaststaand heeft te gelden.
1.1 Partijen hebben achtereenvolgens op 19 juni 1996 een "samenwerkingsverklaring en machtiging", op 19 februari 1998 een intentieverklaring met aanvulling en op 10 maart 1998 nogmaals een intentieverklaring (hierna: de intentieverklaring) getekend. De intentieverklaring heeft dezelfde inhoud als die van 19 februari 1998 en bevat nog een aanvulling daarop.
1.2 Artikel 16 van de intentieverklaring van 19 februari 1998 luidt:
"Afspraken over gedrag richting derden
De intentieverklaring is van kracht voor het projekt, dat ontwikkeld wordt voor het gebied in de Oostpolder en de direkte omgeving.
Zonder voorafgaande toestemming tussen partijen zullen geen verplichtingen naar derden worden aangegaan inzake de plaatsing van windturbines."
1.3 Artikel 2 van de intentieverklaring luidt:
"Intentie:
WNW (of een dochteronderneming) en [geïntimeerde] (of een door [geïntimeerde] gevoerde of te voeren onderneming), hebben de intentie om op de lokatie: Oostpolder, in de omgeving Oudeschip, nabij de Eemscentrale, gezamenlijk een windenergieprojekt te realiseren, op gronden waarop partijen plaatsingsrechten hebben verkregen of nog krijgen."
Artikel 9 van de intentieverklaring luidt:
""De intentieperiode wordt afgesloten voor de duur van 5 jaar. In deze periode zal een definitieve samenwerkingsvorm geconcretiseerd dienen te zijn."
1.4 [geïntimeerde] heeft in de loop van 1998 een plan ontwikkeld voor een windenergie-project op de dijk van de Eemshaven aan de Robbenplaatweg, bestaande uit zes molens, genaamd Project 1998. [geïntimeerde] heeft daartoe van de eigenaar van de dijk, Groningen Seaports, op 14 september 1998 een 'alleenrecht' verkregen om het Project 1998 te realiseren, met dien verstande dat dit recht verviel ingeval niet binnen twee jaar na 14 september 1998 een aanvang was gemaakt met de bouw van de windmolens. Het alleenrecht is nadien verlengd tot 1 augustus 2001 en is op die datum verlopen.
1.5 Nadat in de loop van 1999 tussen partijen een geschil is ontstaan over de vraag of de intentieverklaring ook van toepassing is op het Project 1998, hebben partijen, ter beëindiging van dat geschil, op 30 juli 1999 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarvan de inhoud blijkt uit een brief van [geïntimeerde] van die datum en die
- voor zover hier van belang - luidt:
"(…) Wij blijven van mening, dat de door u en ons getekende verklaringen geen betrekking hebben op de zes te plaatsen windmolens aan de Robbenplaatweg in de Eemshaven.
U heeft gezegd, dat u afstand doet van al uw rechten uit die verklaringen, ingeval u een 1/6 deel van de winst voor belastingen van de onderneming, die de 6 windturbines exploiteert, ontvangt.
Uiteindelijk, na veel wikken en wegen, hebben wij besloten accoord te gaan met uw voorstel."
1.6 Project 1998 is niet gerealiseerd omdat Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen (GS) weigerden een verklaring van geen bezwaar af te geven. GS wilden, in plaats van allerlei verschillende windmolenprojecten, een totaalplan voor de bouw van een groot aantal windmolens in de Eemshaven.
Inmiddels hadden Koop Tjuchem en Essent (later Millenergy) een dergelijk totaalplan ontwikkeld dat de goedkeuring van GS kon wegdragen.
1.7 In het najaar van 2001 is tussen Millenergy en [geïntimeerde] overleg gestart over deelneming van [geïntimeerde] in het door Millenergy in de Eemshaven te realiseren windmolenpark. Dit overleg is in 2003 definitief beëindigd.
1.8 [geïntimeerde] en [geïntimeerde] hebben vervolgens overlegd met Groningen Seaports om in aanmerking te komen voor een van de locaties voor windmolens in de Eemshaven. Aan hen zijn in 2005 door Groningen Seaports opstalrechten verleend voor de bouw van drie windmolens (Project 2005), met als locatie de dijk aan de Robbenplaatweg.
1.9 Het Project 2005 voorziet in een ander aantal, ander type en merk windmolens met een ander vermogen dan het Project 1998.