ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8776
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- M. Kuiper
- A. Janse
- H. Hofstee
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medicamenteuze behandeling van minderjarige met ADHD en ODD
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een kort geding waarin de appellante, de moeder van een minderjarige, vervangende toestemming vroeg voor een medicamenteuze behandeling van haar kind, dat gediagnosticeerd was met ADHD en ODD. De zaak volgde op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in de rechtbank Leeuwarden, die de vordering van de moeder had afgewezen. De moeder stelde dat er dringend behoefte was aan medicatie, terwijl de vader, de geïntimeerde, bezwaar maakte tegen het toedienen van medicijnen aan hun kind en pleitte voor alternatieve behandelingen.
De feiten van de zaak zijn als volgt: het kind, geboren in 2003, had ernstige gedragsproblemen die waren vastgesteld door verschillende instanties, waaronder CEDIN en Accare. Deze instanties adviseerden een medicamenteuze behandeling. De vader had aanvankelijk bezwaar gemaakt tegen deze behandeling, maar in hoger beroep erkende hij de diagnose, maar bleef hij tegen de voorgestelde medicatie. Het hof oordeelde dat de noodzaak voor medicatie evident was, gezien de conclusies van de rapporten van zowel CEDIN als Accare, en dat de bezwaren van de vader niet opwegen tegen de dringende behoefte aan behandeling.
Het hof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter, verleende de gevraagde vervangende toestemming voor de medicamenteuze behandeling en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beslissing benadrukte het belang van de gezondheid van het kind en de noodzaak van een adequate behandeling, waarbij medicatie als een essentieel onderdeel werd gezien, naast andere vormen van hulp.