ECLI:NL:GHLEE:2010:BN9681
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Janse
- A. Zandbergen
- M. Wind
- Rechtspraak.nl
Aanneming en de vraag naar de sluiting van overeenkomsten tussen partijen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om de vraag of er een overeenkomst was gesloten tussen twee partijen of dat er twee afzonderlijke overeenkomsten waren gesloten. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.E. van Uitert, en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. J.M. Pol, stonden tegenover elkaar in een hoger beroep na een eerdere uitspraak. Het hof heeft op 5 oktober 2010 arrest gewezen, waarbij het vonnis waarvan beroep werd vernietigd. De vordering van de geïntimeerde werd afgewezen, terwijl de vordering van de appellant werd toegewezen. De geïntimeerde werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. De appellant had terugbetaling gevorderd van een bedrag dat hij aan de geïntimeerde had voldaan, maar deze vordering werd afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing.
Het hof oordeelde dat de verklaringen van de partijen en getuigen niet voldoende bewijs opleverden voor de stelling van de geïntimeerde dat er een afzonderlijke overeenkomst tot stand was gekomen. De verklaring van de geïntimeerde dat hij geen afspraak met de appellant had gemaakt, droeg niet bij aan het bewijs van zijn vordering. Het hof concludeerde dat de feitelijke grondslag van de oorspronkelijke conventionele vordering niet was komen vast te staan, en dat deze vordering moest worden afgewezen. De appellant had zijn vordering deugdelijk onderbouwd met een inspectierapport en gespecificeerde schadeberekeningen, terwijl de geïntimeerde zijn verweer niet voldoende had gemotiveerd. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en veroordeelde hem tot betaling van een bedrag van € 16.835,67, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 januari 2008.