ECLI:NL:GHLEE:2010:BN9986
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P. Koolschijn
- J. Hielkema
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onvoldoende bewijs van mishandeling van levensgezel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor mishandeling van zijn levensgezel, maar heeft hoger beroep aangetekend. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf, maar de verdachte heeft tijdig en op de juiste wijze beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte verklaard dat hij de verdachte ter terechtzitting verdedigt. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 30 uren en heeft ook vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke gevangenisstraffen ingediend.
Het hof heeft de getuigenverklaringen van het vermeende slachtoffer en andere getuigen in overweging genomen. Het vermeende slachtoffer heeft verklaard dat zij geen aangifte heeft gedaan en dat zij niet door de verdachte is geslagen. Er was sprake van een worsteling, maar het letsel dat zij had opgelopen was niet opzettelijk door de verdachte veroorzaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de getuigen onvoldoende concreet waren om de overtuiging te krijgen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde mishandeling. Tevens heeft het hof de vorderingen tot tenuitvoerlegging van de eerdere gevangenisstraffen afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was aan het hem ten laste gelegde feit. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.