ECLI:NL:GHLEE:2010:BO1454
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Melssen
- A. Garos
- J. Feunekes
- Rechtspraak.nl
Gezag over minderjarigen en de impact van PDD-NOS op ouderschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagskwesties van twee minderjarigen, [het kind] en [het kind 2]. De moeder, hierna aangeduid als appellante, had in eerste aanleg verzocht om alleen het gezag over de kinderen te verkrijgen, terwijl de vader, aangeduid als geïntimeerde, het verzoek bestreed. De rechtbank Groningen had eerder op 18 augustus 2009 bepaald dat de ouders gezamenlijk gezag over de kinderen zouden uitoefenen, maar de moeder was van mening dat de vader, die al vier jaar uit beeld was, niet in staat was om een positieve rol in het leven van de kinderen te spelen. Ze voerde aan dat de vader PDD-NOS had, wat haar zorgen over de opvoeding en het welzijn van de kinderen vergrootte.
Tijdens de zitting op 24 augustus 2010 werd duidelijk dat de communicatie tussen de ouders niet optimaal was, maar het hof oordeelde dat dit op zichzelf niet voldoende was om het gezag aan de moeder alleen toe te kennen. Het hof benadrukte dat het gezamenlijk gezag in het belang van de kinderen was, en dat de moeder niet kon stellen dat de vader niet betrokken was bij de opvoeding zonder dat dit ook gevolgen had voor de ontwikkeling van de kinderen. Het hof concludeerde dat de moeder niet had aangetoond dat het in het belang van de kinderen was om het gezag aan de vader te ontnemen.
De beslissing van het hof was om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, waarbij het hof ook opmerkte dat de ouders zich zouden moeten richten tot een onafhankelijke derde om de communicatie te verbeteren. Het hof stelde dat het belangrijk was dat de vader een rol in het leven van de kinderen bleef spelen, ondanks de zorgen van de moeder. De uitspraak benadrukt de noodzaak van samenwerking tussen ouders na een scheiding, vooral als het gaat om de opvoeding van minderjarigen.