ECLI:NL:GHLEE:2010:BO2618

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002641-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan overtuigend bewijs in mishandelingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1982 en woonachtig in [woonplaats], was beschuldigd van mishandeling van het slachtoffer, [slachtoffer], op een festival in de nacht van 29 op 30 augustus 2009. Het slachtoffer werd rond 02.15 uur met verwondingen aan het hoofd en pijn aan de neus en mond bij de EHBO-post binnengebracht. De verdachte ontkende de mishandeling en werd gesteund door verklaringen van drie getuigen, die wezen op de inconsistenties in de belastende verklaringen van twee andere getuigen.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken. Het hof heeft het dossier en de verklaringen zorgvuldig bestudeerd en geconcludeerd dat de belastende verklaringen niet overtuigend genoeg waren om tot een veroordeling te komen. De verklaringen van de getuigen die de verdachte steunden, waren dermate afwijkend van de belastende verklaringen dat het hof niet de overtuiging kon krijgen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd.

Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde mishandeling. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. O. Anjewierden als voorzitter fungeerde, samen met mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. F.W.J. den Ottolander. De griffier van het hof was mr. M.J. Schulte, terwijl mr. Den Ottolander buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002641-09
Parketnummer eerste aanleg: 19-620828-09
Arrest van 29 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 19 oktober 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde feit.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
verdachte op of omstreeks 30 augustus 2009, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend [slachtoffer], tegen het hoofd, althans tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze werd gewond en/of pijn ondervond.
Vrijspraak
Uit de inhoud van het dossier en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen leidt het hof de navolgende zaken af.
Verdachte bevond zich in de nacht van zaterdag 29 augustus 2009 op zondag 30 augustus 2009 op een festival te [plaats]. Wanneer het festival ten einde loopt wordt het slachtoffer, [slachtoffer], rond 02.15 uur binnengebracht bij de EHBO-post met verwondingen aan het hoofd en een pijnlijke neus en mond. Aangever [slachtoffer] kan zich van de mishandeling niets herinneren. Er zijn twee belastende verklaringen afgelegd tegen verdachte. Daarbij wijst één van de getuigen verdachte aan als dader. Tegenover de twee belastende verklaringen staat de ontkennende verklaring van verdachte, die wordt ondersteund door de verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3]. De verklaringen van deze drie getuigen omtrent het verloop van de gebeurtenissen verschillen zozeer van die van de andere twee getuigen, dat het hof op grond van de wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging heeft bekomen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
Het hof zal verdachte dan ook vrijspreken van het hem ten laste gelegde feit.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. F.W.J. den Ottolander, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Den Ottolander buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.