Parketnummer: 24-001168-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-753595-09
Arrest van 26 november 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 3 mei 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, heeft maatregelen opgelegd en heeft beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren, en tot een werkstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2], [benadeelde 3], [benadeelde 4] en [benadeelde 5] in zijn geheel hoofdelijk zal toewijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (school)gebouw heeft weggenomen een (aantal) computer(s) (merk: Hewlett Packard) en/of een beamer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het [straat] en/of de [straat] en/of de [straat] en/of het [straat] en/of het [straat], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen diverse goederen, te weten:
- een (personen)auto (merk: Toyota Starlet), toebehorende aan [benadeelde 4], en/of
- een (personen)auto (merk: Suzuki Alto), toebehorende aan [persoonsnaam], en/of
- een (personen)auto (merk: Volkswagen Golf), toebehorende aan [persoonsnaam], en/of
- een (personen)auto (merk: Opel Corsa), toebehorende aan [benadeelde 1], en/of
- een (personen)auto (merk: Suzuki Alto), toebehorende aan [benadeelde 3], en/of
- een (personen)auto (merk: Peugeot 205), toebehorende aan [benadeelde 2], en/of
- een brommobiel (merk: Ligier, type: Nova), toebehorende aan [benadeelde 5],
welk geweld bestond uit
- het forceren en/of beschadigen van een (aantal) slot(en) en/of een (aantal) ruit(en), althans het vernielen, van voornoemd(e) voertuig(en), en/of
- het wegmaken van een/diverse goed(eren) uit voornoemd(e) voertuig(en), en/of
- het beschadigen van het interieur en/of het vernielen en/of het onbruikbaar maken van voornoemde brommobiel;
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (vanaf een bouwplaats) een stroomverdeelkast/schakelkast en/of (uit een nieuwbouwflat) een kachel en/of scharnieren en/of hang- en sluitwerk, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een schoolgebouw heeft weggenomen een aantal computers (merk: Hewlett Packard) en een beamer, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak;
2.
hij in de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met anderen, op of aan de openbare weg, het [straat] en de [straat] en de [straat] en het [straat] en het [straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen diverse goederen, te weten:
- een personenauto (merk: Toyota Starlet), toebehorende aan [benadeelde 4], en
- een personenauto (merk: Suzuki Alto), toebehorende aan [persoonsnaam], en
- een personenauto (merk: Volkswagen Golf), toebehorende aan [persoonsnaam], en
- een personenauto (merk: Opel Corsa), toebehorende aan [benadeelde 1], en
- een personenauto (merk: Suzuki Alto), toebehorende aan [benadeelde 3], en
- een personenauto (merk: Peugeot 205), toebehorende aan [benadeelde 2], en
- een brommobiel (merk: Ligier, type: Nova), toebehorende aan [benadeelde 5],
welk geweld bestond uit
- het forceren en/of beschadigen van een aantal sloten en een ruit van voornoemde voertuigen en
- het wegmaken van diverse goederen uit voornoemde voertuigen en
- het beschadigen van het interieur en het vernielen en het onbruikbaar maken van voornoemde brommobiel;
3.
hij in de periode van 21 november 2008 tot en met 23 november 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen vanaf een bouwplaats een stroomverdeelkast en uit een nieuwbouwflat een kachel en scharnieren en hang- en sluitwerk, toebehorende aan [bedrijf]
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2.
openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen;
3.
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in de periode van 21 tot en met 23 november 2008 samen met anderen ingebroken in een school en daar elektronische artikelen weggenomen. Tevens heeft hij in dezelfde periode samen met anderen vanaf een bouwplaats goederen weggenomen. Verder heeft hij in die periode samen met anderen een zevental voertuigen beschadigd, onder andere door met een schroevendraaier de sloten van auto's te beschadigen en door een brommobiel te kantelen. Verdachte heeft door zijn handelen een inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de eigenaren van de goederen die hij heeft gestolen. Voorts heeft verdachte voor veel schade en overlast gezorgd voor de gebruikers van de voertuigen die hij heeft beschadigd.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 14 september 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest.
Het hof heeft voorts acht geslagen op een verdachte betreffend reclasseringsadvies
d.d. 23 februari 2010, waaruit - voor zover hier van belang - blijkt dat verdachte vanaf juni 2009 vrijwillig opgenomen is in zorginstelling Hoeve Boschoord te Boschoord, waar hij nog steeds verblijft. De behandeling is net op gang gekomen en men wil hem daar graag een tijd houden. Verdachte, zeer gesteld op zijn autonomie, wil er waarschijnlijk sneller weg dan goed voor hem is. Een langer durend verblijf in Boschoord zou, gezien de al jarenlang bestaande problematiek, wenselijk zijn. Zo lang hij in Hoeve Boschoord verblijft lijkt er weinig kans op recidive. Geadviseerd wordt verdachte een verplicht reclasseringscontact op te leggen.
Uit de informatie die het hof ter zitting van de persoonlijk begeleider van verdachte heeft gekregen, blijkt dat bij verdachte inmiddels sprake is van een groeiend probleembesef. Hij zou thans, anders dan voorheen, gemotiveerd zijn om met die problemen "aan de slag te gaan?.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met daaraan als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht verbonden, en daarnaast een werkstraf van 200 uren, een passende en noodzakelijke bestraffing is. De voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf dient tevens als stok achter de deur, teneinde te voorkomen dat verdachte opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten zal begaan. Het reclasseringstoezicht dient om verdachte ook in de toekomst te voorzien van hulp, begeleiding en toezicht, teneinde recidive te voorkomen.
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 1] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg volledig is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot een bedrag van € 125,-.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn mededaders) kan worden toegerekend. Verdachte heeft de vordering niet betwist. De vordering van
€ 125,- zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat indien dit bedrag door één van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer, [benadeelde 1], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van
€ 125,- die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal het hof voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 2] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg volledig is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot een bedrag van € 222,65.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn mededaders) kan worden toegerekend. Verdachte heeft de vordering niet betwist. De vordering van
€ 222,65 zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat indien dit bedrag door één van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer, [benadeelde 2], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van
€ 222,65, die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal het hof voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde 3]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 3] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg volledig is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot een bedrag van € 63,82.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn mededaders) kan worden toegerekend. Verdachte heeft de vordering niet betwist. De vordering van
€ 63,82 zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat indien dit bedrag door één van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer, [benadeelde 3], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van
€ 63,82, die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal het hof voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde 4]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde 4] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg volledig is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot een bedrag van € 110,43.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn mededaders) kan worden toegerekend. Verdachte heeft de vordering niet betwist. De vordering van
€ 110,43 zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat indien dit bedrag door één van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer, [benadeelde 4], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van
€ 110,43 die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal het hof voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
[benadeelde 5]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 5] zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg deels is toegewezen en deels niet-ontvankelijk is verklaard en dat [benadeelde 5] zich binnen de grenzen van zijn eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot een bedrag van € 3903,18.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn mededaders) kan worden toegerekend. Het hof zal de vordering toewijzen nu deze voldoende is onderbouwd en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt. De vordering van € 3903,18 zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat indien dit bedrag door één van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer, [benadeelde 5], naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van
€ 3903,18 die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal het hof voormeld bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 57, 141, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tweehonderd uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van honderd dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [plaats], tot een bedrag van honderdvijfentwintig euro, met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van honderdvijfentwintig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [plaats], met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweehonderdtweeëntwintig euro en vijfenzestig cent, met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweehonderdtweeëntwintig euro en vijfenzestig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [plaats], tot een bedrag van drieënzestig euro en tweeëntachtig cent, met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieënzestig euro en tweeëntachtig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], wonende te [plaats], met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 4], wonende te [plaats], tot een bedrag van honderdtien euro en drieënveertig cent, met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van honderdtien euro en drieënveertig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4], wonende te [plaats], met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 5], wonende te [plaats], tot een bedrag van drieduizend negenhonderddrie euro en achttien cent, met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieduizend negenhonderddrie euro en achttien cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5], wonende te [plaats], met dien verstande, dat indien een mededader van de veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van negenenveertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en
mr. J.F. Aalders, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier, zijnde
mr. J.F. Aalders en de griffier buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.