ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8404
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- O. Anjewierden
- G.J. Niezink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging en medeplegen van mishandeling na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging en subsidiair medeplegen van mishandeling. De politierechter had een straf opgelegd en een maatregel getroffen, maar de verdachte ging hiertegen in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van de ten laste gelegde feiten en de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zou verklaren.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en geoordeeld dat de betrokkenheid van de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De tenlastelegging betrof geweldpleging op 1 oktober 2007, waarbij de verdachte samen met anderen openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen de benadeelde partij. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hem ten laste gelegde feiten, en heeft hem derhalve vrijgesproken.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de benadeelde partij, die zich in de eerste aanleg had gevoegd, niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering, gezien de vrijspraak van de verdachte. Het hof heeft bepaald dat de benadeelde partij de kosten van het geding dient te dragen, welke tot op heden op nihil zijn begroot. Deze uitspraak markeert een belangrijke beslissing in het strafrecht, waarbij de rechten van de verdachte en de eisen van bewijsvoering centraal staan.