ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8415

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001886-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging zware mishandeling en bedreiging met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1961 en wonende in [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. D.C. Keuning. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van zowel de poging tot zware mishandeling als de bedreiging met geweld. De officier van justitie ging hiertegen in hoger beroep, waarbij hij een gevangenisstraf van twee maanden eiste, met verbeurdverklaring van het fietsslot dat in beslag was genomen.

De tenlastelegging betrof een incident op 11 februari 2008, waarbij de verdachte met een kettingslot een dreigende beweging zou hebben gemaakt naar verbalisant [verbalisant 1]. De verdachte ontkende echter deze beweging te hebben gemaakt en verklaarde dat hij het slot enkel om zijn nek had hangen om zijn fiets op slot te doen. Getuige [getuige] bevestigde de verklaring van de verdachte, wat leidde tot de conclusie dat het opzet ontbrak.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de verbalisanten en de getuige niet voldoende bewijs boden voor de tenlastelegging. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde. Tevens werd de teruggave van het in beslag genomen fietsslot gelast, aangezien er geen belang van de strafvordering was dat zich daartegen verzette.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001886-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-670061-08
Arrest van 17 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 9 juli 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1961] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. D.C. Keuning, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, heeft beslist op het in beslag genomen goed en heeft het - geschorste - bevel voorlopige hechtenis opgeheven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met aftrek van de tijd doorgebracht in verzekering en in voorlopige hechtenis, en het fietsslot verbeurd zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 februari 2008, in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [verbalisant 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een kettingslot, althans met een hard voorwerp, een zwaaiende beweging heeft gemaakt naar en/of in de richting van en/of in de directe nabijheid van het hoofd en/of de hals, althans het lichaam, van die [verbalisant 1], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 11 februari 2008, in de gemeente [gemeente], een persoon, genaamd
[verbalisant 1], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een kettingslot, althans met een hard voorwerp, een zwaaiende beweging gemaakt naar en/of in de richting van en/of in de directe nabijheid van het hoofd en/of de hals, althans het lichaam, van die [verbalisant 1].
Vrijspraak
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben beiden verklaard dat verdachte op
11 februari 2008 met een fietsslot een zwaaiende beweging in de richting van verbalisant [verbalisant 1] heeft gemaakt. Verdachte heeft verklaard dat hij het kettingslot om zijn nek had hangen en vervolgens dit slot van zijn nek pakte om de fiets, waarmee hij eerder was komen aanfietsen, mee op slot te doen. Verdachte ontkent met het slot een zwaaiende beweging te hebben gemaakt, hetgeen gesteund wordt door de verklaring van getuige [getuige]. Getuige [getuige] heeft verklaard dat hij zag dat verdachte zijn rechterhand met daarin een fietskettingslot omhoog bracht, dat de ketting naar beneden bleef hangen en dat verdachte niet met de ketting heeft geslagen.
Het hof acht de toedracht van de verdachte omtrent het ter hand nemen van het fietskettingslot aannemelijk, zodat het hof daarvan uit gaat. Dit leidt tot de conclusie dat de ten laste gelegde opzet op zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde ontbreekt en dat daarom vrijspraak moet volgen.
Teruggave
Het hof zal de teruggave gelasten aan de verdachte van het in beslag genomen fietsslot nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, voor zover aan het beroep onderworpen, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
gelast de teruggave aan verdachte van:
- Fietsslot.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier, zijnde mr. O. Anjewierden en mr. G.J. Niezink buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.