ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1951

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000845-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • S. Zwerwer
  • G.M. Meijer-Campfens
  • W.F. van Zant
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens rijden met ongeldig rijbewijs en eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, was eerder veroordeeld voor het rijden onder invloed en het rijden met een ongeldig rijbewijs. De verdachte werd beschuldigd van het rijden in een auto terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het rijden met een ongeldig rijbewijs, en oordeelde dat de verdachte strafbaar was. De straf werd gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij mr. S. Zwerwer als voorzitter fungeerde. De uitspraak is gedaan naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en het onderzoek in eerste aanleg.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000845-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-754910-09
Arrest van 25 januari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 26 januari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 juni 2009, te of bij [plaats], (in elk geval) in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 11 juni 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het rijden in een personenauto, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hij heeft zich niets aangetrokken van de jegens hem genomen maatregel van ongeldigverklaring.
Uit het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie
d.d. 26 november 2010 blijkt dat verdachte meermalen ter zake van het rijden onder invloed en het rijden in een motorvoertuig, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, is veroordeeld. De straffen hebben verdachte er niet van weerhouden opnieuw een bepaling van de Wegenverkeerswet 1994 te overtreden.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de - door de advocaat-generaal gevorderde en door de rechter in eerste aanleg opgelegde (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf - een passende en noodzakelijke bestraffing is.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van twee weken, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. W.F. van Zant, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.