ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7548
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs
Op 15 maart 2011 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die in hoger beroep was gekomen tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf en had een straf opgelegd gekregen, maar ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, waardoor het hof verstek verleende. De advocaat-generaal vorderde dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en een geldboete van € 220,- zou opleggen, subsidiair 4 dagen hechtenis. Tevens werd gevorderd de vordering van de benadeelde partij volledig toe te wijzen.
Het hof heeft echter op basis van de inhoud van het dossier geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De tenlastelegging betrof het wederrechtelijk dwingen van een persoon door middel van geweld of bedreiging, waarbij de verdachte en/of zijn mededader een laptop onder zich hielden en eisten dat er € 200,- betaald zou worden voor de teruggave. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet overtuigend kon worden beschuldigd van het hem ten laste gelegde feit.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Tevens is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel werd opgelegd. De kosten van het geding zijn op nihil begroot. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, met mr. O. Anjewierden als voorzitter, en mr. J. Hielkema en mr. J.H. Kuiper als leden, in aanwezigheid van griffier H. Pool.