ECLI:NL:GHLEE:2011:BP8919

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000116-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor rijden onder invloed met eerdere veroordelingen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1966, was op 24 februari 2009 betrokken bij een aanrijding als bestuurder van een personenauto. Hij reed achterop een stilstaande auto die een fietser de gelegenheid gaf om over te steken. Tijdens het onderzoek bleek dat de verdachte onder invloed van alcohol was, met een ademalcoholgehalte van 295 microgram per liter lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. De verdachte had eerder al drie keer onherroepelijk een veroordeling voor een soortgelijk feit gekregen.

De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf. De verdachte ging hiertegen in hoger beroep, waarbij zijn raadsman verklaarde dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde een geldboete van € 450,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden, met een subsidiaire hechtenis van negen dagen indien de boete niet betaald zou worden.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de tenlastelegging bewezen en kwalificeerde het als een overtreding van artikel 8, tweede lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte werd als strafbaar beschouwd, zonder strafuitsluitingsgronden. Het hof heeft de straf bepaald op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 450,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000116-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-017705-09
Arrest van 23 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 juni 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. H.A. de Boer, advocaat te Sneek.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 450,-, subsidiair 9 dagen hechtenis en hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen zal ontzeggen voor de duur van 4 maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 februari 2009 te of bij [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 295 microgram, in ieder geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 24 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 295 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte is op 24 februari 2009 als bestuurder van een personenauto betrokken geraakt bij een aanrijding met een andere auto. Verdachte is achterop zijn voorganger gereden, terwijl die stilstond om een fietser de gelegenheid te geven om de weg over te steken. Gebleken is dat verdachte in beschonken toestand achter het stuur zat. Uit de justitiële documentatie is voorts gebleken dat verdachte driemaal eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
Gelet op voornoemde strafverzwarende omstandigheden, acht het hof de in eerste aanleg opgelegde straf passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vierhonderdvijftig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van negen dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
ontzegt aan de veroordeelde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van vier maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G. Dam, voorzitter, mr. L.T. Wemes en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier.