Parketnummer: 24-000709-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-670017-07 en 18-652508-07
Arrest van 4 mei 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 10 maart 2008 in de oorspronkelijk onder de parketnummers 18-670017-07 en 18-652508-07 afzonderlijk aangebrachte, maar ter terechtzitting in eerste aanleg gevoegde strafzaken, hierna te noemen respectievelijk zaak A en zaak B, tegen:
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in [verblijfplaats],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. V.P.J. Tuma, advocaat te Amersfoort.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis, in de gevoegde zaken, wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het onbeperkt ingestelde hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak van het in zaak A onder 2 en in zaak B onder 1 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, dat de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen en dat schadevergoedingsmaatregelen zullen worden opgelegd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
zaak A:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2005 tot en met 28 februari 2006, in de gemeente [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3], in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
A
een ander, genaamd [benadeelde 1] door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [benadeelde 1] heeft/hebben (aan)geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 1] (sub 1),
B
die [benadeelde 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen of bewogen zich
beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [benadeelde 1], zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
C
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 1]
(sub6),
D
die [benadeelde 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen dan wel heeft/hebben bewogen verdachte en/of verdachtes mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 1]) seksuele handelingen met of voor een derde (sub 9)
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die dreiging met geweld en/of die andere feitelijkheid en/of dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie en/of dat voordeel trekken (onder meer) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- met die [benadeelde 1] een (seksuele) relatie is aangegaan, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij anders was dan andere meisjes en/of dat zij speciaal voor hem verdachtes mededader was, en/of dat hij, verdachtes mededader, niet zonder haar kon en/of dat hij, verdachtes mededader, die [benadeelde 1] cadeaus gaf en/of alles voor haar, [benadeelde 1], zou doen, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachtes mededader, schadevergoeding moet betalen en/of dat hij, verdachtes mededader, veel geld nodig had en/of (vervolgens) tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij, [benadeelde 1], het maximale bedrag, te weten 5000 euro, moest proberen op te nemen/te krijgen/te lenen en/of dat hij, verdachtes mededader, (vervolgens) 4400 euro, althans een groot geldbedrag, van die [benadeelde 1] heeft ontvangen/opgeëist, en/of (vervolgens) hij, verdachte, dat geldbedrag heeft omgewisseld, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat een vriend van hem, verdachtes mededader, was doodgeschoten in verband met cocaïne en/of heroïne, althans drugs, en/of dat die vriend zijn, verdachtes mededader, naam had genoemd en/of dat hij, verdachtes mededader, en/of zijn mededader(s) met Chinezen een deal had gesloten dat als hij, verdachtes mededader hen, die Chinezen, geld zou geven, zij hem, met rust zouden laten en/of dat zijn, verdachtes mededaders, leven op het spel stond en/of dat hij anders vermoord zou worden, en/of
- aan die [benadeelde 1] had(den) gevraagd of zij voor hem, verdachtes mededader, en/of zijn mededader(s) in de prostitutie wilde werken, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat als zij ging werken als prostituee de schuld(en) van verdachtes mededader binnen 4 maanden was/waren afbetaald, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij met verdachte, sex mocht/moest hebben en/of (vervolgens) sex met die [benadeelde 1] heeft gehad en/of
- die [benadeelde 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Als ik een vrouw was dan had ik het allang gedaan. Dat is toch allemaal toneelspel" en/of "Is het niets voor jou? Je kunt er veel geld mee verdienen" en/of "Je hebt het ook met [verdachte] gedaan, dus dan kun je het ook wel met een ander doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door een vriend van verdachtes mededader en/of zijn mededader(s), en/of
- die [benadeelde 1] naar een of meer plaatsen heeft/hebben gebracht/doen brengen, alwaar zij als prostituee moest en/of ging werken, en/of
- die [benadeelde 1] al haar verdiensten (in de prostitutie), althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afdragen aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- gedreigd heeft/hebben dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een filmpje op internet zou(den) plaatsen waarop die [benadeelde 1] te zien is dat zij sex heeft met verdachtes mededader, en/of
- (telkens) de werktijden van die [benadeelde 1] heeft/hebben bepaald en/of (telkens) (werk)instructies heeft/hebben gegeven, en/of
- die [benadeelde 1] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden;
3.
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 oktober 2006 tot en met 15 januari 2007, in de gemeente [gemeente 1], in ieder geval in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 2] heeft bewogen tot het aangaan van een of meer schulden en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 2] medegedeeld
- of zij, [benadeelde 2], telefoonabonnementen wilde afsluiten op haar naam, en/of
- dat zij, [benadeelde 2], naar een of meer telefoonwinkels moest gaan waar zij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij zij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en/of dat zij, [benadeelde 2], die meegekregen telefoons aan hem, verdachte, moest afgeven, en/of
- dat hij, verdachte, een vriend had die er voor kon zorgen dat haar gegevens bij de provider(s) zouden worden verwijderd, en/of
- dat zij, [benadeelde 2], niets meer zou horen van de afgesloten abonnementen, en/of
waardoor die [benadeelde 2] (telkens) werd bewogen tot het aangaan van een of meer schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij een of meer telefoonwinkels/providers) en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons aan verdachte;
4.
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 juni 2006 tot en met 24 januari 2007, in de gemeente [gemeente 1], in ieder geval in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 3] heeft bewogen tot het aangaan van een of meer schulden en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 3] medegedeeld
- dat hij, verdachte, schulden had en/of die schulden wilde aflossen door mobiele telefoons te verkopen, en/of
- dat als zij, [benadeelde 3], van hem, verdachte hield, zij hem zou helpen om van zijn, verdachtes, schulden af te komen, en/of
- dat zij, [benadeelde 3], telefoonabonnementen moest afsluiten op haar naam, en/of
- dat hij, verdachte, een vriend had die bij de KPN zou werken en er voor kon zorgen dat haar ([benadeelde 3]) gegevens/naam van de abonnementen zou(den) worden verwijderd, en/of
- dat zij, [benadeelde 3], naar een of meer telefoonwinkels moest gaan waar zij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij zij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en/of dat zij, [benadeelde 3], die meegekregen telefoons aan hem, verdachte, moest afgeven, en/of
waardoor die [benadeelde 3] (telkens) werd bewogen tot het aangaan van een of meer schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij een of meer telefoonwinkels) en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons aan verdachte;
5.
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 augustus 2006 tot en met 30 januari 2007, in de gemeente [gemeente 4] en/of [gemeente 3], in ieder geval in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 4] heeft bewogen tot het aangaan van een of meer schulden en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 4] medegedeeld
- dat hij, verdachte, een systeem had waarbij op een makkelijke manier geld te verdienen was, en/of
- dat hij, verdachte, dit systeem/deze werkwijze met diverse personen had geprobeerd en dat dat goed werkte en/of dat die personen goed geld hadden verdiend, en/of
- dat hij, [benadeelde 4], telefoonabonnementen moest afsluiten op zijn ([benadeelde 4]) naam, en/of
- dat hij, [benadeelde 4], naar een of meer telefoonwinkels moest gaan waar hij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij hij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en/of dat hij, [benadeelde 4], die meegekregen telefoons en/of abonnementen aan hem, verdachte, moest afgeven, en/of
- dat hij, verdachte, kon regelen dat hij, [benadeelde 4], niet hoefde betalen en/of naast de vergoeding van de gemaakte kosten een extra bedrag zou verdienen, en/of
waardoor die [benadeelde 4] (telkens) werd bewogen tot het aangaan van een of meer schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij een of meer telefoonwinkels) en/of tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons aan verdachte;
6.
hij op of omstreeks 24 maart 2006, in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), met kracht bij de keel heeft gepakt en/of tegen de keel/hals heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
zaak B
2.
hij op of omstreeks 1 april 2007, in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 618 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet.
Bewijsoverwegingen/verweren
De raadsman heeft ten aanzien van zaak A, feit 1 vrijspraak bepleit, omdat mensenhandel niet kan worden bewezen. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het hof naar aanleiding van het hoger beroep tegen het bevel gevangenhouding heeft geoordeeld dat er tegen verdachte geen ernstige bezwaren bestonden. Omdat het dossier gelijk is gebleven dient verdachte wegens gebrek aan bewijs te worden vrijgesproken.
Daarnaast heeft de raadsman bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van mensenhandel omdat geen sprake is van medeplegen door verdachte.
De verweren worden verworpen. Het betoog van de raadsman vindt geen steun in het recht. Het hof is niet gebonden aan het eerdere oordeel in de procedure met betrekking tot de voorlopige hechtenis.
De handelingen die verdachte heeft gepleegd zoals die uit de bewijsmiddelen blijken, zijn voldoende voor medeplegen, immers blijkt hieruit dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn broer om [benadeelde 1] in de prostitutie te brengen.
Naast medeplegen van mensenhandel zijn ook de ten laste gelegde oplichtingen wettig en overtuigend bewezen. De aangiften van de opgelichte personen ondersteunen ook elkaar onderling, in die zin dat de modus operandi van verdachte hieruit blijkt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
zaak A:
1.
hij in de periode van 1 december 2005 tot en met 28 februari 2006, in de gemeente [gemeente 1] en [gemeente 2] en [gemeente 3], telkens tezamen en in vereniging met een ander,
A
een ander, genaamd [benadeelde 1] door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding, die [benadeelde 1] heeft (aan)geworven, vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting (in de prostitutie) van die [benadeelde 1],
B
die [benadeelde 1], door een feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten,
C
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [benadeelde 1]
D
die [benadeelde 1], door een andere feitelijkheid of door dreiging met een feitelijkheid en door misleiding heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar ([benadeelde 1]) seksuele handelingen met of voor een derde
bestaande die feitelijkheid en/of die dreiging met een feitelijkheid en die misleiding en dat voordeel trekken hieruit dat verdachte en/of zijn mededader
- met die [benadeelde 1] een relatie is aangegaan, en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij anders was dan andere meisjes en dat hij, verdachtes mededader, niet zonder haar kon en dat hij, verdachtes mededader, die [benadeelde 1] cadeaus gaf en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat hij, verdachtes mededader, schadevergoeding moet betalen en dat hij, verdachtes mededader, veel geld nodig had en vervolgens tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij, [benadeelde 1], het maximale bedrag, te weten 5000 euro, moest proberen te krijgen en dat hij, verdachtes mededader, vervolgens 4400 euro, van die [benadeelde 1] heeft ontvangen, en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat een vriend van hem, verdachtes mededader, was doodgeschoten in verband met cocaïne en heroïne, en dat die vriend zijn, verdachtes mededaders, naam had genoemd en dat hij, verdachtes mededader, met Chinezen een deal had gesloten dat als hij, verdachtes mededader hen, die Chinezen, geld zou geven, zij hem, verdachtes mededader, met rust zouden laten en dat zijn, verdachtes mededaders, leven op het spel stond en dat hij anders vermoord zou worden,
- aan die [benadeelde 1] had gevraagd of zij voor hem, verdachtes mededader, in de prostitutie wilde werken, en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat als zij ging werken als prostituee verdachtes mededaders schuld binnen 4 maanden was afbetaald, en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij met verdachte seks mocht/moest hebben en vervolgens sex met die [benadeelde 1] heeft gehad en/of
- die [benadeelde 1] de woorden heeft toegevoegd: "Als ik een vrouw was dan had ik het allang gedaan. Dat is toch allemaal toneelspel" en "Is het niets voor jou? Je kunt er veel geld mee verdienen" en " Je hebt het ook met [verdachte] gedaan, dus dan kun je het ook wel met een ander doen", en
- tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat zij (in de prostitutie) moest worden ingewerkt door een vriend van verdachtes mededader, en
- die [benadeelde 1] naar plaatsten heeft gebracht/doen brengen, alwaar zij als prostituee moest en ging werken, en
- die [benadeelde 1] al haar verdiensten (in de prostitutie), heeft laten afdragen aan verdachtes mededader en
- gedreigd heeft dat hij, verdachtes mededader, een filmpje op internet zou plaatsen waarop die [benadeelde 1] te zien is dat zij seks heeft met verdachtes mededader;
3.
hij in het tijdvak van 1 oktober 2006 tot en met 15 januari 2007, in de gemeente [gemeente 1], meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 2] heeft bewogen tot het aangaan van schulden en tot de afgifte van mobiele telefoons, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 2] medegedeeld
- of zij, [benadeelde 2], telefoonabonnementen wilde afsluiten op haar naam, en
- dat zij, [benadeelde 2], naar een of meer telefoonwinkels moest gaan waar zij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij zij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en dat zij, [benadeelde 2], die meegekregen telefoons aan hem, verdachte, moest afgeven, en
- dat hij, verdachte, een vriend had die er voor kon zorgen dat haar gegevens bij de providers zouden worden verwijderd, en
- dat zij, [benadeelde 2], niets meer zou horen van de afgesloten abonnementen, en
waardoor die [benadeelde 2] telkens werd bewogen tot het aangaan van schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij telefoonwinkels/providers) en tot de afgifte van mobiele telefoons aan verdachte;
4.
hij in het tijdvak van 1 juni 2006 tot en met 24 januari 2007, in de gemeente [gemeente 1], meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 3] heeft bewogen tot het aangaan van schulden en tot de afgifte van mobiele telefoons, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 3] medegedeeld
- dat hij, verdachte, schulden had en die schulden wilde aflossen door mobiele telefoons te verkopen, en
- dat als zij, [benadeelde 3], van hem, verdachte hield, zij hem zou helpen om van zijn, verdachtes, schulden af te komen, en
- dat zij, [benadeelde 3], telefoonabonnementen moest afsluiten op haar naam, en
- dat hij, verdachte, een vriend had die bij de KPN zou werken en er voor kon zorgen dat haar ([benadeelde 3]) gegevens/naam van de abonnementen zouden worden verwijderd, en
- dat zij, [benadeelde 3], naar telefoonwinkels moest gaan waar zij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij zij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en dat zij, [benadeelde 3], die meegekregen telefoons aan hem, verdachte, moest afgeven, en
waardoor die [benadeelde 3] telkens werd bewogen tot het aangaan van schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij telefoonwinkels) en tot de afgifte van mobiele telefoons aan verdachte;
5.
hij in het tijdvak van 1 augustus 2006 tot en met 30 januari 2007, in de gemeente [gemeente 4] en [gemeente 3], meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, een persoon, te weten [benadeelde 4] heeft bewogen tot het aangaan van schulden en tot de afgifte van mobiele telefoons, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [benadeelde 4] medegedeeld
- dat hij, verdachte, een systeem had waarbij op een makkelijke manier geld te verdienen was, en
- dat hij, verdachte, dit systeem/deze werkwijze met diverse personen had geprobeerd en dat dat goed werkte en dat die personen goed geld hadden verdiend, en
- dat hij, [benadeelde 4], telefoonabonnementen moest afsluiten op zijn ([benadeelde 4]) naam, en
- dat hij, [benadeelde 4], naar telefoonwinkels moest gaan waar hij telefoonabonnementen moest afsluiten waarbij hij dan gratis een (mobiele) telefoon meekreeg, en dat hij, [benadeelde 4], die meegekregen telefoons en abonnementen aan hem, verdachte, moest afgeven, en
- dat hij, verdachte, kon regelen dat hij, [benadeelde 4], niet hoefde betalen en naast de vergoeding van de gemaakte kosten een extra bedrag zou verdienen, en
waardoor die [benadeelde 4] telkens werd bewogen tot het aangaan van een of meer schulden (namelijk door middel van het afsluiten van een of meer contracten/abonnementen bij telefoonwinkels) en tot de afgifte van een of meer mobiele telefoons aan verdachte;
6.
hij op 24 maart 2006, in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), tegen de keel heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
zaak B
2.
hij op 1 april 2007, in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 618 pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld in zaak A onder 1, 3, 4, 5 en 6 en in zaak B onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
zaak A:
feit 1: medeplegen van mensenhandel, meermalen gepleegd;
feit 3, 4 en 5 telkens: oplichting, meermalen gepleegd;
zaak B:
feit 2: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met zijn broer een jonge vrouw er toe gebracht voor hen in de prostitutie te gaan werken. Al het door haar verdiende geld is ingenomen door de broer van verdachte. Door aldus te handelen heeft verdachte samen met zijn broer op mensonterende wijze misbruik gemaakt van het slachtoffer die veelvuldig opgedrongen seksuele contacten met derden diende te ondergaan voor het financiële gewin van verdachte's broer. Wel dient opgemerkt te worden dat de rol van verdachte bij dit feit geringer is dan de rol van verdachtes broer.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting van drie personen. Hij heeft hen ertoe bewogen aan hem telefoons en telefoonabonnementen af te staan. Deze personen hebben hierdoor forse schulden bij de telefoonmaatschappijen gekregen.
Ten gunste van verdachte houdt het hof rekening met het feit dat verdachte niet eerder terzake van enig strafbaar feit is veroordeeld.
Het hof is van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde straf en de door de advocaat-generaal in hoger beroep gevorderde straf geen recht doen aan de ernst van deze feiten.
Voor het misdrijf mensenhandel bestaan voor de rechtspraak geen specifieke oriëntatiepunten ten behoeve van de bepaling van de strafmaat. Er is sprake geweest van meerdere opgedrongen seksuele contacten die het slachtoffer voor het financieel gewin van verdachtes medeverdachte moest ondergaan. Zelfs indien er rekening mee wordt gehouden dat verdachtes rol in de mensenhandel beperkter is in vergelijking met de rol van de medeverdachte, dient een zwaardere gevangenisstraf opgelegd te worden dan de in eerste aanleg opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk.
Mede in aanmerking genomen de na het vonnis van de rechtbank gewijzigde regeling omtrent de voorwaardelijke invrijheidsstelling, is in beginsel een gevangenisstraf van 18 maanden onvoorwaardelijk passend. Nu in hoger beroep sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, zal een korting worden toegepast van 10 % op de op te leggen straf. Het hof zal verdachte daarom veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden.
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en haar vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 15.240,-) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort.
Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar, zulks hoofdelijk, in die zin dat de verdachte jegens de benadeelde partij niet tot vergoeding van dit bedrag is gehouden, voor zover zijn mededader het bedrag reeds heeft voldaan. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
[benadeelde 2]
De benadeelde partij [benadeelde 2] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en haar vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 3.529,-) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort.
Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
[benadeelde 3]
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en haar vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 10.966,80) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort.
Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
[benadeelde 4]
De benadeelde partij korkmaz heeft zich in het geding in eerste aanleg gevoegd en zijn vordering tot schadevergoeding is deels (tot een bedrag van € 3.429,-) toegewezen. De voeging ter zake van het toegewezen deel van de vordering duurt in hoger beroep voort.
Verdachte heeft de vordering niet inhoudelijk en gemotiveerd betwist. De vordering is toewijsbaar. Verdachte wordt tevens veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57, 273f, 300 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van in zaak A onder 2 en in zaak B onder 1 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte in zaak A onder 1, 3, 4, 5 en 6 en in zaak B onder 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als hiervoor vermeld in zaak A onder 1, 3, 4, 5 en 6 en in zaak B onder 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], (zaak A, feit 1) tot een bedrag van vijftienduizend tweehonderdveertig euro;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vijftienduizend tweehonderdveertig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van honderdelf dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], (zaak A, feit 3) tot een bedrag van drieduizend vijfhonderdnegenentwintig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieduizend vijfhonderdnegenentwintig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vijfenveertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], (zaak A, feit 4) tot een bedrag van tienduizend negenhonderdzesenzestig euro en tachtig cent;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tienduizend negenhonderdzesenzestig euro en tachtig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vierennegentig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 4], wonende te [woonplaats], (zaak A, feit 5) tot een bedrag van drieduizend vierhonderdnegenentwintig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van drieduizend vierhonderdnegenentwintig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vierenveertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Greve, voorzitter, mr. L.T. Wemes en mr. G. Dam, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Mulder als griffier, zijnde mr. Greve buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.