Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001760-10
Uitspraak d.d.: 10 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 22 augustus 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1968],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 26 april 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken en een werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. R. Skala, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 29 januari 2008, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer paar schoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat:
een persoon, genaamd [naam], op of omstreeks 29 januari 2008, in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer paar schoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [naam] en/of aan verdachte, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door toen daar een medewerkster van dat winkelbedrijf een of meer vragen te stellen, om de aandacht van de handelingen van die [naam] af te leiden;
2.
zij op of omstreeks 29 januari 2008, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat:
zij op of omstreeks 29 januari 2008, in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een of meer sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die sieraden wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
zij op 29 januari 2008 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen schoenen toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 1]
2.
zij op 29 januari 2008 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen sieraden toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf 2].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde levert op:
telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 29 januari 2008 tezamen en in vereniging met anderen schuldig gemaakt aan winkeldiefstallen. Daardoor heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van anderen en heeft zij overlast en ergernis veroorzaakt voor de betreffende winkeliers. De door verdachte en haar mededaders gepleegde winkeldiefstallen kenmerken zich door raffinement en een zekere mate van professionaliteit. Zo was één van de mededaders in het bezit van een geprepareerde tas welke werd gebruikt om gestolen goederen buiten de winkel te brengen, leidde de ander een verkoopster af en werd de buit van de eerste winkeldiefstal in een in de omgeving staande auto opgeborgen alvorens weer op pad werd gegaan.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld tot verschillende soorten straf voor soortgelijke strafbare feiten.
Voorts houdt het hof rekening met de strafoplegging in de strafzaak jegens verdachte met parketnummer 24-001760-10, welke strafzaak gelijktijdig met de onderhavige strafzaak door het hof is behandeld.
Gelet op het vorenstaande acht het hof een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Het hof ziet evenwel aanleiding om een deel van die gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, teneinde te bevorderen dat verdachte zich niet opnieuw schuldig maakt aan strafbare feiten. Gelet op de forse recidive van verdachte, het raffinement waarmee de feiten zijn gepleegd en het feit dat verdachte zelfs ter terechtzitting nog heeft geprobeerd de verantwoordelijkheid van de strafbare feiten te leggen bij een toen 16-jarige medeverdachte, acht het hof thans een gevangenisstraf van langere duur op zijn plaats dan in eerste aanleg is opgelegd. Door de advocaat-generaal is naast een voorwaardelijke gevangenisstraf een werkstraf gevorderd. Hiervoor ziet het hof geen reden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 4 (vier) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. S. Zwerwer en mr. W.F. van Zant, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Kuiper, griffier,
en op 26 april 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken,
zijnde mr. W.F. van Zant buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.