Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000856-09
Uitspraak d.d.: 18 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 30 januari 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1955],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 4 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde tot een geldboete van 800 euro, subsidiair 16 dagen vervangende hechtenis, waarvan een deel, groot 300 euro voorwaardelijk, subsidiair 6 dagen vervangende hechtenis, met een proeftijd van 2 jaar. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H.J.M. Nijholt, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de maand augustus 2008, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, opzettelijk bij een dier, te weten een hond, pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid van die hond heeft benadeeld, immers heeft hij toen aldaar - die hond (langdurig) gehuisvest in een daarvoor ongeschikte ruimte (douche-ruimte van kleine afmeting, geen / te weinig ventilatie, onhygiënisch) en/of - die hond, welke huidaandoeningen rond de ogen en/of huidaandoeningen op het lichaam en/of te lange nagels had, geen, althans onvoldoende, (diergeneeskundige) verzorging verstrekt en/of doen verstrekken;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 22 augustus 2008 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], als houder van een of meer dieren, te weten een hond, aan dat/die dier(en) de nodige verzorging heeft onthouden, immers heeft hij toen aldaar - die hond (langdurig) gehuisvest in een daarvoor ongeschikte ruimte (douche-ruimte van kleine afmeting, geen / te weinig ventilatie, onhygiënisch) en/of - die hond, welke huidaandoeningen rond de ogen en/of huidaandoeningen op het lichaam en/of te lange nagels had, geen, althans onvoldoende, (diergeneeskundige) verzorging verstrekt en/of doen verstrekken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de maand augustus 2008 in de gemeente [gemeente], zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, de gezondheid van een hond heeft benadeeld, immers heeft hij toen aldaar - die hond langdurig gehuisvest in een daarvoor ongeschikte ruimte (geen ventilatie, onhygiënisch) en - die hond, welke huidaandoeningen rond de ogen en huidaandoeningen op het lichaam en te lange nagels had, geen diergeneeskundige verzorging verstrekt of doen verstrekken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
Een gedraging in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 36, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ten laste van verdachte is bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verwaarlozing van zijn hond. Verdachte heeft zijn hond de noodzakelijke diergeneeskundige verzorging onthouden, tijdens zijn verhuizing, door de hond in een badkamer op te sluiten waar geen ventilatie was. Verder was de aangetroffen ruimte erg onhygiënisch, hetgeen onder meer blijkt uit de urine op de vloer. Bovendien had de hond op diverse plaatsen huidaandoeningen en te lange nagels, waardoor hij moeilijk liep.
Blijkens het uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 10 maart 2011 is verdachte weliswaar eerder met justitie in aanraking geweest, maar is hij niet eerder veroordeeld ter zake van soortgelijke delicten als het onderhavige.
Het hof acht een deels voorwaardelijke geldboete gerechtvaardigd, zodat er ook een stok achter de deur bestaat voor verdachte om zich niet wederom schuldig te maken aan een dergelijk feit. Naar het oordeel van het hof wordt daarmee voldoende recht gedaan aan de feiten en omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze door verdachte en de raadsman ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Het hof ziet daarom geen aanleiding om bij de strafoplegging af te wijken van hetgeen de advocaat-generaal heeft gevorderd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 36 en 121 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 800,00 (achthonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 16 (zestien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de geldboete, groot EUR 300,00 (driehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 5 (vijf) termijnen van 1 maand, elke termijn groot EUR 100,00 (honderd euro).
Aldus gewezen door
mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. G.J. Niezink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D.J. de Vos, griffier,
en op 18 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Niezink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.