ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5159

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
18 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000886-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling met voorwaardelijke werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte is veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling, gepleegd op 17 december 2009. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het dreigen met een mes tegen een gemeenteambtenaar, wat leidde tot grote angst bij het slachtoffer. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf van 40 uren voorstelde, overgenomen en de verdachte een geheel voorwaardelijke werkstraf opgelegd met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit bleek dat de verdachte recent niet meer met justitie in aanraking was gekomen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde als bedreiging met zware mishandeling is gekwalificeerd. De verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zijn meegewogen.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000886-10
Uitspraak d.d.: 18 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 31 maart 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1959],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 4 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit tot een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging en verbeterd lezen van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 17 december 2009 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], [slachtoffer], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte, zich bevindende op enige/korte afstand van die [slachtoffer], opzettelijk een mes dreigend omhooggehouden en/of met dat mes zichtbaar in de hand op die [slachtoffer] afgelopen, althans gedragingen van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 december 2009 te [plaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers is verdachte, zich bevindende op korte afstand van die [slachtoffer], opzettelijk dreigend met een mes zichtbaar in de hand op die [slachtoffer] afgelopen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 17 december 2009 schuldig gemaakt aan bedreiging met zware mishandeling van een gemeenteambtenaar. Hij is met een broodmes in de hand op deze ambtenaar afgelopen. Deze bedreiging heeft op de ambtenaar een dermate grote indruk gemaakt dat hij het huis is uitgevlucht en in zijn auto is gaan zitten, waarna verdachte nog een kerstpakket tegen de auto aan gooide.
In het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof van oordeel dat oplegging van een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, van hierna aan te geven duur, passend en geboden is.
Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 10 maart 2011. Hieruit blijkt dat verdachte recent niet meer met justitie in aanraking is geweest voor enig strafbaar feit. Hierin ziet het hof aanleiding om verdachte een geheel voorwaardelijke werkstraf op te leggen, die tevens dient als stok achter de deur.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de werkstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. G.J. Niezink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D.J. de Vos, griffier,
en op 18 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Niezink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.