De vorderingen van [geïntimeerde sub 2] als oorspronkelijk eiser in conventie in de zaak in eerste aanleg met de nummers 65017/HA ZA 04-595
17. [geïntimeerde sub 2] heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a. De verdeling van de gemeenschap vast te stellen overeenkomstig het voorstel van voornoemde notaris [notaris 2] d.d. 29 januari 2002, met verrekening van de door deze nadien ontvangen baten en gemaakte kosten, alsmede verrekening van de door deze op grond van het vonnis d.d. 17 april 2002 in kort geding aan hem, [geïntimeerde sub 2], gedane betaling;
b. [appellant] en [geïntimeerde sub 1] te veroordelen om mee te werken aan het verlijden van de notariële akte waarin de verdeling van de gemeenschap wordt vastgelegd, zoals bij vonnis zal worden bepaald;
c. hem te machtigen om - bij gebreke van tijdige medewerking door [appellant] of [geïntimeerde sub 1] of beiden - aan de verdeling van de boedel zoals bij vonnis zal worden bepaald, dit vonnis in de plaats te doen stellen van de wilsverklaring en/of wilsverklaringen van de niet aan de verdeling meewerkende gedaagden;
met veroordeling van [appellant] en [geïntimeerde sub 1] in de kosten van het geding.
De vorderingen van [appellant] als oorspronkelijk eiseres in reconventie in de zaak in eerste aanleg met de nummers 65017/HA ZA 04-595
18. [appellant] heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. te bepalen dat [geïntimeerde sub 2] ter zake van rente een bedrag van ƒ 73.848,98 (€ 33.511,21) in de nalatenschappen dient in te brengen;
b. te bepalen dat [geïntimeerde sub 2] ter zake van de verkoop van de boerderij een bedrag van ƒ 743.172,-- (€ 337.236,75) dient in te brengen in de nalatenschappen, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
c. de verdeling van de nalatenschappen als volgt vast te stellen:
[geïntimeerde sub 1] te ontvangen € 12.357,37
[geïntimeerde sub 2] te ontvangen nihil
[appellant] te ontvangen € 121.507,07
althans een verdeling als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
d. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 24.469,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2002 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
e. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 150,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 december 2002 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
f. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 55,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2004 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen;
g. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 2.566,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 1995 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
met veroordeling [geïntimeerde sub 2] in de kosten van het geding in conventie en reconventie.
De beslissing van de rechtbank in de zaak in eerste aanleg met de nummers 65017/HA ZA 04-595
19. De rechtbank heeft in het (eind)vonnis van 17 september 2008 in de zaak met de nummers 65017/HA ZA 04-595 in conventie en in reconventie:
a. de verdeling tussen partijen vastgesteld overeenkomstig het in de rechtsoverwegingen 2.27 tot 2.29 van het genoemde vonnis overwogene;
b [appellant] en [geïntimeerde sub 1] veroordeeld mee te werken aan het verlijden van een notariële akte waarin de verdeling wordt vastgelegd met inachtneming van het bepaalde in de rechtsoverwegingen 2.27 tot 2.29 van het genoemde vonnis;
c. het meer of anders gevorderde afgewezen;
d. de kosten van het geding gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
De vorderingen van [appellant] als oorspronkelijk eiseres in conventie in de zaak in eerste aanleg met de nummers 66178/HA ZA 04-834
20. [appellant] heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. te bepalen dat [geïntimeerde sub 2] ter zake van rente een bedrag van ƒ 73.848,98 (€ 33.511,21) in de nalatenschappen dient in te brengen;
b. te bepalen dat [geïntimeerde sub 2] ter zake van de verkoop van de boerderij een bedrag van ƒ 743.172,-- (€ 337.236,75) dient in te brengen in de nalatenschappen, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
c. de verdeling van de nalatenschappen als volgt vast te stellen:
[geïntimeerde sub 1] te ontvangen € 12.357,37
[geïntimeerde sub 2] te ontvangen nihil
[appellant] te ontvangen € 121.507,07
althans een verdeling als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
d. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 24.469,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2002 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
e. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 150,88, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 december 2002 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
f. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 55,25, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2004 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen;
g. [geïntimeerde sub 2] te veroordelen een bedrag van € 2.566,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 mei 1995 tot de dag der algehele voldoening binnen acht dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis aan haar te voldoen;
met veroordeling [geïntimeerde sub 2] en [geïntimeerde sub 1] in de kosten van het geding.
De vorderingen van [geïntimeerde sub 2] als oorspronkelijk eiser in reconventie in de zaak in eerste aanleg met de nummers 66178/HA ZA 04-834
21. [geïntimeerde sub 2] heeft als zodanig gevorderd de verdeling van de nalatenschap van de ouders te bepalen primair ‘zoals gevorderd in de inleidende dagvaarding in de procedure met rolnummer 04-595/65017 HA ZA’, met afwijzing van hetgeen anders is gevorderd door [appellant], subsidiair met inachtneming van de inbreng van schenkingen zoals begrepen in de transacties d.d. 4 maart 1985 en 22 maart 1985 met respectievelijk [geïntimeerde sub 1] en [appellant] en afwijzing van hetgeen anders is gevorderd door [appellant], met zowel primair en subsidiair veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding.
De beslissing van de rechtbank de zaak met de nummers 66178/HA ZA 04-834
22. De rechtbank heeft in het (eind)vonnis van 17 september 2008 in de zaak met de nummers 66178/HA ZA 04-834 in conventie en in reconventie de vorderingen van elk der partijen afgewezen en de kosten van het geding gecompenseerd in die zin dat elke partij haar eigen kosten draagt.
De door de grieven aan het oordeel van het hof onderworpen vorderingen van [geïntimeerde sub 2] resp. [appellant] als oorspronkelijk eisers
23. Het hof constateert dat door [geïntimeerde sub 2] niet is gegriefd tegen afwijzing door de rechtbank van de in rechtsoverweging 17 onder c. vermelde vordering, zodat de toewijsbaarheid van deze vordering geen deel uitmaakt van de rechtsstrijd in hoger beroep.
24. De door [geïntimeerde sub 2] respectievelijk [appellant] opgeworpen grieven stellen de toewijsbaarheid van de overige vorderingen opnieuw aan orde. Daartoe overweegt het hof het volgende.