ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ6516

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
30 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001016-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het niet gebruiken van de grijze minicontainer voor huisvuil

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 30 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte is beschuldigd van het niet gebruiken van de daarvoor bestemde grijze minicontainer voor het aanbieden van huishoudelijk afval, wat in strijd is met artikel 10.23 van de Wet Milieubeheer. De feiten zijn als volgt: op 22 april 2008 heeft de verdachte een huisvuilzak aan de straat gezet zonder gebruik te maken van de grijze minicontainer, die door de gemeente was aangewezen als inzamelvoorziening voor huishoudelijk restafval. Dit gedrag is in strijd met de Afvalstoffenverordening van de gemeente en heeft geleid tot de veroordeling van de verdachte.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is eerder veroordeeld voor andere strafbare feiten, wat meegewogen is in de beslissing. De advocaat-generaal heeft een geldboete van 90 euro geëist, subsidiair een dag vervangende hechtenis. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging en heeft de geldboete opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. De beslissing is genomen met inachtneming van de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze is begaan, waarbij het belang van bescherming van bodem en milieu is benadrukt.

De toepasselijke wettelijke voorschriften zijn de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, en artikel 10.23 van de Wet milieubeheer. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en heeft de opgelegde straf als passend beschouwd.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001016-09
Uitspraak d.d.: 30 mei 2011
VERSTEK
Arrest van de economische kamer
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Groningen van 12 maart 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1968],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 december 2010 en 16 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake het haar tenlastelegde tot een geldboete van 90 euro, subsidiair een dag vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 22 april 2008, in de gemeente [gemeente], als gebruiker van een perceel aan de [adres], welk perceel behoorde tot een aantal percelen, in de zin van
artikel 9 lid 1 onder a van de Afvalstoffenverordening van de gemeente [gemeente], waarvoor ingevolge artikel 9 lid 2 van genoemde Afvalstoffenverordening, door het college van de gemeente [gemeente] als inzamelvoorziening een grijze minicontainer voor huishoudelijke afvalstoffen, (te weten huishoudelijk restafval) was aangewezen, in strijd
met het bepaalde bij of krachtens artikel 10.23 lid 1 van de Wet milieubeheer en/of artikel 15 lid 1 van genoemde Afvalstoffenverordening, de betreffende afvalstoffen, één of meer huisvuilzak(ken), anders dan via die betreffende inzamelvoorziening heeft aangeboden, namelijk door die huisvuilzak(ken), zonder gebruik te maken van de grijze minicontainer, langs de rijweg te zetten.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 22 april 2008, in de gemeente [gemeente], als gebruiker van een perceel aan de [adres], welk perceel behoorde tot een aantal percelen, in de zin van artikel
9 lid 1 onder a van de Afvalstoffenverordening van de gemeente [gemeente], waarvoor ingevolge artikel 9 lid 2 van genoemde Afvalstoffenverordening, door het college van de gemeente [gemeente] als inzamelvoorziening een grijze minicontainer voor huishoudelijke afvalstoffen, (te weten huishoudelijk restafval) was aangewezen, in strijd met het bepaalde krachtens artikel 10.23 lid 1 van de Wet milieubeheer en artikel 15 lid 1 van genoemde Afvalstoffenverordening, de betreffende afvalstoffen, anders dan via die betreffende inzamelvoorziening heeft aangeboden, namelijk door een huisvuilzak, zonder gebruik te maken van de grijze minicontainer, langs de rijweg te zetten.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 10.23 van de
Wet milieubeheer.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 22 april 2008 een huisvuilzak aan de straat gezet, zonder gebruik te maken van het daarvoor bedoelde inzamelmiddel, namelijk de grijze minicontainer. Het belang van dat voorschrift is de bescherming van bodem en milieu. Door haar handelen heeft verdachte dit belang veronachtzaamd.
Verdachte is, blijkens een uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister
d.d. 31 maart 2011 eerder veroordeeld wegens (andersoortige) strafbare feiten.
Gelet op het vorenstaande acht het hof de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde geldboete een passende straf. Het hof zal die straf dan ook aan verdachte opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 10.23 van de Wet milieubeheer.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 90,00 (negentig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 (één) dag hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 30 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Zijnde mr. Van Stempvoort voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.