Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002417-07
Uitspraak d.d.: 30 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 1 oktober 2007 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 17-840021-07 en 17-885094-07, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1963],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 23 januari 2009, 27 november 2009, 7 mei 2010 en 16 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het hem in de zaak met parketnummer
17/885094-07 tenlastegelegde en het aan hem in de zaak met parketnummer
17/840021-07 onder 1 en 2 tenlastegelegde tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij zal toewijzen tot een bedrag van € 1000,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.R. Rauwerda, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in zaak met parketnummer 17/840021-07 onder 3 tenlastegelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep - voorzover aan het oordeel van het hof
onderworpen - vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt en zal daarom
opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is - voor zover in hoger beroep van belang - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 17-840021-07:
1.
hij op of omstreeks 27 december 2006, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning, te weten een woning gelegen aan of bij de [straat] en in gebruik bij [benadeelde], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte;
2.
hij op omstreeks 24 december 2006, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) in/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Zaak met parketnummer 17-885094-07:
hij op of omstreeks 20 september 2006 te [plaats], gemeente [gemeente], door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte die [benadeelde] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [benadeelde] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte een arm om het middel van die [benadeelde] heeft geslagen (toen zij uit het bed wilde stappen) en/of die [benadeelde] achterover op het bed heeft gedrukt en/of de onderbroek van die [benadeelde] heeft uitgetrokken en/of de benen van die [benadeelde] uit elkaar heeft geduwd en/of (aldus) voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het aan hem in de zaak met parketnummer 17-840021-07 onder 1 en 2 tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer 17-885094-07 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 17-840021-07:
1.
hij op 27 december 2006, te [plaats], in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning, te weten een woning gelegen aan de [straat] en in gebruik bij [benadeelde];
2.
hij op 24 december 2006, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], (met kracht) in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Zaak met parketnummer 17-885094-07:
hij op 20 september 2006 te [plaats], gemeente [gemeente], door geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte die [benadeelde] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [benadeelde] duwde, en bestaande dat geweld hierin dat verdachte een arm om het middel van die [benadeelde] heeft geslagen (toen zij uit het bed wilde stappen) en die [benadeelde] achterover op het bed heeft gedrukt en de onderbroek van die [benadeelde] heeft uitgetrokken en de benen van die [benadeelde] uit elkaar heeft geduwd en aldus voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 17-840021-07 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Het in de zaak met parketnummer 17-840021-07 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Het in de zaak met parketnummer 17-885094-07 bewezenverklaarde levert op:
verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 20 september 2006 zijn toenmalige vrouw - slachtoffer [benadeelde] -verkracht. Verdachte en slachtoffer hadden op dat moment reeds besloten te scheiden. Verdachte verbleef - totdat hij zijn eigen woning toegewezen zou krijgen - in dezelfde woning als het slachtoffer en hun gezamenlijke dochtertje. Verdachte en het slachtoffer sliepen in afzonderlijke slaapkamers. Verdachte verkeerde de bewuste avond sterk onder invloed van alcohol. Verdachte is tegen de wil van het slachtoffer bij haar in bed gaan liggen en heeft haar gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Met zijn handelen heeft verdachte louter toegegeven aan gevoelens van lust, zonder zich daarbij te bekommeren om de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Verdachte heeft een inbreuk op de lichamelijke integriteit en het zelfbeschikkingsrecht van het slachtoffer gemaakt.
Daarnaast is verdachte op 27 december 2006 via een uitzetraampje van de badkamer de woning binnen gegaan van die [benadeelde], terwijl deze [benadeelde] had verklaard dat zij niet wilde dat verdachte haar woning zou betreden. Door dit toegangsverbod te negeren heeft verdachte blijk gegeven van een gebrek aan respect jegens [benadeelde] en een inbreuk gemaakt op de gevoelens van veiligheid die zij in haar eigen woning moet kunnen hebben.
Drie dagen daarvoor - op 24 december 2006 - heeft verdachte [slachtoffer] mishandeld door die [slachtoffer] na een woordenwisseling in het gezicht te slaan. Deze [slachtoffer] heeft daardoor letsel bekomen en pijn ondervonden. Verdachte heeft door dit optreden inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van die [slachtoffer].
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 31 maart 2011 - niet eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Ook heeft het hof kennis genomen van de inhoud van het omtrent verdachte opgemaakte voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland d.d. 30 augustus 2010 en hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep is verklaard door getuige-deskundige de heer [deskundige], begeleider bij Zienn. Hieruit blijkt dat verdachte zijn alcoholgebruik inmiddels - na een kleine terugval - onder controle heeft. De heer [deskundige] heeft naar voren gebracht dat verdachte zelfstandig woont, een actieve houding laat zien en zich steeds vaker onder de mensen begeeft. Verdachte heeft tot voor kort 16 uren per week via Reax gewerkt in een houtzagerij. Voorts blijkt dat verdachte bekend is met psychische en/of psychiatrische problematiek waarvoor hij inmiddels op de juiste medicatie is ingesteld.
Het hof is van oordeel dat het zedendelict, zoals door verdachte is begaan, zodanig ernstig is dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
Met de advocaat-generaal is het hof evenwel van oordeel dat de bestendige positieve ontwikkeling in het leven van verdachte niet onderbroken moet worden. Daarom zal aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur worden opgelegd. Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw acht het hof de bijzondere voorwaarden, zoals opgelegd door de politierechter, niet meer noodzakelijk nu verdachte de komende jaren voldoende zorg en begeleiding van verschillende instanties ontvangt.
Daarnaast zal het hof verdachte veroordelen tot een werkstraf van maximale duur.
Ter terechtzitting heeft zowel getuige-deskundige [deskundige] als de raadsvrouw naar voren gebracht dat een te zware belasting stress opwekt bij verdachte en daarmee een terugval in het oude patroon kan veroorzaken. Mocht blijken dat het voor de verdachte een te grote belasting zou betekenen om deze werkstraf binnen één jaar te volbrengen, dan wijst het hof op de mogelijkheid om deze termijn met een jaar te verlengen overeenkomstig het bepaalde in artikel 22c, derde lid, Wetboek van Strafrecht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 2.500,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 1.000,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het in de zaak met
parketnummer 17-885094-07 bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 138, 242 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht
tegen de vrijspraak van het aan hem in zaak met parketnummer 17/840021-07 onder
3 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 17-840021-07 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 17-885094-07 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 17-840021-07 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 17-885094-07 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en de verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enig in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De benadeelde partij kan in haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Aldus gewezen door
mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 30 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Zijnde mr. Van Stempvoort voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.