Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000311-11
Uitspraak d.d.: 30 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 11 december 2009 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-670192-06, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1974],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis. Voorts heeft de advocaat-generaal de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gevorderd van de gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, de verdachte voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Groningen van 1 augustus 2006, met dien verstande dat het hof deze straf voor een gedeelte van vier maanden ten uitvoer zal leggen en dat verdachte in de plaats daarvan 240 uur werkstraf zal verrichten. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 11 juli 2009, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere traytjes en/of flesjes Flügel en/of een of meerdere lege flessen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [vereniging], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op omstreeks 11 juli 2009, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen traytjes en flesjes Flügel en lege flessen, toebehorende aan het [vereniging].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich, tezamen met een ander, schuldig gemaakt aan diefstal van drank en lege flessen, die waren opgeslagen op het kennelijk gemakkelijk bereikbare buitenterrein van een studentenvereniging. Verdachte heeft erkend het hem ten laste gelegde te hebben begaan en heeft verklaard te begrijpen dat hij zich dient te onthouden van dergelijke inbreuken op andermans eigendommen.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 maart 2011. Daaruit blijkt dat verdachte meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder met name vermogensdelicten, vermoedelijk in aanzienlijke mate samenhangend met middelengebruik van diverse aard. Uit verdachtes documentatie blijkt tevens dat - afgezien van het thans ter beoordeling staande feit - zijn laatste veroordeling plaatsvond naar aanleiding van een op 4 juli 2007 begaan feit, gekwalificeerd als wederspannigheid.
Dit gegeven ondersteunt hetgeen verdachte ter terechtzitting naar voren heeft gebracht over een - voorzichtige - kentering in zijn levensloop. Verdachte beschikt sinds een jaar over een eigen woning. Hij woont samen met zijn vriendin, bij wie geen sprake is van middelen-gebruik. Verdachte staat sinds anderhalf jaar vrijwillig onder - intensief - toezicht en begeleiding van de Verslavingszorg Noord Nederland, hetgeen tevens gecontroleerde afbouw van de door hem nu nog in te nemen methadon inhoudt. Voorts is verdachte door de Sociale Dienst gebudgetteerd ten behoeve van de sanering van zijn schulden. Een dagbesteding is in voorbereiding. Verdachte heeft verklaard thans voor het eerst sinds lange tijd het nodige te verliezen te hebben.
Het vorenstaande geeft het hof geen aanleiding om verdachte voor het bewezen verklaarde een andere straf op te leggen dat in eerste aanleg is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd. Aan verdachte zal derhalve een werkstraf worden opgelegd van na te melden omvang. Genoemde omstandigheden zal het hof echter wel meewegen bij de hierna te nemen beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van de verdachte voorwaardelijk opgelegde veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer te Groningen van 1 augustus 2006, parketnummer 18-670192-06, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan de proeftijd op 30 januari 2008 met een jaar is verlengd. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het hof ziet in de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde - zoals hiervoor weergegeven - evenwel aanleiding om dit slechts voor een gedeelte van vier maanden te doen en de vordering voor het overige af te wijzen.
Voorts zal het hof, in plaats van de tenuitvoerlegging te gelasten van voornoemde vier maanden gevangenisstraf, bepalen dat veroordeelde een taakstraf in de vorm van een werkstraf van te melden dient te verrichten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14g, 14i, 14j, 22c, 22d, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Tenuitvoerlegging
Gelast de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 1 augustus 2006, te weten van: vier maanden gevangenisstraf, te vervangen door een: taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J. Hielkema, voorzitter,
mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. H. Heins, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel, griffier,
en op 30 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J. Hielkema is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.