ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ8954

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000208-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernieling van een ruit van een kerk in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was vervolgd en veroordeeld wegens het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een thermopane ruit van een kerkgebouw op 5 september 2010. De advocaat-generaal had een werkstraf van tien uren geëist, subsidiair vijf dagen jeugddetentie, en daarnaast de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, en heeft daarbij rekening gehouden met eerdere veroordelingen van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van tien uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie indien deze niet naar behoren wordt verricht. De vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde werkstraf is afgewezen, waarbij het hof de huidige persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging heeft genomen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 8 juni 2011.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000208-11
Uitspraak d.d.: 8 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 20 januari 2011 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 17-675846-09, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1995],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een werkstraf van tien uren, subsidiair vijf dagen jeugddetentie, alsmede tot toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk aan verdachte opgelegde werkstraf. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. G.C. Pol, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 5 september 2010 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een (thermopane)ruit van een kerkgebouw/pand (perceel [adres], aldaar), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [gedupeerde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 5 september 2010 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een thermopaneruit van een kerkgebouw (perceel [adres], aldaar), toebehorende aan de [gedupeerde], heeft vernield.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vernielen van een van de thermopaneruiten van een kerk. Hij heeft met dit handelen schade en overlast berokkend aan de gedupeerden en hij heeft er blijk van gegeven destijds onvoldoende respect te hebben voor de eigendomsrechten van die gedupeerden.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf tevens rekening gehouden met het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 12 april 2011, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van een anderssoortig strafbaar feit.
Het hof heeft voorts gelet op hetgeen de verdachte en zijn raadsman ter terechtzitting van het hof hebben aangevoerd met betrekking tot de (ook sinds het verweten strafbare feit opgetreden) persoonlijke omstandigheden van de verdachte en met hetgeen daaromtrent overigens is gebleken uit het strafdossier.
Met name de omstandigheid dat verdachte reeds eerder werd veroordeeld, en dus gewaarschuwd was, maakt dat naar het oordeel van het hof niet kan worden afgezien van oplegging van een onvoorwaardelijke werkstraf van na te melden duur.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de kinderrechter te Leeuwarden van 4 maart 2010, parketnummer 17-675846-09, opgelegde voorwaardelijke werkstraf. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij met name de huidige persoonlijke omstandigheden een rol spelen, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 10 (tien) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 5 (vijf) dagen jeugddetentie.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Leeuwarden van 29 oktober 2010, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Leeuwarden van 4 maart 2010, parketnummer 17-675846-09, voorwaardelijk opgelegde werkstraf.
Aldus gewezen door
mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. M.F.H.M. van Haastert, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 8 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. M.F.H.M. van Haastert is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.