GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001774-09
Uitspraak d.d.: 12 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 5 december 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1977],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 29 juli 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het aan hem onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. K. Kok, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 26 juni 2008, in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee autoradio's, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 27 juni 2008, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mp3-speler en/of twee navigatiesystemen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van genoemd winkelbedrijf, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte toen hij was betrapt en/of meegenomen door die medewerker(s) naar een aparte ruimte bij genoemd winkelbedrijf, heeft getracht weg te komen door een slaande beweging te maken naar die medewerker(s) en/of heeft getracht zich los te rukken van die medewerker(s) die hem toen had(den) vastgegrepen;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 27 juni 2008, in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een mp3-speler en/of twee navigatiesystemen, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, met voormeld oogmerk genoemd winkelbedrijf is binnengegaan en/of (vervolgens) een mp3-speler en/of twee navigatiesystemen uit de winkelvoorraad heeft gepakt en/of onder zich genomen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van dat winkelbedrijf, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte toen hij was betrapt en/of meegenomen door die medewerker(s) naar een aparte ruimte bij genoemd winkelbedrijf, heeft getracht weg te komen door een slaande beweging te maken naar die medewerker(s) en/of heeft getracht zich los te rukken van die medewerker(s) die hem toen had(den) vastgegrepen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 26 juni 2008, in de gemeente [gemeente] met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twee autoradio's toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf];
2.
hij op 27 juni 2008, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mp3-speler en twee navigatiesystemen toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen medewerkers van genoemd winkelbedrijf, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte toen hij was betrapt en meegenomen door één van die medewerkers naar een aparte ruimte bij genoemd winkelbedrijf, heeft getracht weg te komen door een slaande beweging te maken naar één van die medewerkers en heeft getracht zich los te rukken van één van die medewerkers die hem toen hadden vastgegrepen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
diefstal;
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 26 en 27 juni 2008 schuldig gemaakt aan diefstal van twee autoradio's, twee navigatiesystemen en een mp3-speler bij de [bedrijf] te [plaats].
Op 27 juni 2008 heeft hij - nadat hij was betrapt en was meegenomen naar een aparte
ruimte - geweld gebruikt tegen medewerkers en daarmee gedreigd. Verdachte heeft door aldus te handelen inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van voornoemd winkelbedrijf en heeft overlast en ergernis veroorzaakt voor de betreffende winkelier. Daarnaast heeft verdachte een gevoel van onveiligheid bij de betreffende medewerkers te weeg gebracht.
Ten nadele van verdachte spreekt dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 27 juli 2011 in het verleden meermalen ter zake van soortgelijke vermogensdelicten is veroordeeld. De straffen die hem in dat kader zijn opgelegd, hebben hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw dergelijke strafbare feiten te begaan.
Het hof heeft voorts gelet op hetgeen door de verdediging ter terechtzitting van het hof is aangevoerd met betrekking tot de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ook is kennisgenomen van het reclasseringsadvies d.d. 22 juli 2011. Onder meer is gebleken dat in 2008 bij verdachte ADHD is vastgesteld, waarvoor hij is ingesteld op medicatie. Verdachte heeft aangevoerd dat hij inmiddels in rustiger vaarwater is beland. Hij woont samen met zijn vriendin, met wie hij een zoontje heeft, en leeft tegenwoordig zonder gebruik van verdovende middelen. Daarnaast zou verdachte momenteel druk doende zijn een carrière als (internationaal) diskjockey op te bouwen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou grote negatieve gevolgen hebben voor deze positieve wending in het leven van verdachte en zou zijn carrière in de weg staan. In het verlengde hiervan heeft de verdediging de oplegging van een werkstraf aan de verdachte bepleit.
De ernst van de bewezen verklaarde delicten, in combinatie met de hoge mate van recidive, maken echter dat in deze zaak niet kan worden volstaan met de oplegging van een werkstraf, nu die straf onvoldoende recht doet aan de zwaarte van deze strafzaak.
Van belang voor de strafoplegging is voorts dat in deze zaak uitspraak wordt gedaan gelijktijdig met de strafzaken onder parketnummers 24-002115-09, 24-002618-09 en 24-000735-10. Hieruit blijkt dat er niet alleen sprake is van een uitgebreide recidive, maar ook dat er thans een aantal andere zaken ter berechting aan het hof is voorgelegd.
Het hof is op grond van het bovenstaande en uit een oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van het door de verdachte begane strafbare feiten van oordeel dat de oplegging van een gevangenisstraf - zoals door de politierechter opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd - gezien de hiervoor genoemde omstandigheden passend en noodzakelijk is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. B.J.J. Melssen en mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 12 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.