ECLI:NL:GHLEE:2011:BS8958
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Hielkema
- P.J.M. van den Bergh
- J. Dolfing
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van overtreding Wegenverkeerswet 1994 wegens passagiersrol tijdens aanrijding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was beschuldigd van het verlaten van de plaats van een verkeersongeval, waarbij letsel en/of schade was veroorzaakt. De tenlastelegging betrof een overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, dat zich richt tot de bestuurder van een voertuig. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van de aanrijding niet de bestuurder was, maar zich als passagier in de auto bevond. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet onder de reikwijdte van artikel 7 valt, aangezien deze wet zich uitsluitend richt op de bestuurder die civielrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een werkstraf en een ontzegging van de rijbevoegdheid had geëist, verworpen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij de overtreding had begaan. Het hof heeft de wetsgeschiedenis van de Wegenverkeerswet 1994 in overweging genomen en geconcludeerd dat de wetgever met de nieuwe wetgeving een duidelijke scheiding heeft gemaakt tussen de verantwoordelijkheden van bestuurders en passagiers. De verdachte kon niet worden aangemerkt als betrokkene in de zin van de wet, en daarom werd hij vrijgesproken van alle beschuldigingen.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van de rol van de bestuurder in verkeersovertredingen en de juridische bescherming van passagiers in dergelijke situaties. Het hof heeft het vonnis van de eerste rechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.