ECLI:NL:GHLEE:2011:BT1908
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.J.M. van den Bergh
- J. Hielkema
- J. Dolfing
- Rechtspraak.nl
Verhoogde geldboete voor mishandeling van voormalige vriendin na hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, die eerder was veroordeeld voor mishandeling van zijn voormalige vriendin, heeft hoger beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. In eerste aanleg was hem een geldboete van € 450,- opgelegd, subsidiair 9 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal had in het hoger beroep een geldboete van € 450,- gevorderd, maar het hof oordeelde dat deze straf niet in verhouding stond tot de ernst van de mishandeling en de justitiële documentatie van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 14 juni 2010 in de gemeente [gemeente] zijn voormalige vriendin opzettelijk heeft mishandeld door haar een vuistslag tegen het gezicht te geven en haar aan de haren te trekken. Dit leidde tot letsel en pijn bij het slachtoffer. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen in aanmerking genomen en geconcludeerd dat de verdachte de initiator van het geweld was. Gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsmisdrijven, heeft het hof besloten de geldboete te verhogen naar € 750,-, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een hogere geldboete dan in eerste aanleg was opgelegd, wat het hof rechtvaardigde gezien de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.