ECLI:NL:GHLEE:2011:BT1908

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000384-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoogde geldboete voor mishandeling van voormalige vriendin na hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, die eerder was veroordeeld voor mishandeling van zijn voormalige vriendin, heeft hoger beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. In eerste aanleg was hem een geldboete van € 450,- opgelegd, subsidiair 9 dagen vervangende hechtenis. De advocaat-generaal had in het hoger beroep een geldboete van € 450,- gevorderd, maar het hof oordeelde dat deze straf niet in verhouding stond tot de ernst van de mishandeling en de justitiële documentatie van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 14 juni 2010 in de gemeente [gemeente] zijn voormalige vriendin opzettelijk heeft mishandeld door haar een vuistslag tegen het gezicht te geven en haar aan de haren te trekken. Dit leidde tot letsel en pijn bij het slachtoffer. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen in aanmerking genomen en geconcludeerd dat de verdachte de initiator van het geweld was. Gezien de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsmisdrijven, heeft het hof besloten de geldboete te verhogen naar € 750,-, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis.

De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een hogere geldboete dan in eerste aanleg was opgelegd, wat het hof rechtvaardigde gezien de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000384-11
Uitspraak d.d.: 5 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 8 februari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1975],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Huis van Bewaring Zwolle te Zwolle.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof
van 22 augustus 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en veroordeling van verdachte tot een geldboete van € 450,-, subsidiair negen dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. J.J. Lieftink, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 14 juni 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), op/tegen het gezicht/hoofd, in ieder geval op/tegen het bovenlichaam heeft geslagen/gestompt en/of op de grond heeft gegooid/geduwd en/of aan haar haren heeft getrokken/vastgehouden, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 juni 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], op het gezicht heeft gestompt en aan haar haren heeft getrokken, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn voormalige vriendin.
Uit het dossier leidt het hof af dat hij aangeefster op straat op dwingende wijze heeft aangesproken en haar, toen zij niet op zijn vragen wilde ingaan, vervolgens een vuistslag tegen het linkeroog heeft gegeven. In het daarop ontstane handgemeen is aangeefster op pijnlijke wijze op de grond gevallen. Uit haar aangifte, bevestigd door een getuige, blijkt tevens dat verdachte haar hard aan de haren heeft getrokken. Dat aangeefster enige verdedigingshandelingen heeft verricht, doet niet af aan het feit dat, anders dan de raadsman wil doen voorkomen, het incident te wijten is aan het optreden van verdachte en niemand anders dan verdachte daarvan de initiator is geweest.
Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 17 augustus 2011, waaruit blijkt dat verdachte meermalen onherroepelijk veroordeeld is voor - onder meer - misdrijven met een geweldsaspect.
Het hof is van oordeel dat - mede gelet op de landelijk gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting in dergelijke zaken - de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde geldboete van € 450,- onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit, daarbij tevens de relevante documentatie van verdachte in aanmerking nemende. Het hof zal daarom aan verdachte een geldboete opleggen van na te melden hoogte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c, 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel, griffier,
en op 5 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.