ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2247

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
19 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002112-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs bij openlijke geweldpleging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging, gepleegd op 1 januari 2008 in een discotheek. De advocaat-generaal had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, evenals schadevergoeding voor de benadeelde partij. Tijdens de zitting heeft de verdachte erkend een duw te hebben gegeven aan een van de aangevers, maar het hof was van oordeel dat deze duw niet significant genoeg was om te concluderen dat de verdachte had bijgedragen aan de openlijke geweldpleging. Het hof heeft op basis van de beschikbare bewijsstukken niet de overtuiging gekregen dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij is niet ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte is opgelegd. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte is vrijgesproken van de beschuldigingen.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002112-10
Uitspraak d.d.: 19 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 19 december 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 5 september 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd de vordering van de benadeelde partij volledig toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. M.J. van Rooij, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 1 januari 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten discotheek [naam], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde] en/of [slachtoffer], welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig slaan/stompen en/of schoppen/trappen en/of duwen tegen het lichaam van die [benadeelde] en/of [slachtoffer].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Hoewel verdachte ter zitting van het hof heeft erkend dat hij die bewuste avond op een gegeven moment een duw heeft gegeven aan een van de aangevers, is het hof van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
Het hof heeft op grond van de stukken van het strafdossier niet de overtuiging bekomen dat de duw van verdachte een zodanige significante en wezenlijke bedrage heeft geleverd aan de aldaar later gepleegde openlijke geweldpleging jegens aangevers. Het hof zal verdachte derhalve vrijspreken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 123,80. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, terwijl evenmin artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt toegepast, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde], niet ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij deze slechts kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. J. Hielkema, voorzitter
mr. J. Dolfing en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 19 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van Stempvoort, voornoemd, is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.