ECLI:NL:GHLEE:2011:BT6620
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van executeur-testamentair in appel en bewijs van onverschuldigd betaald loon door de curator
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, gaat het om de ontvankelijkheid van de executeur-testamentair in appel en de vraag of de curator onverschuldigd loon heeft betaald aan de erflater. De zaak betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen, waarin de curator betaling van een bedrag van € 20.705,35 had gevorderd van de erflater, die als bedrijfsleidster bij Participatiemaatschappij Solvent Noord Nederland B.V. (PSNN) in dienst was. De rechtbank had geoordeeld dat de curator in zijn bewijs geslaagd was en de vordering had toegewezen. De appellanten, erfgenamen van de erflater, stelden dat de curator onterecht had gehandeld en dat de betalingen aan de erflater rechtsgeldig waren gedaan op basis van een arbeidsovereenkomst.
Het hof oordeelde dat de appellanten ontvankelijk waren in hun appel, omdat zij in eerste aanleg als gedaagden waren aangemerkt. Het hof bevestigde dat de executeur-testamentair bevoegd was om namens de nalatenschap op te treden. De grieven van de appellanten werden besproken, waarbij het hof concludeerde dat de rechtbank de bewijswaardering correct had uitgevoerd. De appellanten konden niet aantonen dat de curator onterecht had gehandeld, en het hof oordeelde dat de curator voldoende bewijs had geleverd dat de betalingen aan de erflater onverschuldigd waren gedaan.
Uiteindelijk bekrachtigde het hof het vonnis van de rechtbank Assen en veroordeelde de appellanten in de kosten van het geding in hoger beroep. Dit arrest benadrukt de rol van de executeur-testamentair en de verantwoordelijkheden van de curator in faillissementzaken, evenals de noodzaak van bewijs in geschillen over loonbetalingen.