ECLI:NL:GHLEE:2011:BT6894

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003151-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrift in het kader van een frauduleuze BTW-carrousel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte is beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met een frauduleuze BTW-carrousel. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte betrokken was bij het opmaken van valse documenten en het doen van onjuiste aangiften omzetbelasting. De feiten vonden plaats tussen 1 januari 2003 en 9 december 2005, waarbij de verdachte samen met medeverdachten handelde via verschillende ondernemingen die hoofdzakelijk actief waren in de handel van computeronderdelen en mobiele telefoons. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 27 maanden, wat het hof uiteindelijk ook oplegde, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten opzettelijk valse documenten hebben opgemaakt en dat er sprake was van schijntransacties, wat kenmerkend is voor deelname aan een BTW-carrousel. De verdediging voerde aan dat er geen bewijs was voor de beschuldigingen, maar het hof oordeelde dat de bewijsmiddelen voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 27 maanden, met aftrek van het voorarrest.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003151-08
Uitspraak d.d.: 5 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 2 juli 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1970],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 14 februari 2011, 21 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling ter zake de feiten 1, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair tot een gevangenisstraf van 27 maanden, met aftrek van het voorarrest. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. D.W.H.M. Wolters, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit 1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 25 juli 2006 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het (herhaaldelijk) opzettelijk onjuist of onvolledig en/of niet doen van een bij de belastingwet voorziene aangifte, (omzetbelasting) terwijl het feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven (artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen), en/of het (herhaaldelijk) plegen van valselijk opmaken of vervalsen, althans valselijk doen of laten opmaken van een of meerdere bedrijfsadministratie(s), althans/zijnde (telkens) een samenstel(sel) van geschriften, en/of een of meerdere factu(u)r(en) en/of meerdere (vervoers)document(en) (artikel 225/1 Wetboek van strafrecht);
feit 2 primair.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen,althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 3] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben verdachten en/of verdachtes mededader(s)(telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D.49.1, D.49.2, D.49.3, D.49.4, D.49.5, D.49.17, D.50.20, D.50.21, D.50.28,D.50.36, D.50.39, D.50.41, D.50.44) met daarop de vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met daarop de vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 20,21,28,36,39,41,44), in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 2 subsidiair.
[bedrijf 3] op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 3] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben voornoemd rechtspersoon B4 en/of een van de mededader(s) van voornoemd B4 (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D.49.1, D.49.2, D.49.3, D.49.4, D.49.5, D.49.17, D.50.20, D.50.21, D.50.28, D.50.36, D.50.39, D.50.41, D.50.44) met daarop de vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met daarop de vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 20,21,28,36,39,41,44), in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
feit 3 primair.
[bedrijf 3] op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van1 januari 2004 tot en met 31 december 2005 te [plaats 2] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over de maand(en) januari 2004 en/of februari 2004 en/of maart 2004 en/of april 2004 en/of mei 2004 en/of de juni 2004 en/of juli 2004 en/of augustus 2004 en/of september 2004 en/of oktober 2004 en/of november 2004 en/of december 2004 en/of januari 2005 en/of februari 2005 en/of maart 2005 en/of april 2005 en/of mei 2005 en/of juni 2005 en/of juli 2005 en/of augustus 2005 en/of september 2005 en/of oktober 2005 en/of november 2005, (documenten D.72, D.73) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft/hebben genoemde B.V. en/of de mededader(s) van genoemde B.V. (telkens) opzettelijk op de bij de Belastingdienst Apeldoorn ingeleverde biljet(ten) en/of (elektronisch) aangeleverde/verzonden gegevens, te weten voornoemd(e) aangifte(n), onjuiste en/of onvolledige gegevens met betrekking tot de verschuldigde omzetbelasting en/of voorbelasting vermeld, althans doen of laten vermelden, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of andere, althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
feit 3 subsidiair.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005 te [plaats 2] en/of te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 3] over de maand(en) januari 2004 en/of februari 2004 en/of maart 2004 en/of april 2004 en/of mei 2004 en/of de juni 2004 en/of juli 2004 en/of augustus 2004 en/of september 2004 en/of oktober 2004 en/of november 2004 en/of december 2004 en/of januari 2005 en/of februari 2005 en/of maart 2005 en/of april 2005 en/of mei 2005 en/of juni 2005 en/of juli 2005 en/of augustus 2005 en/of september 2005 en/of oktober 2005 en/of november 2005, (documenten D.72, D.73) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, immers heeft/hebben verdachte en/of de mededader(s) van verdachte (telkens) opzettelijk op de bij de Belastingdienst Apeldoorn ingeleverde biljet(ten) en/of (elektronisch) aangeleverde/verzonden gegevens, te weten voornoemd(e) aangifte(n), onjuiste en/of onvolledige gegevens met betrekking tot de verschuldigde omzetbelasting en/of voorbelasting vermeld, althans doen of laten vermelden, terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
feit 4 primair.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 5] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D.51.07, D.51.16, D.51.17, D.51.23, D.51.27, D.51.28, D.51.59,D. 51.60) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 07,16,17) in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 4 subsidiair
[bedrijf 5] op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 5] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben voornoemd rechtspersoon [bedrijf 5] en/of een van de mededader(s) van voornoemd [bedrijf 5] (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D.51.07,D.51.16, D.51.17, D.51.23, D.51.27, D.51.28, D.51.59, D. 51.60) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 07,16,17) in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven;
feit 5 primair.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 6]., zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchaseorder(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D 52.05, D.52.06, D.52.07) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en), en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 05,06,07), in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk om voormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 5 subsidiair.
[bedrijf 6]. op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 6], zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of vervalst of valselijk heeft laten opmaken of laten vervalsen, immers heeft/hebben voornoemd rechtspersoon [bedrijf 6]. en/of een van de mededader(s) van voornoemd [bedrijf 6]. (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals ondermeer opgenomen in documentset(s) D 52.05, D.52.06, D.52.07) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 05,06,07) in de bedrijfsadministratie geboekt en/of laten boeken en/of opgenomen en/of laten opnemen, zulks (telkens) met het oogmerk omvoormeld(e) geschrift(en) en/of samenstel(sel) van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het onder 1, 2 primair, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt daarbij het volgende.
Aanleiding van het onderzoek
Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] hebben zich via drie ondernemingen bezig gehouden met handel in hoofdzakelijk Computer Processing Units (CPU's) en mobiele telefoons. Zij maakten gebruik van de volgende ondernemingen:
- [bedrijf 3] te [plaats 2];
- [bedrijf 3][bedrijf 5] te [plaats 3], Duitsland;
- [bedrijf 6]. te [plaats 4], Spanje.
Al deze bedrijven verrichten hun bedrijfsactiviteiten vanuit het woonadres van verdachten te [plaats] in Nederland.
In het kader van een internationale controle-actiedag van de FIOD-ECD en Engelse Douane op 21 juni 2004 is het bedrijf [bedrijf 7] (hierna te noemen: [bedrijf 7]) gecontroleerd. Bij deze controle werden in de administratie van [bedrijf 7], onder meer, een vijftal zogenoemde 'CMR'-documenten aangetroffen ('CMR' staat voor: Convention Relative au Contract de Transport International de Merchandises par la Route, een verdrag dat is ondertekend op 19 mei 1956 en van kracht is geworden op 2 juli 1961), gedateerd op respectievelijk 3, 6, 7, 8 en 9 maart 2004 betreffende transacties van het bedrijf [bedrijf 3][bedrijf 1] Deze CMR-documenten waren noch door de afzender noch door de ontvanger afgetekend.
Uit aangetroffen correspondentie bleek dat deze vervoersbewijzen op verzoek van een zekere [naam] en [naam] van [bedrijf 3] achteraf zijn opgemaakt door het bedrijf [bedrijf 7]. Daadwerkelijk transport bleek niet te hebben plaatsgevonden.
Op 27 juli 2004 is een controle uitgevoerd bij het bedrijf [bedrijf 3][bedrijf 1]
Bij de opsporingsdiensten is op een gegeven moment het vermoeden ontstaan dat verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte], onder gebruikmaking van een alias, te weten [naam] en [naam], deel namen aan een criminele organisatie die zich bezig hield met een frauduleuze BTW-carrousel.
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat alle ten laste gelegde feiten bewezen worden verklaard. Hij heeft geconcludeerd dat op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet anders kan blijken dan dat de hele handel van verdachten gebaseerd was op schijntransacties.
In zijn requisitoir heeft hij eenentwintig kenmerken en/of omstandigheden in de onderhavige zaak genoemd die zouden wijzen op het deelnemen van verdachten aan een BTW-carrousel.
Standpunt verdediging
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de ten laste gelegde valsheid in geschrifte met betrekking tot de documentensets D.49.1 tot en met 5 en D.49.17.
Niets wijst er op dat er geen sprake is geweest van reguliere handel en de belastende verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] zijn onbetrouwbaar.
Beoordeling door het hof
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachten hebben deelgenomen aan criminele organisatie die zich bezig hield met een frauduleuze BTW-carrousel en daarbij diverse documenten, zoals opgenomen in de tenlastelegging, vals hebben opgemaakt of laten opmaken.
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen - waaronder de telefoongesprekken, sms-jes en administratieve bescheiden die door de rechtbank in haar vonnis bij de bewijsmiddelen zijn opgenomen - blijken de volgende feiten/omstandigheden die veelal kenmerkend zijn voor deelname aan een BTW-carrousel:
- er is sprake van intracommunautaire im- en export binnen de Europese Unie;
- verdachten krijgen instructies met wie te handelen zowel voor wat betreft de inkoop als de verkoop, met welke goederen en tegen welke prijs; er is geen enkele aanwijzing dat verdachten hebben onderhandeld over prijzen;
- er wordt uitsluitend gehandeld in kleine artikelen met een hoge waarde, zoals CPU's of mobiele telefoons;
- regelmatig is er overleg over ontbrekende documenten om de administratie achteraf weer kloppend te maken;
- de pas opgerichte bedrijven van verdachten hebben binnen een paar maanden een miljoenenomzet terwijl er maar een paar leveranciers en afnemers zijn;
- verdachten sturen vanuit [plaats] in Nederland meerdere bedrijven aan in verschillende landen; deze bedrijven zijn in feite niet meer dan een (doorgeschakelde) telefoon/fax en een bankrekening;
- verdachten gebruiken valse namen;
- goederen (zelfde i-mei- of boxnummers) komen soms meerdere keren terug bij hetzelfde bedrijf;
- tussen inkoopprijs en verkoopprijs is slechts een zeer gering verschil;
- op dezelfde dag wordt een lading telefoontoestellen voor een bepaalde prijs ingekocht en met een zeer geringe winst doorverkocht, terwijl op dezelfde dag een lading telefoontoestellen van hetzelfde merk en type aanmerkelijk duurder wordt ingekocht en vervolgens wederom met een zeer geringe winst wordt doorverkocht. Een redelijke verklaring daarvoor ontbreekt;
- er worden goederen ingekocht voor een prijs die aanmerkelijk hoger is dan de prijs waarvoor men diezelfde soort goederen ongeveer een week daarvoor heeft kunnen verkopen. Een redelijke verklaring daarvoor ontbreekt.
- een tweede inkoopprijs voor exact dezelfde partij blijkt goedkoper te zijn dan de eigen verkoopprijs de eerste keer;
- goederen die worden verkocht aan een Spaans bedrijf moeten worden afgeleverd aan een Engels bedrijf;
- nagenoeg alle bedrijven waarmee wordt gehandeld bankieren bij de FCIB-bank en de vertegenwoordiger van de FCIB-bank, [vertegenwoordiger], geeft in een telefoongesprek met verdachte [medeverdachte] aan dat deze bank niet legitiem handelt en speciaal is opgericht voor de handel waar verdachten zich mee bezig houden;
- betalingen van afnemers aan leveranciers vinden plaats, nadat de afnemer zelf geld heeft ontvangen voor de door hem verrichte leverantie;
- goederen wisselen in zeer korte tijd van eigenaar;
- de aan- en verkooptransacties in de keten worden allen op dezelfde datum via bankoverschrijvingen verrekend;
- transportbescheiden worden vervalst.
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is geweest van deelnemen aan een BTW-carrousel is niet doorslaggevend of er daadwerkelijk goederen zijn doorgeleverd. Ook ten aanzien van transacties waarvan niet is komen vast te staan dat er geen goederen waren, zijn nagenoeg alle bovengenoemde kenmerken van toepassing.
In de tenlastelegging worden documenten van transacties genoemd waarbij volgens de administratie van de BV's van verdachten [bedrijf 7] als vervoerder is opgetreden voor de verhandelde goederen. Ten aanzien van die transacties verklaart [getuige 1] (eigenaar van [bedrijf 7]) telkens dat de betreffende vervoersdocumenten vals zijn en dat zijn bedrijf die goederen niet heeft vervoerd. De CMR's in de documentensets D.49.1 tot en met 5 en D.49.17 heeft [getuige 1], naar eigen zeggen, op verzoek van Linda van [bedrijf 3] achteraf opgemaakt. Van [bedrijf 3] kreeg hij € 150,-- voor het stempelen van een CMR. De (frauduleuze) transacties D.49.1 t/m 5 betroffen overigens de eerste transacties van [bedrijf 3].
[getuige 1] heeft tevens verklaard dat alles is gedaan om de BTW in Engeland terug te vragen, dat het puur te maken heeft met BTW-carrouselfraude en dat alle klanten die in zijn inbeslaggenomen boek staan zich bezig houden met het oplichten van de belasting in Engeland.
[getuige 2], bestuurder van [bedrijf 4] (hierna: [bedrijf 4]), heeft ook een belastende verklaring jegens verdachten afgelegd. De hem door de FIOD voorgehouden documenten die in de administraties van de verdachten zijn aangetroffen en die betrekking hebben op [bedrijf 4], zijn volgens [getuige 2] vals opgemaakt. [bedrijf 4] is niet bij die transacties betrokken geweest.
Door de verdediging is betoogd dat de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] niet betrouwbaar zouden zijn. De raadsman noemt specifiek een CMR-document waarop het faxnummer van [bedrijf 4] staat en waarvan [getuige 2] zegt dat dit document zich niet in zijn administratie bevindt en dat hij het document ook niet kent (PvA.33, pagina 397).
Maar dat is voor het hof geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die verklaringen te twijfelen. [getuige 2] heeft met betrekking tot het genoemde CMR-document verklaard dat het inderdaad het faxnummer van [bedrijf 4] is dat er op staat, maar dat dit een valselijk opgemaakte toevoeging moet zijn.
Verdachte [verdachte] heeft bij de FIOD-ECD, onder meer, het volgende verklaard:
- hij is directeur van [bedrijf 3] en [medeverdachte] is de eigenaar;
- het is een handelsmaatschappij in mobiele telefoons en andere elektronica;
- [bedrijf 3][bedrijf 5] is een Duits bedrijf die vanuit Nederland wordt bestuurd; de onderneming heeft dezelfde activiteiten als het Nederlandse bedrijf; officieel is het kantoor in [plaats 3] gevestigd, maar er is geen personeel en de telefoon en fax staan doorgeschakeld naar zijn woning in [plaats];
- [bedrijf 6] is een Spaans bedrijf; dit bedrijf is van [medeverdachte];
- ook deze onderneming
- handelt in telefoons en elektronica; het heeft geen personeel en de telefoon en fax staan doorgeschakeld naar [plaats]; het bedrijf wordt door hem vanuit Nederland bestuurd;
- vanwege de aard van de handel hebben ze verschillende bedrijven; afnemers willen bijvoorbeeld alleen zaken doen met een Duits of Spaans bedrijf;
- de invoer gaat altijd via zijn Nederlandse bedrijf, omdat hij dan geen omzetbelasting hoeft te betalen;
- [bedrijf 7][bedrijf 1] en [bedrijf 4][bedrijf 2] zijn bedrijven die goederen hebben vervoerd voor zijn Duitse en Nederlandse bedrijf;
- hij gebruikt de namen [verdachte], [naam] en [naam];
- [medeverdachte] gebruikt de namen [naam] en [medeverdachte];
- de meeste goederen gaan naar Engeland;
- het is algemeen bekend dat in Engeland veel BTW-fraude wordt gepleegd in de mobiele telefoniemarkt;
- hij heeft nog nooit goederen gezien die hij verhandelde;
- bij de eerste vijf transacties in 2004 via [bedrijf 7][bedrijf 1] waren geen goederen aanwezig; [bedrijf 7] kon wel de nodige CMR-documenten leveren voor deze vijf transacties;
- [bedrijf 7] staat bekend als degene die een ieder kan helpen als je problemen hebt met allerlei vervoersdocumenten;
- ook bij de deal van [bedrijf 8] uit Denemarken (deal 6; D.49.17) waren er geen goederen;
- hij heeft de zes valse CMR-documenten als echt gebruikt en in zijn administratie gevoegd.
Het vorenstaande in aanmerking nemende is het hof van oordeel dat verdachten welbewust hebben deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezig hield met een frauduleuze BTW-carrousel en dat zij daartoe documenten vals hebben opgemaakt dan wel hebben laten opmaken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Ten laste is gelegd dat opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting ten name van [bedrijf 3] over de tijdvakken januari 2004 tot en met november 2005 zijn gedaan.
Ondernemers te goeder trouw kunnen de door hen betaalde BTW aftrekken als voorbelasting. Geen recht op BTW-aftrek bestaat als de ondernemer wist of had moeten weten dat hij door zijn aankoop deelnam aan BTW-carrouselfraude.
Verdachte wist dat hij met [bedrijf 3] deelnam aan BTW-carrouselfraude. [bedrijf 3] heeft dan bij inkopen, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen geen recht om voorbelasting op de aangifte van de omzetbelasting in aftrek te brengen. In die gevallen waarin sprake is van daadwerkelijke intracommunautaire verwerving van goederen kan voor de belastingdienst nadeel ontstaan indien toch aftrek van voorbelasting wordt geclaimd en strekte het feit ertoe dat te weinig belasting werd geheven.
In de onderhavige zaak is echter niet bij alle transacties sprake van een daadwerkelijke intracommunautaire verwerving. Uit het dossier blijkt dat in een aantal gevallen sprake is geweest van transacties zonder goederen en bij die transacties is er geen omzetbelasting verschuldigd. Uit het dossier is niet steeds te herleiden welke transacties schijntransacties zijn en in welke gevallen er sprake is geweest van intracommunautaire transacties met goederen (ook al waren die transacties gericht op het plegen van BTW-fraude).
Daarbij is ook niet na te gaan welke transactie op welke aangifte betrekking heeft. Het hof heeft een poging gewaagd om dit na te gaan, maar dit bleek ondoenlijk.
Gelet op het vorenstaande zal verdachte van het onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het eerste deel van het onder 1 ten laste gelegde
Het eerste deel van het onder 1 ten laste gelegde betreft deelname aan een criminele organisatie die tot het oogmerk heeft het doen van opzettelijk onjuiste aangiften van de omzetbelasting, terwijl het feit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven.
Gelet op de in de tenlastelegging genoemde toevoeging 'artikel 69 Algemene wet inzake rijksbelastingen' ziet de tenlastelegging alleen op -en beperkt de tenlastelegging zich alleen tot- opzettelijk onjuiste aangiften van de omzetbelasting die leiden tot nadeel voor de Nederlandse schatkist.
In de onderhavige zaak zijn echter geen bewijsmiddelen voorhanden dat de BTW-carrousel waar verdachte aan deelnam (mede) specifiek tot oogmerk had het overtreden van artikel 69 AWR. Partieel vrijspreken van slechts deze toevoeging in dit onderdeel van de tenlastelegging levert een ontoelaatbare grondslagverlating op.
Gelet op het vorenstaande zal verdachte dan ook van het eerste deel van het onder 1 ten laste gelegde worden vrijgesproken
Ten aanzien van het onder 2, 4 en 5 tenlastegelegde
Door het opnemen van de in de bewezenverklaring van de feiten 2, 4 en 5 opgenomen valse documenten heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken of laten opmaken van de bedrijfsadministraties van [bedrijf 3] [bedrijf 5] en [bedrijf 6].
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1, 2 primair, 4 primair en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1.
hij in de periode van 1 januari 2004 tot en met 25 juli 2006 te [plaats] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het herhaaldelijk plegen van valselijk opmaken althans valselijk doen of laten opmaken van een of meerdere bedrijfsadministratie(s), zijnde telkens een samenstel van geschriften, een of meerdere factu(u)r(en) en/of meerdere (vervoers)document(en);
feit 2 primair.
hij op meerdere tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke personen, meermalen de bedrijfsadministratie van [bedrijf 3] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of valselijk heeft laten opmaken, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) en (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals opgenomen in documentset(s) D.49.1, D.49.2, D.49.3, D.49.4, D.49.5, D.49.17, D.50.28,D.50.36, D.50.39, D.50.41, D.50.44) met daarop de vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met daarop de vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 20,21,28,36,39,41,44), in de bedrijfsadministratie opgenomen en/of laten opnemen, zulks telkens met het oogmerk om voormeld samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 4 primair.
hij op meerdere tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2005 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke personen, meermalen de bedrijfsadministratie van [bedrijf 5] zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of valselijk heeft laten opmaken, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchase order(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals opgenomen in documentset(s) D.51.16, D.51.23, D.51.27, D.51.28, D.51.59, D. 51.60) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en) en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 07,16,17) in de bedrijfsadministratie opgenomen en/of laten opnemen, zulks telkens met het oogmerk om voormeld samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 5 primair.
hij op meerdere tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2005 tot en met 9 december 2005 te [plaats] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meerdere natuurlijke personen , meermalen, de bedrijfsadministratie van [bedrijf 6]., zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt of valselijk heeft laten opmaken, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader telkens valselijk en in strijd met de waarheid een of meerdere CMR's en/of factu(u)r(en) en/of purchaseorder(s) en/of invoice(s) (een) (ander(e)) (vervoers)document(en) (zoals opgenomen in documentset(s) D 52.05, D.52.06, D.52.07) met de daarop vermelde levering(en) van goed(eren) en/of geldbedrag(en), en/of met de daarop vermelde naam van [bedrijf 4] als freightforwarder (inzake de transactie(s) 05,06,07), in de bedrijfsadministratie opgenomen en/of laten opnemen, zulks telkens met het oogmerk om voormeld samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het onder 2 primair, 4 primair en 5 primair bewezen verklaarde levert telkens op:
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft met gebruikmaking van valse orders, vervoersdocumenten en facturen valsheid in geschrift gepleegd met de enkele bedoeling het systeem van de heffing van de omzetbelasting te misbruiken. Dit handelen vond plaats in het verband van een criminele organisatie.
De goede werking van het systeem voor de heffing van omzetbelasting staat of valt bij de betrouwbaarheid, juistheid en volledigheid van facturen. Indien facturen worden opgesteld dan wel gebruikt, die niet stroken met de werkelijkheid, wordt het systeem van de heffing van omzetbelasting volledig ondergraven.
Niet is komen vast te staan dat de BTW-carrousel is "gevoed" door het ten onrechte in Nederland claimen van omzetbelasting en verdachte is vrijgesproken van het onder 3 ten laste gelegde. Het is echter voor het strafwaardige van het handelen van verdachte minder van belang in welk land de carrousel wordt "gevoed" door ten onrechte geclaimde omzetbelasting. Gelet op de omzet van de bedrijven (2004 15 miljoen euro, 2005 246 miljoen euro) waaraan verdachte leiding gaf, is er met de transacties tientallen miljoenen euro's c.q. Engelse ponden aan omzetbelasting gemoeid. Verdachte en zijn mededader hebben gedurende de periode van de tenlastelegging aanzienlijke sommen geld op rekeningen gestort gekregen, over de laatste acht maanden van de carrousel
gemiddeld meer dan € 30.000,- euro per maand.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 20 september 2011 - in Nederland niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Door de verdediging is ter terechtzitting van het hof naar voren gebracht dat verdachte en zijn medeverdachte samen een jong kind hebben, dat zijn ouders nodig heeft. Een gevangenisstraf zou een probleem vormen voor de verzorging en opvoeding van deze zoon. Daarom is door de raadsman bepleit dat aan verdachte geen gevangenisstraf wordt opgelegd van langere duur dan de duur van het reeds ondergane voorarrest. De raadsman heeft bepleit aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen met elektronisch toezicht als bijzondere voorwaarde.
Op grond van het vorenstaande is het hof met de advocaat-generaal van oordeel dat oplegging van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en noodzakelijk is. Een voorwaardelijke gevangenisstraf al dan niet in combinatie met een onvoorwaardelijke werkstraf doet namelijk volstrekt geen recht aan de ernst van de feiten.
De verdediging heeft verzocht de eventueel op te leggen straf te verminderen met 10% vanwege schending van de redelijke termijn van berechting in eerste en tweede aanleg.
Het hof stelt vast dat in eerste aanleg geen overschrijding van de redelijke termijn heeft plaatsgevonden en neemt daarbij als startpunt de datum van aanhouding van de verdachte in Spanje (25 juli 2006).
Het hof heeft geconstateerd dat tussen het instellen van het hoger beroep (10 juli 2008) en de datum waarop het hof uitspraak doet meer dan twee jaren is gelegen. De redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is in de fase van het hoger beroep overschreden. Deze overschrijding van de redelijke termijn is voor het hof aanleiding om de gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden die het hof voornemens was op te leggen te matigen tot 27 maanden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 47, 57, 140 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 primair, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 primair, 4 primair en 5 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 27 (zevenentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. P. Greve, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. G. Dam, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier,
en op 5 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Greve was buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.