ECLI:NL:GHLEE:2011:BT7523
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.P. den Hollander
- J.G. Idsardi
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van kinderbescherming
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van de minderjarige [kind], die op 9 februari 2011 in een pleeggezin is geplaatst. De moeder, die alleen het gezag over [kind] heeft, is in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de kinderrechter van 11 april 2011, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing zijn verleend aan Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJZ). De moeder heeft aangevoerd dat de rechtbank haar beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd, vooral gezien de ingrijpende aard van de maatregel. Het hof heeft echter geoordeeld dat, hoewel de motivering van de rechtbank tekortschiet, de zaak in zijn geheel ter beoordeling aan het hof is voorgelegd en de moeder haar bezwaren kan inbrengen.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om [kind] een veilig en stabiel opvoedingsklimaat te bieden. Dit is onderbouwd door rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming en de omstandigheden in de thuissituatie van de moeder, die lijdt aan een borderline-persoonlijkheidsstoornis en andere gezondheidsproblemen. De moeder heeft in het verleden hulp ontvangen, maar deze was niet voldoende om de problemen op te lossen. Het hof heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [kind].
De beslissing van het hof is om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, waarbij de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing worden gehandhaafd. Het hof benadrukt dat in dergelijke gevallen niet kan worden volstaan met een standaardmotivering en dat de belangen van het kind voorop staan. De moeder heeft nog steeds de mogelijkheid om haar situatie te verbeteren, maar op dit moment is de uithuisplaatsing de beste optie voor [kind].