Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003332-09
Uitspraak d.d.: 17 oktober 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 10 december 2009 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 07-602623-08 en 07-602828-08, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1987],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 april 2011, 3 oktober 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake beide (gevoegde) feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, hetgeen mede inhoudt het volgen van een COVA training. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. O. Bolluyt, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en zal opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is onder parketnummer 07-602623-08 ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 26 mei 2008 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee paar slippers en/of een jurk en/of een paar schoenen en/of een tas en/of twee verpakkingen eau de toilette en/of een verpakking nail polish remover en/of een verpakking tandenstokers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s);
en onder parketnummer 07-602828-08 dat:
zij op of omstreeks 19 juli 2008 te gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend haar levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer], meermalen althans eenmaal heeft geduwd tegen die [slachtoffer] en/of heeft geschopt in en/of tegen de buik van die [slachtoffer] en/of (met kracht) aan de (rasta)haren van die [slachtoffer] heeft getrokken, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder de parketnummers
07-602623-08 en 07-602828-08 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
zij op 26 mei 2008 in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee paar slippers en een jurk en een paar schoenen en een tas en twee verpakkingen eau de toilette en een verpakking nail polish remover en een verpakking tandenstokers, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf].
zij op 19 juli 2008 te gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend haar levensgezel, te weten [slachtoffer], meermalen heeft geduwd tegen die [slachtoffer] en met kracht aan de rastaharen van die [slachtoffer] heeft getrokken, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het in de zaak met parketnummer 07-602623-08 bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het in de zaak met parketnummer 07-602828-08 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling, terwijl het feit is begaan tegen haar levensgezel.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met haar mededader schuldig gemaakt aan diefstal bij [bedrijf] Hierdoor heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van [bedrijf]
Tevens heeft verdachte haar toenmalige vriend, [slachtoffer], met kracht geduwd en aan zijn rastaharen getrokken, waardoor hij pijn heeft ondervonden. Door zo te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de fysieke en psychische integriteit van [slachtoffer].
Blijkens een haar betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 18 juli 2011 is verdachte eerder veroordeeld voor vermogensdelicten, waaronder voor diefstal met geweld.
Het hof heeft voorts in aanmerking genomen hetgeen door en namens verdachte naar voren is gebracht omtrent haar persoonlijke omstandigheden. Daarnaast is het reclasseringsrapport d.d. 8 juli 2011 bij de strafoplegging betrokken. Uit dit rapport is gebleken dat verdachte op verschillende terreinen problemen heeft, maar dat het leven van verdachte sinds begin 2009 een positieve wending heeft gekregen. Hoewel verdachte zelf psychologische hulp heeft gezocht en haar leven thans op een andere, meer gestructureerde wijze, leidt, adviseert de reclassering om een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De reclassering acht de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht aangewezen, met als verplicht onderdeel een gedragsinterventie in de vorm van een cognitieve vaardigheidstraining (COVA).
Gelet op het voorgaande, in onderlinge verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf in beginsel passend en geboden is. In de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet het hof echter aanleiding om deze straf geheel voorwaardelijk op te leggen. Aan die voorwaardelijke straf wordt de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht verbonden, hetgeen mede inhoudt het volgen van een cognitieve vaardigheidstraining (COVA).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 300, 304, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder parketnummer
07-602623-08 en onder parketnummer 07-602828-08 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 07-602623-08 en in de zaak met parketnummer 07-602828-08 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven, hetgeen mede inhoudt het volgen van een cognitieve vaardigheden (COVA) training.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. P.W.J. Sekeris en mr. T.H. Bosma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 17 oktober 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.