ECLI:NL:GHLEE:2011:BU3002
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Zandbergen
- W. Breemhaar
- K.M. Makkinga
- Rechtspraak.nl
Dwaling bij aankoop van een paard met hoefbevangenheid en schadevergoeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van een appellant die een paard had gekocht dat later bleek te lijden aan hoefbevangenheid. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.M. Schelstraete, vorderde een schadevergoeding van € 45.000 op basis van dwaling, omdat hij niet was geïnformeerd over de medische toestand van het paard door de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. Wensing. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn schade, maar het hof kwam tot een andere conclusie.
Het hof oordeelde dat de geïntimeerde zijn mededelingsplicht had geschonden door de appellant niet te informeren over de recente hoefbevangenheid van het paard. Dit was een cruciaal gegeven dat de waarde van het paard aanzienlijk beïnvloedde. De appellant had een aankoopprijs van € 65.000 betaald, terwijl de waarde van het paard op het moment van aankoop slechts € 20.000 was. Het hof stelde vast dat de appellant door deze dwaling een schade had geleden van € 45.000, en dat de vordering tot schadevergoeding op basis van artikel 6:230 lid 2 BW toewijsbaar was.
Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en veroordeelde de geïntimeerde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de geïntimeerde veroordeeld tot terugbetaling van een eerder betaald bedrag van € 7.191,25. De kosten van de procedure werden ook aan de geïntimeerde opgelegd, aangezien deze als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. Het hof benadrukte dat de mededelingsplicht van de verkoper essentieel is in het kader van de totstandkoming van een overeenkomst, vooral bij de verkoop van dieren met een medische geschiedenis.