ECLI:NL:GHLEE:2011:BU5351

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
18 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000637-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Winkeldiefstal met recidive en voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, die op 23 oktober 2010 in de gemeente [gemeente] een winkeldiefstal heeft gepleegd, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de eerste aanleg. De tenlastelegging betrof het wegnemen van nescafé en nivea for men, toebehorende aan een winkelbedrijf. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde diefstal en heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is. De verdachte heeft een lange voorgeschiedenis van strafbare feiten, waaronder meerdere vermogensdelicten en winkeldiefstallen. Gezien de huidige omstandigheden van de verdachte, die zich in een behandelsetting bevindt en geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd sinds het delict, heeft het hof besloten om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

In plaats daarvan is een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken opgelegd, met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Het hof heeft geoordeeld dat deze straf passend is, gezien de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder het is begaan. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient als stimulans voor de verdachte om zijn leven zonder criminaliteit voort te zetten.

De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straffen, met inachtneming van de proeftijd en de voorwaarden.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000637-11
Uitspraak d.d.: 18 november 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 10 maart 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 22 juli 2011 en 4 november 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. S.S. Ilahi, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 23 oktober 2010, te en in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid nescafé en/of twee bussen nivea for men, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [naam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 23 oktober 2010 te en in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen een hoeveelheid nescafé en nivea for men, toebehorende aan het winkelbedrijf [naam].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 23 oktober 2010 in [plaats] schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Door aldus te handelen heeft verdachte schade en hinder veroorzaakt en inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van het winkelbedrijf.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van
27 oktober 2011, waaruit blijkt dat verdachte een lange voorgeschiedenis heeft van strafbare feiten, waaronder vele vermogensdelicten en winkeldiefstallen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachte thans in een behandelsetting in [plaats] verblijft. Hij heeft daar een onzelfstandige woonruimte en hij werkt onder begeleiding in [plaats]. Hij heeft uit eigen beweging hulp gezocht en heeft na het onderhavige feit geen strafbare feiten meer gepleegd.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, met een proeftijd van twee jaren, en een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, passend en geboden zijn. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf acht het hof thans niet passend, omdat deze zijn huidige stabiele situatie in [plaats] negatief zou kunnen beïnvloeden. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient tevens als stok achter de deur, teneinde verdachte aan te sporen zijn huidige leven zonder criminaliteit ook in de toekomst op die manier voort te zetten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. T.M.L. Wolters, voorzitter,
mr. B.J.J. Melssen en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van S. van Krugten, griffier,
en op 18 november 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.