Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
- de onderbroek van die [benadeelde] uitgetrokken (terwijl zij in bed lag) en/of
- meermalen, in ieder geval eenmaal die [benadeelde] op de mond gezoend en/of
- meermalen, in ieder geval eenmaal zijn tong in de mond van die [benadeelde] gebracht (tongzoen) en/of
- zijn penis in en/of tegen de vagina van die [benadeelde] gebracht en gehouden en/of (vervolgens) heen en weer gaande bewegingen gemaakt en/of
- zijn penis in en/of tegen de anus van die [benadeelde] gebracht en gehouden en/of (vervolgens) heen en weer gaande bewegingen gemaakt.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
- de onderbroek van die [benadeelde] uitgetrokken (terwijl zij in bed lag) en
- die [benadeelde] op de mond gezoend en
- meermalen zijn tong in de mond van die [benadeelde] gebracht (tongzoen) en
- zijn penis in de vagina van die [benadeelde] gebracht en gehouden en heen en weer gaande bewegingen gemaakt en
- zijn penis in de anus van die [benadeelde] gebracht en gehouden en heen en weer gaande bewegingen gemaakt.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van de vaststelling van de identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.