ECLI:NL:GHLEE:2012:BV1078

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
17 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.086.404-01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de exceptie van onbevoegdheid in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen, waarin Century Auto Lease B.V. een vordering heeft ingesteld tegen de appellanten, voormalig vennoten van ArCo v.o.f. De rechtbank had in eerste aanleg de vordering van Century toegewezen en de appellanten hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een geldbedrag, vermeerderd met rente en kosten. De appellanten hebben in hoger beroep gesteld dat het vonnis van de rechtbank een verstekvonnis is, omdat [appellant 2] niet in het geding is verschenen en [appellante 1] geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd. Century betwist echter dat het vonnis als verstekvonnis kan worden aangemerkt, omdat [appellante 1] wel degelijk om uitstel heeft verzocht en dit is verleend. Het hof oordeelt dat het bestreden vonnis moet worden beschouwd als een vonnis op tegenspraak, omdat [appellante 1] in de procedure is verschenen, ook al heeft zij geen verweer gevoerd. Het hof wijst de incidentele vordering van Century af en stelt dat er geen grond is voor de stelling dat het hof zich onbevoegd moet verklaren. De zaak wordt verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van Century.

Uitspraak

Arrest d.d. 17 januari 2012
Zaaknummer 200.086.404/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in het incident ter zake van de exceptie van onbevoegdheid in de zaak van:
1. [appellante 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [appellante 1], en
2. [appellant 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [appellant 2],
voormalig vennoten van ArCo v.o.f., tevens h.o.d.n. ArCo,
hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten],
appellanten, tevens verweerders in het incident,
in eerste aanleg: gedaagden,
advocaat: mr. J.W.S. Peters, kantoorhoudende te Assen,
tegen
Century Auto Lease B.V.,
gevestigd te Vries,
geïntimeerde, tevens eiseres in het incident,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Century,
advocaat: mr. L.A.M. Barendregt, kantoorhoudende te Groningen.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 11 januari 2011 van de rechtbank Assen, sector kanton, locatie Assen (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 7 april 2011, hersteld bij exploot van 27 april 2011, zijn [appellanten] in appel gekomen van voormeld vonnis met dagvaarding van Century tegen de nader aangezegde zitting van 10 mei 2011.
[appellanten] hebben van grieven gediend. De conclusie van de memorie van grieven (met producties) luidt:
"(…) om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Assen d.d. 11 januari 2011 (…) te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de vordering van geïntimeerde alsnog af te wijzen, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van het geding in beide instanties."
Bij incidentele memorie houdende de exceptie van onbevoegdheid heeft Century geconcludeerd dat het hof zich onbevoegd dient te verklaren met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten.
Bij antwoordmemorie hebben [appellanten] geconcludeerd tot afwijzing van de vordering in het incident.
Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest in het incident. In het procesdossier van mr. Peters ontbreekt overigens de laatste bladzijde van de memorie van grieven. Het hof heeft daarvoor geput uit het door mr. Barendregt overgelegde procesdossier.
De beoordeling
het geschil en de beslissing in eerste aanleg
1.1 Century heeft - samengevat - gevorderd dat [appellanten] worden veroordeeld tot betaling van een geldbedrag met rente en kosten.
1.2 [appellante 1] heeft drie maal om uitstel verzocht voor haar conclusie van antwoord en heeft dat gekregen tot (uiterlijk) 14 december 2010.
1.3 Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering toegewezen en [appellanten] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan Century van € 6.152,44, te vermeerderen met 4% vertragingsrente per jaar over de hoofdsom vanaf 27 augustus 2010 tot de dag van volledige betaling. [appellanten] zijn hoofdelijk in de proceskosten verwezen.
in het incident
2.1 Volgens Century is blijkens het bestreden vonnis tegen [appellant 2] verstek verleend en is [appellante 1], na schriftelijke uitstelverzoeken, niet in het geding verschenen. Daarom heeft de kantonrechter, conform art. 139 Rv, overwogen dat gedaagden niet in het geding zijn verschenen, terwijl de voorgeschreven formaliteiten wel in acht zijn genomen, en de vordering toegewezen nu deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, aldus Century. Naar de inhoud te oordelen is het bestreden vonnis volgens Century dan ook een verstekvonnis, zodat hiertegen geen appel open staat, maar verzet had moeten worden gedaan bij de kantonrechter. Om die reden is het hof derhalve niet bevoegd kennis te nemen van de zaak, aldus Century.
2.2 Aan Century kan worden toegegeven dat niet naar de vorm, maar naar de inhoud moet worden beoordeeld of een vonnis als een verstekvonnis of als een contradictoir vonnis is te beschouwen (Hof 's-Gravenhage 4 februari 1981, LJN: AB8634). Met haar stelling dat [appellanten] in eerste aanleg niet in het geding zijn verschenen, miskent Century echter dat uit de gedingstukken in eerste aanleg en uit het bestreden vonnis blijkt dat [appellante 1] schriftelijk om uitstel heeft verzocht en dat haar dat uitstel ter rolle van 5 oktober 2010, 2 november 2010 en 30 november 2010 is verleend tot (uiterlijk) 14 december 2010. [appellante 1] is dus wel verschenen in de procedure. Reeds op grond hiervan is het bestreden vonnis voor zover gewezen tussen Century en [appellante 1] te beschouwen als gewezen op tegenspraak. Op grond van art. 140 lid 2 Rv geldt dat ook voor het bestreden vonnis voor zover gewezen tussen Century en [appellant 2], tegen wie blijkens het bestreden vonnis wél verstek is verleend. Dat [appellante 1] uiteindelijk - om wat voor reden dan ook - geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd, doet hieraan niet af, net zo min als de overweging in het bestreden vonnis waarnaar Century verwijst: "Gedaagden zijn echter niet verschenen en hebben dus geen verweer gevoerd". Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat (het eerste deel van) de aangehaalde overweging niet geheel juist is.
2.3 Het bestreden vonnis is aldus als een vonnis op tegenspraak te beschouwen, zodat [appellanten] hiervan -anders dan Century meent- in hoger beroep konden komen. Er is daarom geen grond voor de stelling dat het hof zich onbevoegd dient te verklaren, zodat de incidentele vordering zal worden afgewezen.
3. De beslissing omtrent de kosten van het incident zal worden gereserveerd tot de einduitspraak.
4. De (hoofd)zaak zal naar de rol worden verwezen om voort te procederen.
De beslissing
Het gerechtshof:
in het incident:
wijst de vordering af en houdt de beslissing omtrent de proceskosten aan;
in de (hoofd)zaak:
verwijst de (hoofd)zaak naar de rol van dinsdag 14 februari 2012 voor memorie van antwoord aan de zijde van Century.
Aldus gewezen door mrs. J.H. Kuiper, voorzitter, R.E. Zuidema en M.E.L. Fikkers, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 17 januari 2012 in bijzijn van de griffier.