ECLI:NL:GHLEE:2012:BV3435

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
7 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.092.162-01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot verzet tegen eiswijziging in hoger beroep van Ford Credit

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een incident tot verzet tegen een eiswijziging door Ford Credit in hoger beroep. De zaak betreft een vordering van Ford Credit, die in eerste aanleg was afgewezen door de rechtbank. Ford Credit had in eerste aanleg gevorderd dat de geïntimeerde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.405,39, vermeerderd met rente en nevenvorderingen. In het hoger beroep heeft Ford Credit haar eis gewijzigd en de grondslag van haar vordering uitgebreid. De geïntimeerde heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van de eis en de grondslag, maar het hof heeft geoordeeld dat de inhoudelijke bezwaren tegen de gewijzigde eis niet relevant zijn in het kader van het incident, waarin getoetst wordt aan de goede procesorde.

Het hof heeft op 7 februari 2012 arrest gewezen en het bezwaar van de geïntimeerde tegen de eiswijziging afgewezen. Het hof oordeelde dat Ford Credit de bevoegdheid heeft om haar eis of de gronden daarvan te wijzigen, en dat deze wijziging niet leidt tot onredelijke vertraging van het geding of bemoeilijking van de verdediging van de geïntimeerde. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerde. De beslissing over de kosten van het incident is gereserveerd tot de einduitspraak in de hoofdzaak.

Uitspraak

Arrest d.d. 7 februari 2012
Zaaknummer 200.092.162/01
(zaaknr. rechtbank: 79330 / HA ZA 10-314)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in het incident tot verzet tegen de eiswijziging in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
FCE Bank Plc., h.o.d.n. Ford Credit,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: Ford Credit,
appellante,
tevens verweerster in het incident,
in eerste aanleg: eiseres,
advocaat: mr. J.C. Meijroos, kantoorhoudende te 's-Gravenhage,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geïntimeerde],
geïntimeerde,
tevens eiser in het incident,
in eerste aanleg: gedaagde,
advocaat: mr. J.A. Venema, kantoorhoudende te Emmen.
De inhoud van het tussenarrest van 20 september 2011 wordt hier overgenomen.
De verdere verloop van het geding in hoger beroep
Ingevolge voormeld tussenarrest heeft op 25 oktober 2011 een comparitie van partijen plaatsgehad. Bij akte heeft Ford Credit producties in het geding gebracht.
Ford Credit heeft van grieven gediend. De conclusie van de "memorie van grieven tevens houdende akte aanvulling van de grondslag van de eis met een subsidiaire grondslag alsmede vermeerdering van de vordering" luidt:
"(…)
a). het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de bij dagvaarding in eerste aanleg geformuleerde vorderingen alsnog zal toewijzen
b). als ook [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling van het bij wege van eisvermeerdering gevorderde bedrag van € 1.266,50 dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande de dag van het nemen van deze memorie van grieven en lopende tot de dag der algehele voldoening
c). [geïntimeerde] eveneens zal veroordelen in de kosten van dit hoger beroep
d). het ten deze te wijzen arrest, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren."
[geïntimeerde] heeft bij akte bezwaar gemaakt tegen de wijziging van de grondslag en de vermeerdering van de vordering.
Ford Credit heeft een antwoordakte genomen.
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest in het incident.
De verdere beoordeling
het geschil en de beslissing in eerste aanleg
1.1 Ford Credit heeft in eerste aanleg - samengevat - gevorderd dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling van € 7.405,39, vermeerderd met rente, plus nevenvorderingen.
1.2 [geïntimeerde] heeft verweer gevoerd tegen de vordering.
1.3 In het beroepen vonnis heeft de rechtbank de vordering afgewezen en Ford Credit verwezen in de proceskosten.
in het incident
2.1 Het hof begrijpt de hierboven aangehaalde memorie van Ford Credit aldus, dat Ford Credit (a) de feitelijke grondslag van haar op onrechtmatige daad gebaseerde vordering uitbreidt, en (b) haar eis vermeerdert met de kosten van het in eerste aanleg gehouden voorlopig getuigenverhoor.
2.2 Blijkens de akte van bezwaar heeft [geïntimeerde] de gewijzigde vorderingen als hiervoor bedoeld, alsmede hetgeen aan die vorderingen anders dan en/of in aanvulling op hetgeen in eerste aanleg is aangevoerd ten grondslag is gelegd, ook als zodanig gelezen in de memorie van grieven van Ford Credit. [geïntimeerde] concludeert tot afwijzing van de aanvulling van de grondslag van de vordering (voormeld onderdeel a) en tot afwijzing van de vermeerdering van eis (onderdeel b).
2.3 Het hof overweegt als volgt. Op grond van art. 130 lid 1 Rv juncto art. 353 lid 1 Rv komt aan Ford Credit de bevoegdheid toe haar eis of de gronden daarvan te wijzigen. Deze bevoegdheid is in hoger beroep in die zin beperkt dat de eiswijziging (behoudens hier niet ter zake doende uitzonderingen) niet later dan bij memorie van grieven of antwoord dient plaats te vinden (HR 23 september 2011, LJN: BQ7064).
2.4 De toelaatbaarheid van een eiswijziging moet mede worden beoordeeld in het licht van de herstelfunctie van het hoger beroep. De grenzen van het toelaatbare worden echter overschreden indien de eiswijziging leidt tot onredelijke vertraging van het geding en/of tot onredelijke bemoeilijking van de verdediging.
2.5 [geïntimeerde] is in zijn akte van bezwaar inhoudelijk ingegaan op de eis- en/of grondslagwijzigingen van Ford Credit, maar stelt niet dat zij in strijd zijn met de eisen van een goede procesorde en het hof vermag dat er ook niet in te lezen. Het hof ziet ambtshalve geen grond voor het oordeel dat [geïntimeerde] door de wijziging van (de grondslag van) de vordering van Ford Credit onredelijk in zijn verdediging wordt bemoeilijkt of dat het geding er onredelijk door zal worden vertraagd. De inhoudelijke argumenten over en weer zullen door het hof bij de beoordeling van de hoofdzaak worden betrokken.
3. De conclusie luidt dat het bezwaar tegen de eiswijziging wordt verworpen. Het hof zal derhalve in hoger beroep recht doen op de gewijzigde eis van Ford Credit.
4. De beslissing omtrent de kosten van het incident zal worden gereserveerd tot de einduitspraak.
5. De (hoofd)zaak zal naar de rol worden verwezen om voort te procederen.
De beslissing
Het gerechtshof:
in het incident:
wijst het bezwaar van [geïntimeerde] tegen de eiswijziging van Ford Credit af;
bepaalt dat over de kosten van het incident zal worden beslist bij einduitspraak in de (hoofd)zaak.
in de (hoofd)zaak:
verwijst de (hoofd)zaak naar de rol van dinsdag 6 maart 2012 voor memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde].
Aldus gewezen door mrs. J.H. Kuiper, voorzitter, M.E.L. Fikkers en I. Tubben, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 7 februari 2012 in bijzijn van de griffier.