ECLI:NL:GHLEE:2012:BV6767

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001203-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraak met gevangenisstraf en tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor een woninginbraak die plaatsvond op 25 maart 2010, waarbij hij verschillende goederen, waaronder een spelcomputer en een laptop, had weggenomen uit de woning van het slachtoffer. De verdachte had zich toegang verschaft door middel van braak. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van getuigenverklaringen en de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van zes maanden eiste. De verdediging voerde aan dat de getuigen onbetrouwbaar waren, maar het hof oordeelde dat de kern van hun verklaringen betrouwbaar was en dat er geen reden was om aan de geloofwaardigheid van de getuigen te twijfelen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met braak en heeft de eerdere veroordeling bevestigd. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van drie maanden, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14g, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarbij de tijd in voorarrest in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001203-10
Uitspraak d.d.: 23 februari 2012
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 17 mei 2010 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-670434-07, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1973],
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 9 augustus 2010, 25 november 2011 en 9 februari 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van drie maanden ten uitvoer te leggen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
Mr. H. van der Ende, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 25 maart 2010 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit de woning [adres] heeft weggenomen een spelcomputer, een of meer controlers, een of meer (computer)spellen, een laptop en/of een of meer spaarpotten (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat verdachte van het hem ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, nu de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] onbetrouwbaar moeten worden geacht omdat deze verklaringen op sommige punten niet met elkaar overeenkomen.
Het hof overweegt als volgt.
Aan getuigenverklaringen is inherent dat er op details, zeker na verloop van tijd, verschillen kunnen optreden.
De getuigen [getuige 1] en [getuige 2] zijn respectievelijk op 25 november 2011 en op 9 februari 2012 ter zitting van het hof gehoord. Het verschil dat er tussen de verklaring van [getuige 1] en de verklaring van [getuige 2] bestaat, is naar het oordeel van het hof niet zodanig dat daardoor twijfel omtrent de betrouwbaarheid van deze verklaringen ontstaat. De kern van de verklaringen betreft immers de waarneming dat de beide getuigen hebben geconstateerd dat het verdachte was die op 25 maart 2010 te [plaats] in de woning aan de [adres] te [plaats] is aangetroffen (getuige [getuige 3] en is gezien (getuige [getuige 4]. Voorts is er geen enkele aanwijzing dat de verklaringen zijn afgelegd om verdachte ten onrechte te beschuldigen. Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de afgelegde verklaringen en acht deze verklaringen betrouwbaar. Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 25 maart 2010 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres] heeft weggenomen een spelcomputer, controlers, computerspellen, een laptop en spaarpotten (met inhoud), toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 25 maart 2010 schuldig gemaakt aan een woninginbraak waarbij hij verschillende goederen heeft weggenomen. Verdachte is de woning binnengekomen door een ruit van de achterdeur te vernielen. Verdachte heeft kennelijk alleen gehandeld vanuit het oogpunt van eigen bevoordeling en hij heeft er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 16 januari 2012 blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Het hof is van oordeel dat, uit een oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van het door de verdachte begane strafbare feit, oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden passend en noodzakelijk is. Het hof ziet geen aanleiding om een andere straf op te leggen dan in eerste aanleg aan verdachte is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Groningen van 30 juni 2008, parketnummer 18-670434-07, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Groningen van 30 juni 2008, parketnummer 18-670434-07, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. G.M. Meijer-Campfens en mr L.J. Hofstra, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 23 februari 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Hofstra voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.