ECLI:NL:GHLEE:2012:BV6773

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001516-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere woninginbraken met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte is veroordeeld voor het plegen van acht woninginbraken in het arrondissement Groningen tussen 25 november 2010 en 26 maart 2011. De verdachte, die in voorlopige hechtenis verbleef, heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met braak, waarbij hij zich toegang tot de woningen heeft verschaft en goederen heeft weggenomen die toebehoorden aan verschillende benadeelden. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 32 maanden geëist, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het hof heeft deze eis overgenomen en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaard, terwijl de vordering van [benadeelde 3] tot schadevergoeding van € 260,00 is toegewezen. Het hof heeft de verdachte ook verplicht om dit bedrag te betalen aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij niet-betaling. Het hof heeft de eerdere veroordelingen van de verdachte in aanmerking genomen, evenals de impact van de woninginbraken op de slachtoffers, die zich in hun eigen vertrouwde omgeving onveilig voelen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier H. Pool en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001516-11
Uitspraak d.d.: 23 februari 2012
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 25 juli 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1973],
thans verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 1 september 2011, 10 november 2011, 30 januari 2012 en 9 februari 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het hem ten laste gelegde, met uitzondering van het feit zoals beschreven onder het eerste gedachtenstreepje, tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd de benadeelde partij [benadeelde 1] niet ontvankelijk te verklaring in zijn vordering tot schadevergoeding en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toe te wijzen tot een bedrag van € 260,00, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
Mr. H. van der Ende, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 25 november 2010 tot en met 26 maart 2011, in het arrondissement Groningen, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening in/uit (na te noemen) woning(en) heeft weggenomen (na te noemen) goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (na te noemen) benadeelde(n), in elk geval een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, te weten:
- op of omstreeks 25 november 2010, in/uit een woning aan/nabij [adres] (70) te [plaats], een laptop (merk/type Compaq Pressario Cq71-320ED), een externe harde schijf (merk Western Digital), een mobiele telefoon (merk/type HTC HD2) en/of een of meer horloges, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 9, aangifte 2010116149), en/of
- op of omstreeks 13 februari 2011, in/uit een woning aan/nabij de [adres] (3) te [plaats], een laptop (merk Asus) en/of een tv-toestel, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 1, aangifte 2011015300), en/of
- op of omstreeks 4 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij de [adres] (2a) te [plaats], een computer (merk Medion), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 2, aangifte 2011022254) en/of
- op of omstreeks 6 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij de [adres] (19) te [plaats], een geldbedrag en/of een laptop, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 3, aangifte 2011022681) en/of
- op of omstreeks 11 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij [adres] (162) te [plaats], een of meer horloges (onder meer merk Festina), een zonnebril, een Sony Playstation, een laptop, een Tomtom, en/of een geldbedrag, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 4, aangifte 2011024745) en/of
- op of omstreeks 13 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij het [adres] (97) te [plaats], een laptop (merk Packard Bell), een laptop (merk Fujitsu Siemens, voorzien van een roze sticker), althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 5, aangifte 2011025224) en/of
- op of omstreeks 19 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij het [adres] (232) te [plaats], een of meer laptops, twee computermuizen, en/of een of meer (zilveren) sieraden, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], ANBO en/of FNV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 6, aangifte 2011027584) en/of
- op of omstreeks 22 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij het [adres] (8) te [plaats], een of meer laptops, een (digitale) spiegelreflex camera (merk Nikon, voorzien van geel koord) en/of een telefoon, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 7, aangifte 2011028720) en/of
- op of omstreeks 26 maart 2011, in/uit een woning aan/nabij [adres] te [plaats], een of meer digitale camera's, een geldbedrag, een laptop (merk Fujitsu Siemens, zonder toetsenbord), een digitale videocamera en/of sieraden, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (zaak 8, aangifte 2011030235);
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks het tijdvak van 25 november 2010 tot en met 26 maart 2011, in het arrondissement Groningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- een laptop (merk/type Compaq Pressario Cq71-320ED), een externe harde schijf (merk Western Digital), een mobiele telefoon (merk/type HTC HD2) (zaak 9, aangifte 2010116149, [adres] te [plaats]), en/of
- een laptop (merk Asus) en/of een tv-toestel (zaak 1, aangifte 2011015300, [adres] te [plaats]) en/of
- een computer (merk Medion) (zaak 2, aangifte 20110222524, [adres] [plaats]) en/of
- een laptop (zaak 3, aangifte 2011022681, [adres] te [plaats]) en/of
- een of meer horloges (onder meer merk Festina), een Sony Playstation, en/of een laptop (zaak 4, aangifte 2011024745) en/of
- een laptop (merk Packard Bell), een laptop (merk Fujitsu Siemens, voorzien van een roze sticker) (zaak 5, aangifte 2011025224, [adres] 97 te [plaats]) en/of
- een of meer laptops en/of computermuizen (zaak 6, aangifte 2011027585, [adres] 232 te [plaats]) en/of
- een of meer laptops, een (digitale) spiegelreflex camera (merk Nikon, voorzien van geel koord) (zaak 7, aangifte 2011028720, [adres] 8 te [plaats]) en/of
- een laptop (merk Fujitsu Siemens, zonder toetsenbord) (zaak 8, aangifte 2011030235, [adres] te [plaats]),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat goed(eren) (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Verweren
De raadsvrouw heeft met betrekking tot zaak 4 (gedachtenstreepje 5) -kort gezegd- aangevoerd dat het horloge van het merk Festina dat verdachte aan [naam] heeft verkocht een horloge was van verdachte zelf. Verdachte zou dit horloge begin 2010 bij [naam] te [plaats] hebben gekocht. Ter onderbouwing van dit verweer heeft de raadsvrouw namens verdachte een schrijven overgelegd van verdachte waarin hij de [naam] heeft gevraagd om te bevestigen dat verdachte begin 2010 een horloge van het merk Festina heeft gekocht bij voornoemde juwelier.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt voorop dat het feit dat verdachte heeft aangegeven dat hij begin 2010 een horloge van het merk Festina heeft gekocht bij een juwelier, niet uitsluit dat verdachte op 11 maart 2011 een horloge van dit merk heeft gestolen.
Los van het feit of de brief die verdachte heeft overgelegd als betrouwbaar kan worden aangemerkt is het hof van oordeel dat uit dit schrijven onvoldoende blijkt dat het gaat om hetzelfde horloge. Verdachte spreekt in zijn brief enkel over een horloge van het merk Festina en spreekt niet over de specifieke en zeer opvallende kenmerken van het horloge zoals de gele wijzerplaat en het feit dat het een horloge betreft uit een bijzondere oplage, namelijk een horloge uit de 'Tour de France' reeks. Verdachte heeft het hof derhalve niet kunnen overtuigen dat het horloge dat bij [naam] is aangetroffen en -dat door aangever is herkend al zijnde zijn eigendom- door verdachte begin 2010 is gekocht bij een juwelier.
Het hof verwerpt dit verweer.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van zaak 7 (gedachtenstreepje 8) aangevoerd dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken omdat verdachte de bewuste dag dat deze diefstal werd gepleegd de gehele dag is geobserveerd en de observanten deze inbraak niet hebben gezien.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de aangifte blijkt dat er op 22 maart 2010 tussen 8.30 uur en 16.30 uur een inbraak is gepleegd waarbij goederen zijn weggenomen. Uit het proces-verbaal van observatie blijkt dat verdachte op 22 maart 2010 is geobserveerd. Nu deze observatie blijkens het voornoemde proces-verbaal pas is aangevangen om 10.15 uur en gezien het feit dat verdachte blijkens dat proces-verbaal pas om 11.36 uur in beeld is gekomen, -dus ver na 8.30 uur- is het hof van oordeel dat deze observatie niet uitsluit dat verdachte deze inbraak heeft gepleegd. Verdachte heeft voorafgaande aan de observatie de gelegenheid gehad deze inbraak te plegen. Het hof verwerpt het verweer.
Het hof is van oordeel dat de door de raadsvrouw gevoerde overige verweren strekkende tot vrijspraak van de zaken 1 (gedachtenstreepje 2), zaak 2 (gedachtenstreepje 3), zaak 3 (gedachtenstreepje 4), zaak 5 (gedachtenstreepje 6) worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging gekregen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 13 februari 2011 tot en met 26 maart 2011 in het arrondissement Groningen, meermalen, op verschillende tijdstippen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit na te noemen woningen heeft weggenomen na te noemen goederen, toebehorende aan na te noemen benadeelden, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak, en/of verbreking en/of inklimming, te weten:
- op 13 februari 2011, uit een woning aan de [adres] te [plaats], een laptop (merk Asus) en een tv-toestel, toebehorende aan [slachtoffer 1], en
- op 4 maart 2011, uit een woning aan de [adres] te [plaats], een computer (merk Medion), toebehorende aan [slachtoffer 2], en
- op 6 maart 2011, uit een woning aan de [adres] te [plaats], een geldbedrag en een laptop, toebehorende aan [slachtoffer 3], en
- op 11 maart 2011, uit een woning aan de [adres] te [plaats], horloges, onder meer merk Festina, een zonnebril, een Sony Playstation, een laptop, een Tomtom, en een geldbedrag, toebehorende aan [slachtoffer 4], en
- op 13 maart 2011, uit een woning aan het [adres] 97 te [plaats], een laptop (merk Packard Bell), een laptop (merk Fujitsu Siemens, voorzien van een roze sticker), toebehorende aan [slachtoffer 5], en
- op 19 maart 2011, uit een woning aan het [adres] 232 te [plaats], laptops, twee computermuizen, en (zilveren) sieraden, toebehorende aan [slachtoffer 6], [naam], en
- op 22 maart 2011, uit een woning aan het [adres] 8 te [plaats], laptops, een digitale spiegelreflex camera (merk Nikon, voorzien van geel koord) en een telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 7], en
- op 26 maart 2011, uit een woning aan het [adres] te [plaats], digitale camera's, een geldbedrag, een laptop (merk Fujitsu Siemens, zonder toetsenbord), een digitale videocamera en sieraden, toebehorende aan [slachtoffer 8].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer zes weken schuldig gemaakt aan 8 woninginbraken. Verdachte heeft telkens uit eigen financieel gewin goederen weggenomen. De slachtoffers van dergelijke delicten ondervinden hiervan - afgezien van de financiële schade - doorgaans nog lang nadelige gevolgen, aangezien zij zich in een voor hen vertrouwde omgeving minder veilig zullen voelen. Verdachte heeft zich van deze mogelijke gevolgen kennelijk keer op keer geen rekenschap gegeven.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 31 januari 2012 (omvattende 18 pagina's) - vele malen eerder is veroordeeld voor (woning)inbraken, onder meer tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.
Bij het bepalen van de straf heeft het hof de oriëntatiepunten voor dergelijke feiten als uitgangspunt genomen, waarbij - gelijk in dit geval - recidive leidt tot een verhoging van de strafmaat, zoals beschreven in genoemde oriëntatiepunten.
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 32 maanden in dit geval een passende en noodzakelijke bestraffing is. Gelet op de aard en de ernst van de strafbare feiten, alsook het strafrechtelijk verleden van verdachte, ziet het hof geen aanleiding om een andere straf op te leggen dan in eerste aanleg aan verdachte is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 50,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van de diefstal (zaak 9) waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 260,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 (tweeëndertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 paar schoenen, merk/type Nike Air Max, kleur zwart met rood, maat 43.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 3] terzake van het primair bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 260,00 (tweehonderdzestig euro) aan materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 3], een bedrag te betalen van EUR 260,00 (tweehonderdzestig euro) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. G.M. Meijer-Campfens en mr L.J. Hofstra, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 23 februari 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Hofstra voornoemd is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.