ECLI:NL:GHLEE:2012:BW4182
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bewindvoering en kostgeld tussen rechthebbenden en ouders
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 6 maart 2012, gaat het om een hoger beroep van twee zaken met betrekking tot de bewindvoering van twee tweelingzussen, geboren in 1970, die beide lijden aan een psychiatrische aandoening en een verstandelijke handicap. De rechthebbenden, vertegenwoordigd door hun bewindvoerder Kompas Zuidlaren B.V., hebben in eerste aanleg verzocht om vaststelling van de bedragen die zij aan hun ouders dienen te betalen voor kost en inwoning. De rechtbank Groningen had eerder in een beschikking van 26 mei 2011 bepaald dat [kind 1] maandelijks € 350,- en [kind 2] € 210,- aan kostgeld aan de ouders moest betalen, en dat vanaf juni 2010 ook [kind 2] € 350,- per maand moest betalen. De ouders hebben in hoger beroep verzocht om een verhoging van deze bedragen en om veroordeling van de bewindvoerder in de kosten van beide procedures.
Het hof heeft vastgesteld dat de wet geen mogelijkheid biedt voor de rechthebbenden om de rechter te adiëren in geval van een geschil met de bewindvoerder over het beheer van de onder bewind staande goederen. Dit is in lijn met de wetsgeschiedenis, waarin is aangegeven dat een dergelijke geschillenregeling niet wenselijk is. Het hof heeft de verzoeken van de rechthebbenden en de ouders afgewezen, omdat deze niet op de wet zijn gegrond. Het hof heeft bepaald dat iedere partij de eigen kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep draagt. De beslissing van de rechtbank is niet vernietigd, omdat geen van de partijen om vernietiging heeft verzocht en de bewindvoerder zich kan vinden in de eerdere beslissing.
De uitspraak benadrukt de beperkingen van de rechten van rechthebbenden onder bewind en de rol van de bewindvoerder in het beheer van hun vermogen. Het hof heeft de belangen van de rechthebbenden en de ouders in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat de wet geen ruimte biedt voor de door hen gevraagde aanpassingen in de financiële verplichtingen.