2.1 Belanghebbende is getrouwd met C (hierna: de echtgenoot). De echtgenoot heeft vanaf 1987 een installatiebedrijf gedreven in de vorm van een eenmanszaak. Dit installatiebedrijf heeft hij overgenomen van zijn vader. Op 1 januari 1993 is de vennootschap onder firma “D” (hierna: de vof) opgericht. Het installatiebedrijf is ingebracht in de vof. Belanghebbende en haar echtgenoot zijn beiden vennoot van de vof en zijn ieder onbeperkt bevoegd. Belanghebbende en haar echtgenoot zijn in de jaren 2006 en 2007 ieder voor de helft gerechtigd tot de jaarwinst.
2.2 De onderneming is gevestigd op het adres a-weg 106 te Z. Belanghebbende en haar echtgenoot zijn tevens op dit adres woonachtig.
2.3 De activiteiten van de vof bestaan uit het aanleggen, onderhouden en repareren van gas-, water-, elektra-, en cv-installaties, dak- en zinkwerk, alsmede badkamer- en keukeninstallaties. Daarnaast voert de vof constructiewerkzaamheden uit.
2.4 In de jaren voor het jaar 2005 waren binnen de vof acht à negen personeelsleden werkzaam. De echtgenoot hield zich in die periode vooral met acquisitie en begeleiding van projecten bezig; hij verrichtte slechts incidenteel installatiewerkzaamheden. In april 2005 is de echtgenoot ernstig ziek geworden. Vanwege de ziekte en een terugval in het aantal opdrachten waren in de jaren 2006 en 2007 bij de onderneming vijf à zes personeelsleden in dienst. Een van de personeelsleden was in die jaren werkzaam op kantoor, waarbij hij onder meer werkzaamheden als planner verrichtte.
2.5 Bij de vof heeft de Inspecteur een boekenonderzoek ingesteld ter controle van de aangiften IB/PVV 2006 en 2007. Van dit onderzoek is met dagtekening 4 augustus 2009 een rapport opgemaakt. In het rapport is – voor zover hier van belang – het volgende vermeld:
"Mevrouw X is na oprichting van de VOF het administratieve gedeelte van het bedrijf gaan verzorgen. In 2005 moest de heer C vanwege ziekte zijn werkzaamheden tijdelijk staken. Het technische gedeelte van zijn activiteiten, zoals prijsberekeningen, het maken van offertes en het overleg met klanten over technische zaken zijn toen overgenomen door de werknemer die werkzaam was op kantoor. Mevrouw X heeft de administratieve werkzaamheden van haar man overgenomen en een gedeelte van het contact met de klanten, zoals afspraken maken en telefonisch contact. De uitbreiding van haar activiteiten door de ziekte van haar man betrof nagenoeg alleen activiteiten van ondersteunende aard. Mevrouw X heeft geen diploma's en opleiding op het gebied van installatietechniek en zij verricht geen werkzaamheden op technisch gebied. Naar aanleiding van het onderzoek heeft Mevrouw X de volgende lijst gemaakt met haar werkzaamheden en de daaraan geschatte besteden uren per week:
- 8 uur voor het aannemen van de telefoon en het ontvangen van klanten;
- 1,5 uur voor niet technische besprekingen met klanten;
- 4 uur voor het inplannen van werkzaamheden en afspraken maken met klanten voor bezoek monteur;
- 2,5 uur voor het verwerken en controleren van de werkbonnen van de monteurs;
- 4 uur voor de facturering aan de hand van de werkbonnen;
- 2 uur voor de uitwerking van offertes;
- 2 uur voor de verzorging van correspondentie;
- 5 uur voor de financiële administratie;
- 0,5 uur voor telefonisch en schriftelijk contact met de accountant (komt niet wekelijks voor);
- 0,5 uur voor sollicitatieprocedures. Dit doet ze samen met haar echtgenoot en komt niet wekelijks voor);
- 0,5 uur voor kontakten met personeel, salarisbetalingen en overuren verwerken, kontakten met arbodienst etc.;
- 0,5 uur voor het verzorgen van bedrijfskleding;
- 0,5 uur voor het beheren van het archief;
- 2 uur voor schoonmaakwerkzaamheden;
- 1 uur voor postverwerking en het kopiëren van facturen.
De aard van de werkzaamheden, genoemd op voornoemde urenspecificatie heeft volgens mevrouw X betrekking op 2006, 2007 en 2008 tot het tijdstip van de controle."