ECLI:NL:GHLEE:2012:BX0384

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
3 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.078.438/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over energierekening en betalingsgedrag tussen consument en energieleverancier

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil tussen [appellant], een consument, en Energiedirect B.V., een energieleverancier, over de betaling van energiekosten. De appellant had in eerste aanleg geprocedeerd tegen Energiedirect, waarbij hij in reconventie een vordering had ingesteld op basis van een vermeend tegoed van € 1.817,43. De rechtbank Groningen had in eerste instantie de vordering van Energiedirect tot betaling van een eindnota van € 389,75 toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van de appellant was afgewezen. De appellant ging in hoger beroep tegen deze beslissing.

In hoger beroep voerde de appellant aan dat de eindnota's van Energiedirect ondoorzichtig waren en dat hij recht had op het bedrag van € 1.817,43. Het hof oordeelde dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij niets meer verschuldigd was aan Energiedirect. Het hof constateerde dat de appellant gedurende de contractperiode voor een bedrag van € 2.327,98 aan energie had afgenomen, en dat hij nog € 389,75 verschuldigd was aan Energiedirect. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de proceskosten van het hoger beroep.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke facturering door energieleveranciers en de verantwoordelijkheid van consumenten om hun betalingsgedrag te beheren. Het hof wees erop dat de appellant zelf bijdroeg aan de onduidelijkheid door een grillig betalingsgedrag en dat dit niet kon leiden tot de conclusie dat hij geen bedragen meer verschuldigd was.

Uitspraak

Arrest d.d. 3 juli 2012
Zaaknummer 200.078.438/01
(zaaknummer rechtbank: 403404/09-2439)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,
hierna te noemen: [appellant],
toevoeging,
advocaat: mr. J. van Dijk, kantoorhoudende te Winschoten,
tegen
Energiedirect B.V.,
gevestigd te Waalre,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Energiedirect,
advocaat: mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden, kantoorhoudende te
's-Gravenhage.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 2 februari en 24 augustus 2010 door de rechtbank Groningen, sector kanton, locatie Winschoten (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 30 november 2010 is door Hoffman hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. 24 augustus 2010 met dagvaarding van Energiedirect tegen de zitting van 14 december 2010.
De conclusie van de memorie van grieven, waarbij vier producties in het geding zijn gebracht, luidt:
"bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, voor zover de Wet dat toestaat, het op 24 augustus 2010 (…) tussen appellant als gedaagde en geïntimeerde als eiseres gewezen vonnis van de rechtbank (…) te vernietigen voor zover geïntimeerde, toen eiseres, daarin in het gelijk is gesteld en appellant, toen gedaagde, in het ongelijk en opnieuw rechtdoende eiseres in eerste aanleg in conventie niet ontvankelijk te verklaren in haar vordering, althans haar deze te ontzeggen en de vordering van gedaagde in eerste aanleg, tevens eiser in reconventie in eerste aanleg, alsnog toe te wijzen en voorts geïntimeerde te veroordelen in de proceskosten in beide instanties."
Bij memorie van antwoord is door Energiedirect, onder overlegging van drie producties, verweer gevoerd met als conclusie:
"bij vonnis [het hof leest: bij arrest] uitvoerbaar bij voorraad, Hoffman in zijn vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze eisen af te wijzen, met bekrachtiging van het bestreden vonnis, en met veroordeling van Hoffman in de kosten van het onderhavige geding, inclusief salaris advocaat."
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellant] heeft drie grieven opgeworpen.
De beoordeling
De feiten
1. In appel kan van de volgende feiten worden uitgegaan.
1.1 Tussen partijen is onder toepasselijkheid van de door Energiedirect gehanteerde algemene voorwaarden een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan Energiedirect gedurende de periode van 31 december 2006 tot 29 juni 2008 gas
en elektriciteit heeft geleverd aan het adres [adres] te [woonplaats].
Uit hoofde van deze overeenkomst diende [appellant] maandelijks een voorschotnota ad laatstelijk € 135,- (opgebouwd uit € 124,- voor gas en € 11,- voor elektriciteit) te voldoen.
1.2 Energiedirect heeft [appellant] op 11 september 2008 een eindnota gezonden die sloot op een tegoed voor [appellant] van € 1.817,43.
1.3 Energiedirect heeft [appellant] op 22 september 2008 twee eindnota's gezonden ter hoogte van respectievelijk € 389,75 en € 493,78.
Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
2.1 Energiedirect heeft in eerste aanleg gevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van haar nota van 22 september 2008 ad € 389,75, te vermeerderen met rente en incassokosten.
2.2 [appellant] heeft verweer gevoerd en in reconventie betaling door Energiedirect gevorderd van € 1.817,43 conform haar tegoed-nota van 11 september 2008, te vermeerderen met rente.
2.3 Bij tussenvonnis van 2 februari 2010 heeft de kantonrechter Energiedirect in de gelegenheid gesteld om haar vordering bij akte nader te specificeren.
Na aktewisseling heeft de kantonrechter bij het vonnis waarvan beroep [appellant] in conventie veroordeeld tot betaling van € 389,75, vermeerderd met de rente daarover vanaf 17 augustus 2010. Hetgeen overigens in conventie was gevorderd heeft de kantonrechter afgewezen, onder overweging dat het niet redelijk is om [appellant] rente en kosten in rekening te brengen over een vordering die eerst hangende de procedure inzichtelijk is gemaakt. De vordering van [appellant] in reconventie heeft de kantonrechter afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd.
De gedingstukken in hoger beroep
3. Energiedirect heeft bij memorie van antwoord enkele producties in het geding gebracht. Hoewel [appellant] daarop niet meer heeft kunnen reageren ziet het hof geen aanleiding hem daartoe nog in de gelegenheid te stellen, nu het stukken betreft die reeds in eerste aanleg zijn overgelegd en waar ook door [appellant] naar wordt verwezen. De stukken zijn hem mitsdien genoegzaam bekend en hij heeft de gelegenheid gehad (en ook te baat genomen) om erop te reageren.
Behandeling van de grieven
4.1 Met zijn Grief I komt [appellant] op tegen de lezing van de kantonrechter van de nota van 11 september 2008; naar [appellant] aanvoert is onvoldoende aangetoond dat deze slechts betrekking heeft op elektriciteit en mocht hij ervan uitgaan dat er sprake was van een tegoed van € 1.817,43.
In Grief II bestrijdt [appellant] het oordeel dat uit de door Energiedirect in het geding gebrachte stukken genoegzaam kan worden afgeleid dat [appellant] haar nog € 389,75 is verschuldigd.
Grief III richt zich tegen de integrale afwijzing van [appellant]s reconventionele vordering groot € 1.817,43.
4.2 Het hof ziet aanleiding de grieven gezamenlijk te behandelen.
4.3 De belangrijkste pijler onder [appellant]s stellingen is zijn standpunt dat de eindnota's die hij van Energiedirect ontving dermate ondoorzichtig waren en elkaar dermate snel opvolgden dat hij door de bomen het bos niet meer kon zien. Naar het hof begrijpt wil [appellant] daar de consequentie aan verbinden dat van de juistheid van zijn stelling dat hij Energiedirect niets meer verschuldigd is maar in tegendeel nog het (op een van die nota's vermelde) bedrag van € 1.817,43 van haar te vorderen heeft, moet worden uitgegaan.
4.4 Aan [appellant] moet, gelijk de kantonrechter ook heeft overwogen, worden toegegeven dat de door Energiedirect gekozen wijze van factureren licht tot misverstanden leidt. Het feit dat zij verschillende "eindnota's" deed uitgaan en deze vergezeld deed gaan van overzichten waarin nu eens correcties voor het meer- of mindergebruik van energie en dan weer correcties voor (niet) gedane betalingen waren verwerkt, komt de leesbaarheid en dus ook de controle van haar facturen niet ten goede.
Daar staat evenwel tegenover dat [appellant] zelf ook onduidelijkheden in de hand heeft gewerkt door een grillig betalingsgedrag aan de dag te leggen. Hoewel Energiedirect gemachtigd was om de voorschotnota's automatisch te incasseren, heeft [appellant] ook handmatige overboekingen gedaan. Verder blijkt uit door hemzelf in hoger beroep overgelegde stukken (memorie van grieven produktie 3) dat hij daarbij ook betalingen per kas heeft gedaan, en wel van voorschotten waarvan de betalingstermijn klaarblijkelijk al was verlopen. Gelet hierop gaat het hof voorbij aan [appellant]s - ook overigens onvoldoende gemotiveerde - weerspreking van de stelling van Energiedirect dat automatische incasso's verschillende keren werden gestorneerd.
Dat partijen gewoon waren om tegoeden en tekorten met elkaar te verrekenen, is niet in geschil. Bij die stand van zaken behoeft het bij een onevenwichtig betalingsgedrag als dat van [appellant] naar het oordeel van het hof niet te verbazen dat nota's verschillende keren werden gecorrigeerd. Reeds om die reden kan aan de ondoorzichtigheid van de factureren niet het gevolg worden verbonden dat [appellant] voor ogen staat.
4.5 Kernvraag in deze zaak is welk bedrag er aan het einde van de contractsperiode nog tussen partijen diende te worden afgerekend.
Bestudering van de in het geding gebrachte facturen leert dat Energiedirect daarbij consequent als uitgangspunt heeft gehanteerd dat gedurende de hele contractsperiode feitelijk voor een bedrag van € 2.327,98 aan energie aan [appellant]s adres werd geleverd. Dit bedrag heeft zij berekend aan de hand van meterstanden die door [appellant] op zichzelf niet zijn betwist. Weliswaar heeft hij aangegeven dat hij gedurende vijf maanden per jaar in het buitenland verbleef, als gevolg waarvan hem in die maanden een te hoog voorschot in rekening moet zijn gebracht, doch nu het voormelde bedrag geen optelsom van in rekening gebrachte voorschotten is (welke optelling in een aanmerkelijk hoger bedrag zou uitmonden), maar een berekening aan de hand van feitelijk verbruikte kilowatt-uren electriciteit en kubieke meters gas betreft, doet dat argument niet terzake. Terzijde merkt het hof op dat het hem toeschijnt dat, nu gesteld noch gebleken is dat [appellant] bepaalde voorschotten dubbel heeft betaald, het in de nota van
11 september 2008 berekende tegoed van € 1.817,43 mede op het door [appellant] bedoelde minderverbruik is terug te voeren.
Aldus staat als onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat [appellant] gedurende de contractsperiode voor een bedrag van € 2.327,98 aan energie van Energiedirect heeft afgenomen.
4.6 De vraag die vervolgens voorligt, is in hoeverre dit bedrag door [appellant] is voldaan. Energiedirect heeft met stukken onderbouwd gesteld dat na optelling van [appellant]s betalingen nog een achterstand van € 389,75 resteert. Zij heeft hiertoe onder meer een "Financieel overzicht klant" in het geding gebracht (productie 3 bij akte na het tussenvonnis in eerste aanleg), waarop incasso's, handmatige betalingen en storneringen zijn gespecificeerd. Nu [appellant] daar, terwijl dat gelet op het partijdebat en zijn betalingsgedrag van hem mocht worden verwacht, geen, althans geen volledige en sluitende betalingsbewijzen tegenover heeft gesteld, gaat het hof uit van de juistheid van het door Energiedirect in het geding gebrachte betalingsoverzicht. Het feit dat daarop vermelde incassodata niet steeds met afboekingen op [appellant]s bankafschriften samenvallen doet daar gezien zijn weinig stipte betalingsgedrag niet aan af.
4.7 Voor zover [appellant] heeft willen stellen dat hem daarenboven nog het tegoed van € 1.817,43 toekomt, miskent hij dat deze creditering van in rekening gebrachte voorschotten bij de hierboven geschetste benadering al in de berekening besloten ligt. De overgelegde facturen geven er ook blijk van dat Energiedirect dit tegoed in het gestelde saldo heeft betrokken. De vraag of het tegoedbedrag slechts betrekking heeft op elektriciteit kan, wat daar verder ook van zij (zowel de hoogte van het bedrag als de stukken doen vermoeden dat het ook minderverbruik van gas betreft) gelet op het voorgaande in het midden blijven.
4.8 Aldus komt ook in hoger beroep vast te staan dat [appellant] Energiedirect nog
€ 389,75 is verschuldigd. De door de kantonrechter toegewezen rente vanaf
17 augustus 2010 is, nu daartegen niet is gegriefd, eveneens verschuldigd.
De slotsom
5. De grieven falen en het bestreden vonnis zal worden bekrachtigd.
[appellant] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep (salaris advocaat: 1 punt, tarief I).
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Energiedirect begroot op € 640,- aan verschotten en op € 632,- voor geliquideerd salaris van de advocaat;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. J.M. Rowel- van der Linde, voorzitter, J.H. Kuiper en A.M. Koene en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 3 juli 2012 in bijzijn van de griffier.