ECLI:NL:GHLEE:2012:BX3711
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- R.E. Weening
- J.H. Kuiper
- H. Vedder
- Rechtspraak.nl
Onderbouwing ingehouden kosten op melkgeld
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, gaat het om de onderbouwing van ingehouden kosten op melkgeld door de Zuivelcoöperatie Friesland Campina U.A. De appellanten, die als melkveehouders optreden, hebben in eerste aanleg hun eis ingediend tegen FrieslandCampina, die als gedaagde is opgetreden. De zaak betreft twee samenhangende procedures met de zaaknummers 200.032.024/01 en 200.032.026/01. De appellanten betwisten de kosten die FrieslandCampina in rekening heeft gebracht voor de verwerking van ongecertificeerde melk. Het hof heeft in een tussenarrest van 13 december 2011 FrieslandCampina de gelegenheid geboden om nadere gegevens te verstrekken over de gescheiden verwerking van ongecertificeerde melk en de meerkosten die daarmee gepaard gingen. FrieslandCampina heeft hierop gereageerd met nieuwe producties, waarop de appellanten ook hebben gereageerd.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het van belang is of de ongecertificeerde melk daadwerkelijk gescheiden is verwerkt en niet als gecertificeerde melk wordt verhandeld. De appellanten hebben betoogd dat FrieslandCampina niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van gescheiden productielijnen en dat de ongecertificeerde melk samen met gecertificeerde melk wordt verwerkt. Het hof heeft de bewijslast bij FrieslandCampina gelegd, maar heeft ook geoordeeld dat FrieslandCampina niet per melklevering hoeft aan te tonen tot welk product de ongecertificeerde melk is verwerkt.
In de beslissing heeft het hof de appellanten toegelaten tot bewijslevering over hun stelling dat de ongecertificeerde melk terechtkomt bij gecertificeerde melk. Het hof heeft de zaak verwezen naar de rolzitting voor het vaststellen van een datum voor het getuigenverhoor. De verdere beslissing is aangehouden, waarbij het hof heeft bepaald dat FrieslandCampina een concrete onderbouwing van de ingehouden kosten moet verstrekken. De uitspraak is gedaan op 7 augustus 2012 door de voorzitter en de andere leden van de kamer.