2.9 Bij het FIOD-p-v zijn schermprinten van een in N, Duitsland, aangehouden bankrekening gevoegd met overboekingen die aanvangen op 15 december 1995 en eindigen op 10 maart 2000. Daarnaast vermeldt dat p-v dat belanghebbende betrokken is geweest bij goederentransacties en bij activiteiten op het gebied van telecommunicatie.
2.10 Belanghebbende heeft in hoger beroep een gedeelte van een proces-verbaal overgelegd dat is opgemaakt door het zogenoemde "F-team" en waarin is opgenomen dat hij tijdens het strafrechtelijke onderzoek - onder meer - in februari 2003 als volgt heeft verklaard:
"(…)
(blz. 17) Ik heb een telefoon en faxaansluiting. (…) Ik heb een ISDN aansluiting. Ik weet niet precies hoeveel de kosten zijn, maar die liggen gemiddeld in de buurt van de 200 Euro per twee maand. (…)
Ik heb de laatste drie jaar 1 mobiele telefoon in gebruik. (…) Ik betaal doorgaans 50 euro per maand. Ik heb 300 vrije belminuten per maand.
(…) Ik heb sinds twee jaar een computer. Ik heb ook een e-mail adres. Dat heb ik echter nog geen jaar. Het adres is X@hotmail.com. Ik heb ook een adres in het Arabisch dat is X@maktoob.com, dat gebruik ik alleen als ik communiceer in het Arabisch.
(…) Ik ga 1 keer per jaar naar het buitenland op vakantie, naar Jordanië, Syrië of Irak. 1 keer per twee of drie maand ga ik naar Duitsland om boodschappen te doen. Verder kom ik niet in het buitenland.
(blz 18) (…) In Nederland heb ik momenteel een bankrekening bij de Postbank (…); ik heb ook een rekening gehad bij de Rabobank. Dat was toen ik een bedrijf had. De rekening stond op naam van het bedrijf. (…)
(…) Ik heb sinds ongeveer anderhalf jaar een aantal rekeningen bij The Housing Bank in (blz 19) Jordanië, Amman. Volgens mij vier rekeningen. Drie van die rekeningen staan op mijn naam. Eén rekening staat op naam van een vriend van mij O. Die vriend woont in Irak. Ik ben zelf in Jordanië geweest om die rekeningen te openen. (…)
(…) Ik was destijds van plan om een verblijfsvergunning aan te vragen in Jordanië en daar een bedrijf te beginnen. (…) De bedoeling was samen met mijn broer een bedrijf te starten dat auto's zou gaan importeren vanuit Nederland en Duitsland. Dat is een broer van mij die in Irak woont. (…)
(blz 20) Ik ben in augustus vorig jaar begonnen met het met elkaar in contact brengen van mensen die geld willen overboeken vanuit Nederland naar familie in Irak. (…)"
((Wij delen gehoorde mede dat augustus vorig jaar niet overeenstemt met onderzoeksgegevens waaruit blijkt dat hij al in 1997 contant geld stort op een bankrekening bij de Dresdner Bank in Duitsland te zijnen name ..)) "Ik kan daar nu geen antwoord op geven want ik herinner me op dit moment niet dat ik een bankrekening heb gehad in Duitsland waar ik gelden op gestort heb.
(…) De opmerking van P dat hij al drie jaar geleden via mij overboekte kan niet kloppen, want toen deed ik dat nog niet. Misschien ken ik P wel, maar ik herinner mij hem niet.
(…) Ik heb geen mogelijkheden geld over te boeken naar Amerika. De transactie is op mijn advies via een geldwisselkantoor gegaan. Wat betreft de opmerking van een overboeking 2 à 3 jaar geleden (Hof: via belanghebbende vanuit Irak), weet ik niet wat zij daar mee bedoelt. Ik deed toen nog geen transacties.
(blz 21) (…) Ik hoor op de Q-Vereniging en de Moskee als mensen problemen hebben en als het dan aan de orde komt ben ik die mensen behulpzaam met geldoverboekingen. (…) Ik ben mensen die hun familie in Irak willen helpen behulpzaam. (…) Ik stel wel de voorwaarde dat het familiehulp moet zijn. (…) Als het geen familiehulp is begin ik er niet aan."
((Gevraagd wordt hoeveel provisie de mensen die geld willen laten overboeken moeten betalen aan gehoorde.))
"De mensen betalen mij geen provisie. (…) (blz 22) Dat is geen provisie dat gaat over de kosten. De kosten bestaan uit telefoonkosten van mij en kosten van de handelaren in Jordanië en Syrië. De kosten van de handelaren bedragen ongeveer 1 à 2 %. Dat zijn verzendkosten van de levensmiddelen en medicijnen.
(…) Ik noteer zoals ik al heb gezegd die gegevens in een schrift. Ik heb daarvoor steeds 1 schrift in gebruik. Als dat vol is pak ik een nieuw schrift. (…)
(blz 23) De mensen komen het [Hof: geld] brengen of ze sturen het per post op. (…) Ik heb wel contactpersonen in Nederland die gelden verzamelen. (…) Ik haal zelf dat geld ook wel bij de verzamelaars op. De namen van die verzamelaars wil ik niet noemen, om te voorkomen dat zij ook moeilijkheden krijgen.( …)
(…) Het is een keer voorgekomen dat er geld naar Zweden of Denemarken moest. Dat loopt dan via Jordanië.
(blz 24) [XX] zet geld om in levensmiddelen en medicijnen en zorgt er voor dat die terecht komen bij de mensen die ik hem heb doorgegeven. [YY] geeft het door mij gestuurde geld aan verenigingen in Iran die zich met hulpverlening bezighouden. (…) Er zijn ook bedankbrieven van wezen die geld ontvangen hebben. Dat zijn voor mij bewijzen dat het om humanitaire hulp gaat.
(blz 24-25) Alle geld dat bij mij binnengekomen is heb ik afgegeven aan handelaren. (…) Ik ben met de handelaren meegeweest (…). Verder heb ik voor een maatschappij gebeld voor de verzending van goederen omdat zij geen nederlands of engels spraken. Een bedrijf in R. (…) Ik heb daar ook wel facturen en andere stukken van gekregen omdat ik hen mijn adres heb gegeven. (…) Een andere handelaar kwam via Duitsland naar mij in Z. Hij heeft mij zijn paspoort laten zien en ik heb hem het bedrag gegeven dat ik had doorgekregen uit Jordanië. Het was niet zoveel. Hij wilde een auto kopen. (…)
(blz 25-26) (…) [XX] of één van zijn medewerkers gaat met levensmiddelen en medicijnen naar Irak. De levensmiddelen en/of medicijnen worden aan de mensen gegeven. Ook worden de medicijnen en levensmiddelen wel verkocht aan anderen en wordt geld gegeven aan mensen waarvoor bij mij geld is gebracht. Geld geven mag niet in Irak. (…) Ik dacht zelf dat ik met zaken bezig was die niet verboden waren. Het is humanitaire hulp. Justitiële autoriteiten denken daar mogelijk anders over. (…)"
2.11 Bij brief van 19 november 2004 heeft de Inspecteur aan belanghebbende navorderingsaanslagen over de jaren 1999 en 2000 aangekondigd. Dit heeft hij als volgt onderbouwd:
“In 2002 en 2003 heeft er bij u door de FIOD/ECD in samenwerking met de Regiopolitie Drenthe een onderzoek plaatsgevonden. Daarbij is naar voren gekomen dat u in de jaren 1999 en 2000 diensten op het gebied van geldtransacties naar onder andere diverse landen in het Midden-Oosten heeft verleend. Voor deze verleende diensten ontving u een provisie van 4,17%. De jaarlijkse omzet werd becijferd op een bedrag van f 5.680.324 uitgaande van een weekomzet van f 109.237. De jaarlijks berekende provisie is aldus: f 5.680.324 × 4,17% = f 236.869.
Dit laatste bedrag heeft u niet in de respectievelijke aangiften vermeld. Om deze reden heb ik heden navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren 1999 en 2000 opgelegd.”